Toen journalist Charlotte Boström vijf jaar geleden in Nederland kwam wonen, verbaasde het haar dat de positie van vrouwen zo anders was dan in haar moederland Zweden. “Ik vroeg me af: moet ik ook drie dagen gaan werken en word ik ook financieel afhankelijk van mijn partner?”
“Toen ik hier kwam wonen dacht ik: het lijkt hier heel erg op Zweden. Het is een modern en liberaal land. In de statistieken en cijfers staan Zweden en Nederland vaak naast elkaar. Behalve als het gaat om de positie van vrouwen.”
Toen Charlotte Boström vijf jaar geleden naar Nederland verhuisde voor de liefde, viel haar al snel op dat de rol van vrouwen hier anders is dan in haar geboorteland. “Ik zag het in de parken en op straat. Je ziet vooral vrouwen met kinderen. Ik zag geen vaders die met hun kinderwagens aan het wandelen waren. En ik werkte toen in een bedrijf waar de vrouwen voornamelijk parttime werkten en de mannen allemaal fulltime. Als een kind ziek was dan werden de moeders gebeld door de kinderopvang en moesten zij het kind ophalen.”
Het verbaasde haar dat vrouwen zo een andere rol hadden dan mannen. “Nederland lijkt op dit gebied erg gesegregeerd. Er wordt soms gedaan alsof er een groot verschil is tussen de interesses van vrouwen en van mannen. Je krijgt in Nederland snel het gevoel dat mensen vinden dat vrouwen beter zijn met kinderen, dat ze beter kunnen zorgen en dat ze beter zijn in vijf dingen tegelijk doen. Tja, ik twijfel of alle neurowetenschappers het daarmee eens zijn.”
Latte-papa’s
Het is iets wat Boström niet gewend is. In Zweden wordt de zorg voor kinderen meer verdeeld tussen moeders én vaders. “Er bestaat zelfs een soort stereotype voor de Zweedse vader”, vertelt Boström. “Latte-papa’s noemen ze hen. Dat zijn vaders die niet hoeven te werken, ze mogen jarenlang vrij zijn en kunnen ekker rondlopen met hun kinderwagens terwijl ze koffie drinken.”
Hoewel het een overdrijving is, klopt het dat zorgtaken evenrediger verdeeld zijn in Zweden dan in Nederland. Ouders krijgen samen 480 dagen verlof terwijl ze 80 procent van hun salaris doorbetaald krijgen. Minimaal drie maanden daarvan zijn sowieso bedoeld voor de vader. Vrouwen in Zweden hebben dan ook veel vaker een voltijdbaan dan Nederlandse vrouwen. 77 procent van de vrouwen in Zweden werkt fulltime, in Nederland is dat maar een kwart.
Maar Nederlandse vrouwen afschilderen als luie deeltijdsprinsesjes wil Boström helemaal niet. “Mannen en vrouwen werken bijna evenveel minuten per dag. Maar vrouwen doen de helft onbetaald. Vrouwen in Nederland doen veel meer aan mantelzorg en normale huishoudelijke taken dan mannen. Dat mensen hier parttime kunnen werken is iets moois, maar ik vraag me ook af, wat doet het met de financiële onafhankelijkheid van vrouwen? En wat gebeurt er als een stel uit elkaar gaat?”
Traktaties maken
Nu Boström samen met haar Nederlandse vriend zelf een zoon heeft waakt ze er dan ook voor dat niet alleen zij opdraait voor het onbetaalde werk. “Ik wil geen manager zijn van mijn gezin en ik wil evenveel blijven werken als mijn vriend. Alle kleine taakjes die in Nederland heel normaal zijn om als moeder op je te nemen, zoals het maken van traktaties en het klaarmaken van de lunch, doe ik niet. Ik ga niet meer doen dan mijn vriend. In mijn ogen is daar niks geks aan.”
In Zweden is het dan ook veel normaler om kleine kinderen vijf dagen in de week naar de opvang te brengen. “Hier wordt vaak gezegd, je kan niet fulltime werken en een kind hebben. De kinderopvang is duur, van lage kwaliteit en je bent dan een slechte ouder,” aldus Boström .
Nu haar eigen kind naar de kinderopvang gaat is ze er eigenlijk heel blij mee en ziet ze dat haar kind het prachtig vindt. Ze zou er zelf dan ook geen moeite mee hebben om haar kind de hele week naar de opvang te brengen zodat ze zelf kan werken. Want worden zoals de gemiddelde Nederlandse vrouw, wil ze niet: “Toen ik hier een tijdje woonde en ik me begon te realiseren wat de positie is van vrouwen in de verdeling van tijd, werk, zorg en inkomen, begon ik me wel zorgen te maken. Ik vroeg me af: moet ik ook drie dagen gaan werken? Word ik ook financieel afhankelijk van mijn partner? Natuurlijk, ik ben een individu. Maar als er een bepaalde structuur is in een samenleving, dan is het denk ik naïef om te denken: ik ben daar geen onderdeel van.”