Minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, Welzijn & Sport) herkent de problemen van ouderen die minder thuiszorg krijgen, nadat ze op de wachtlijst komen van het verpleeghuis. Onderzoek moet uitsluitsel bieden over de omvang van deze ‘zorgval’.

De Jonge reageert daarmee op vragen van de Tweede Kamer over de berichtgeving van De Monitor en dagblad Trouw over ‘schotten in de zorg’. Door het scheiden van de langdurige zorg in drie afzonderlijke wetten, ontstaan problemen bij het overstappen naar de wet die bedoeld is voor de langdurige zorg (Wlz).

Uitgelicht

Pauline Dröge en haar moeder / Uitzending De Monitor 10 december 2017

‘Hoe moet ik cliënten uitleggen dat ze minder zorg krijgen?’

'Zorgval'

Die wet is van toepassing op mensen die 24 uur zorg dichtbij moeten hebben. Hun zorg wordt dan betaald door het Rijk. Maar de overstap, vaak via de wachtlijst voor het verpleeghuis, betekent voor sommige groepen patiënten dat zij gekort worden op hun bestaande pakket aan thuiszorg en ondersteuning. De Wlz kent namelijk vaste budgetten en houdt geen rekening met wat iemand eerder aan zorg en ondersteuning kreeg vergoed door de zorgverzekeraar en gemeente.

Omdat ook de eigen bijdrage hoger is, ontstaat voor kwetsbare groepen zoals mensen met dementie, een vreemde situatie: in de meest kwetsbare periode van hun ziekte, moeten ze voor minder zorg meer betalen. Een situatie die ook volgens de minister niet goed uit te leggen is. CDA, D66, Christenunie, GroenLinks en de PvdA hadden De Jonge gevraagd om een reactie.

'Harde knip'

Zo wil kamerlid Dijksma (PvdA) weten of hij open staat voor de oplossing die in de uitzending werd geopperd door hoogleraar ouderenzorg Robbert Huijsman. Hij vindt dat de wet langdurige zorg alleen van toepassing moet zijn op mensen die daadwerkelijk in het verpleeghuis zijn opgenomen. Tot het moment van opname zouden zorgverzekeraars en gemeenten verplicht moeten worden de zorg te vergoeden die de wijkverpleegkundige noodzakelijk vindt.

De Jonge wil deze optie de komende tijd nader bestuderen, maar laat de Kamer weten dat wat hem betreft voorop staat dat mensen de zorg die ze nodig hebben ook moeten krijgen, ongeacht onder welke wet ze op dat moment vallen.