In het Friese deel van het IJsselmeer moet Windpark Fryslan verrijzen: 89 windmolens ten zuiden van de afsluitdijk. Deze locatie is groot genoeg voor een windpark dat alle Friese huishoudens van duurzame stroom kan voorzien. Toch is er veel verzet. Het gaat om een Natura2000-gebied, en dat verklaart direct de weerstand. Eén van de hoofdvragen is: hoeveel vogels mogen er doodgaan door de windmolens? ‘Het gaat niet goed met de vogels rond het IJsselmeer en dan komt daar middenin een groot windmolenpark. Dat werkt dan toch als een flinke gehaktmolen,’ zegt tegenstander Auke Wouda.

We interviewen hem voor ons onderzoek Klimaatconflict in de Polder. Wouda is woordvoerder bij de IJsselmeervereniging, één van de organisaties die zich heeft verzet tegen het windpark, samen met onder meer It Fryske Gea, de Waddenvereniging, Natuurmonumenten en Vogelbescherming Nederland. Deze natuur- en landschapsorganisaties vrezen een onaanvaardbare aantasting van vooral de vogels in het IJsselmeer- en Waddengebied.

En dus zijn de clubs als coalitie bij de Raad van State in beroep gegaan tegen de vergunning die Windpark Fryslan heeft gekregen van de provincie. Het is een laatste kans om het windpark tegen te houden. Volgende week doet de hoogste bestuursrechter uitspraak.

Windpark Fryslân: duurzame droom of bedreiging voor unieke natuur?

‘Wij zijn vóór duurzame energie, maar we vinden een windmolenpark van 89 windturbines op deze plek in het IJsselmeer onacceptabel. Het vormt een bedreiging voor de unieke natuur,’ vertelt Auke Wouda. ‘Het is het leefgebied van bijzondere en grote aantallen vogelsoorten. De windmolens leiden tot verstoring van de vogeltrek en vogels kunnen tegen de wieken botsen. Hierdoor kan het voortbestaan van populaties van beschermde soorten, zoals de Visdief en Zwarte Stern in het IJsselmeergebied in gevaar komen.’

‘Begrijpelijk, maar ook jammer,’ vindt Anne de Groot, directeur van het toekomstige windpark. ‘Ik snap dat er een groot spanningsveld zit tussen de wens om duurzame energie op te wekken, en de locatie waar dat moet gebeuren. De meeste mensen zijn voor windenergie, maar liever niet bij hen in de achtertuin.’ Het inmiddels bekende principe: not in my backyard.

Maar die windmolens moeten ergens worden neergezet. De Groot: ‘We hebben natuurlijk heel grote ambities met duurzame energie in Nederland. Als je ze op land wil plaatsen, zorgt dat voor discussies van omwonenden over slagschaduw en zichtbaarheid. Wij hebben daarom gekeken naar een locatie waar mensen er weinig last van hebben en waar we in één keer een grote stap zouden kunnen maken met windenergie.’

En dat is het IJsselmeer. Een Natura2000-gebied en daarmee een uitzonderlijke plek voor windmolens. Mensen zullen daar weinig last ondervinden, maar vogels des te meer. De Groot: ‘De doelstellingen die we hebben om duurzame energie te halen, zowel op korte als op lange termijn zijn alleen mogelijk als je alle opties gebruikt. Je kan het je niet permitteren om te zeggen: ‘Ik wil geen zon of ik wil geen wind’. Als dit park er niet komt, dan hebben we een enorme opgave om alternatieve locaties te vinden en die zullen ook niet zonder nadelen zijn.’

Rapporten: hoeveel vogels mogen er doodgaan?

Een hoofdrol in de discussie over Windpark Fryslan zijn twee rapporten die zijn geschreven over de effecten van de windmolens op de natuur in het IJsselmeer. Het grootste probleem ontstaat voor de vogels: ze vliegen tegen de wieken van de turbines aan en ze raken leefgebied kwijt. Zowel de initiatiefnemers als de tegenstanders hebben laten onderzoeken hoeveel vogels er dood zullen gaan en of er populaties zijn die daardoor in gevaar komen. En dat levert opvallend genoeg verschillende uitkomsten op.

Kernkwestie in de rapporten is het lot van de Zwarte Stern, een trekvogel die in de verdrukking komt, en al is, zo erkennen zowel voor- als tegenstanders. Hoeveel Zwarte Sterns mogen er tegen de wieken aanvliegen?

120-130 Zwarte Sterns gaan dood, is dat te veel?

Het eerste rapport is in opdracht geschreven van de initiatiefnemers van het windpark: Windpark Fryslan BV en de betrokken overheden. Hier is de hamvraag hoeveel Zwarte Sterns er dood mogen gaan, zonder dat de populatie in gevaar komt. Daar zijn verschillende normen voor.

In rapport 1 staat dat de populatie Zwarte Sterns in Nederland 20.000 is en dat er per jaar 3.000 doodgaan op natuurlijke wijze. Volgens de mortaliteitsnorm mag er maar één procent van het aantal dat een natuurlijke dood sterft (dus dertig Zwarte Sterns) doodgaan door de economische activiteit die je wilt gaan ondernemen. In dit geval dus door de exploitatie van windmolens. Als je boven die mortaliteitsnorm uitkomt, komt de populatie in gevaar. De voorspelling is dat door Windpark Fryslan 120 tot 130 Zwarte Sterns dood zullen gaan door tegen de wieken aan te vliegen: dat is dus 3-4%.

Hoewel dit percentage hoger is dan de mortaliteitsnorm is opmerkelijk genoeg het resultaat dat een sterfte onder de Zwarte Stern boven de één procent niet tot populatie-effecten zal leiden. Met andere woorden: de soort komt volgens het rapport niet in gevaar. Volgens berekening met een andere norm, namelijk de PBR-norm kan de populatie zelfs 180 dode vogels per jaar door windmolens aan. PBR staat voor Potential Biological Removal: als het aantal slachtoffers onder PBR blijft, worden de vogels die doodgaan weer op natuurlijke wijze aangevuld, de populatiegrootte wordt niet aangetast. Het wordt ook wel de jagersnorm genoemd.

De vraag is of de PBR-norm hier gebruikt mag worden. Volgens tegenstander Auke Wouda in ieder geval niet. Wouda: ‘Die PBR is een rekenmethode waarmee je uitrekent hoeveel vogels van een populatie waarmee het goed gaat doodgeschoten mogen worden voor de jacht.’ Volgens Wouda is deze norm niet toe te passen op de Zwarte Stern, omdat het slecht gaat met die soort. ‘Er zijn nu 20.000 Zwarte Sterns, terwijl de doelstelling 70.000 is. Die positie geldt als zeer ongunstig en daarom moet er sowieso niet gebouwd worden in Natura2000-gebied.’

Daarnaast is de vraag: kun je überhaupt voorspellen hoeveel vogels doodgaan door tegen de wieken aan te vliegen?

Rapport 2: is het aantal dode vogels wel te voorspellen?

Over die laatste vraag gaat rapport 2. Tegenstanders hebben na het verschijnen van rapport 1 aan de Wageningen Universiteit gevraagd om een contra-expertise te doen. In dit tweede rapport staat onder meer dat het aantal vogels dat doodgaat door Windpark Fryslan niet goed te voorspellen is, terwijl wetgeving voor het bouwen in Natura2000-gebieden vereist dat er wetenschappelijke zekerheid is over de voorspelde effecten op de natuur.

‘Aanvaringsrisico onbetrouwbaar’

We bellen met onderzoeker Ralph Buij van Wageningen Environmental Research die heeft meegewerkt aan de contra-expertise. Buij: ‘De aantallen vogelslachtoffers worden geschat met computermodellen die de aanvaringskansen berekenen. De kans dat een vogelsoort in aanvaring komt met een windturbine wordt berekend met gegevens als waarnemingen van vliegbewegingen van vogels, onder meer de vliegbewegingen op rotorhoogte van de windturbine.’

Buij heeft geen wetenschappelijk bewijs kunnen vinden dat dergelijke schattingen betrouwbare resultaten opleveren. ‘Er is te beperkte kennis over vliegbewegingen van veel gevoelige vogelsoorten. Sterker nog: monitoringsgegevens in Nederland (door het daadwerkelijk tellen van dode vogels onder windturbines) bevestigen dat het werkelijke aantal slachtoffers vaak verschilt van de aanvaringsmodellen; dat kan zowel overschatting als onderschatting zijn.’

Volgens Buij is het zeker voor een soort waarmee het slecht gaat, zoals de Zwarte Stern, belangrijk dat je zeker weet dat de waarneming goed genoeg is om nauwkeurig te kunnen voorspellen hoe het zit met de vlieghoogte. ‘Want daar hangt dan weer die inschatting van het aanvaringsrisico van af.’

Want elke dode Zwarte Stern is er eentje te veel? Volgens Auke Wouda wel ja. ‘Eentje is okay, maar als je het hebt over tientallen per jaar dan weet je zeker dat de Zwarte Stern het niet meer aan kan. Dan sterft die uit.’

Het is nu aan de Raad van State om de rapporten naast elkaar te leggen en een besluit te nemen.

Anne de Groot: ‘Vogelliefhebbers zijn het denk ik met ons eens dat er vogelslachtoffers kunnen vallen door windmolens, het gaat om de hoeveelheid en of dat ernstige gevolgen heeft voor de populaties. Dat is wel de afweging die je moet maken in Nederland. Willen we naar duurzame energie toe, dan kom je iedere keer voor dilemma’s te staan. En op sommige plekken is het ook gewoon niet mogelijk. Maar hier is het mogelijk!’

Nieuwsbrief

Wil je op de hoogte blijven van ons onderzoek meld je dan hier aan voor de nieuwsbrief.

Makers