Jongeren maken zich minder druk om het klimaat dan in eerdere jaren, blijkt uit Ipsos-onderzoek. Over juist dat gebrek aan urgentie maakt Nina Joziasse (20), student politicologie, zich zorgen. “Het lijkt alsof er niets aan de hand is, maar dat klopt niet.”
“We horen steeds minder over klimaatverandering, in de media en bij het (demissionaire, red.) kabinet. Het lijkt inmiddels alsof er niks aan de hand is”, zegt Nina. Ook jongeren lijken zich minder zorgen te maken over klimaatverandering dan in voorgaande jaren. In 2023 vond 61 procent van de 18- tot 24-jarigen dat het kabinet meer moest doen, nu is dat nog maar iets meer dan de helft: 54 procent.
Deel jouw verhaal
“Dat jongeren zich minder druk maken om klimaatverandering, ligt denk ik aan de huidige politieke samenstelling. Daardoor wordt het klimaat gewoon niet meer besproken, alsof het een non-issue is. De media volgen klakkeloos de agenda van de politieke meerderheid, zonder deze in twijfel te trekken.” Er is volgens Nina geen reden tot minder zorgen. Integendeel: het laatste decennium was het warmste ooit gemeten, benadrukt ze.
‘Door River Phoenix ben ik veganist’
In de beginperiode van de coronacrisis, met alle lockdowns van kracht, scrolt Nina door haar Instagram-feed. Ze klikt een filmpje aan uit de jaren '90, van de inmiddels overleden acteur River Phoenix. Een uitgesproken veganist, net als zijn jongere broer Joaquin Phoenix. “Dat heeft mij enorm geïnspireerd en sindsdien ben ik ook veganist. Het is totaal onhoudbaar om zoveel dieren te houden en dan hun lijken op te eten”, vindt Nina.
Ze wijst naast het dierenleed, ook op de enorme impact die de veeteelt heeft op het klimaat. Iedere dag worden er in Nederland naar schatting 1,7 miljoen dieren geslacht. In 2023 stoot de landbouw zo'n 25 Megaton CO2 uit, goed voor 17 procent uitstoot van broeikassen. “De helft van ons land staat in dienst van de dierenindustrie, wat vervolgens weer een belangrijke oorzaak is van ons stikstofprobleem. Die impact is gigantisch.”
Studie politicologie om verschil te maken
Inmiddels studeert Nina politicologie aan de Universiteit Leiden. “Op die manier wil ik begrijpen hoe machtsstructuren werken en in elkaar steken. En ik volg ook vakken in retorica, want woorden zijn wapens. Zo gebruiken landbouwlobbyisten termen als gewasbeschermers, in plaats van gif. Dat doen ze om te verdoezelen dat pesticiden ons water en onze grond vergiftigen. Dat wil ik later, met mijn studie, kunnen blootleggen.”
Voor Nina is het kapitalisme de grote boosdoener. “We zien alleen maar dollartekens wanneer we kijken naar, bijvoorbeeld, een boom. Als we dat tot in den treuren blijven doen, zal er uiteindelijk geen enkele boom meer overblijven. Het wordt tijd dat we stoppen met geld als maatstaf te nemen om waarde toe te kennen aan alles wat we om ons heen zien.”
‘Geef natuur ook rechten’
In 2017 kreeg een Nieuw-Zeelandse rivier dezelfde juridische rechten als een mens. Sindsdien vormt de ‘Whanganui-rivier’, die dwars door Maori-gebieden kronkelt, de inspiratie voor veel milieuorganisaties om de natuur ook rechten te geven. “Dat vind ik heel goed”, zegt Nina. “Geef natuur ook rechten. Al bescherm je zo individuele bomen of riviertjes tegen de impact van het kapitalisme. Op die manier kunnen we zoveel mogelijk binnen dit systeem redden wat er te redden valt.”
Nina heeft een duidelijke boodschap aan de beleidsmakers en politici in Den Haag: “Bedenk dat alles samenhangt: natuur, de dieren en het klimaat. Het heeft geen zin om iedere crisis los aan te pakken. Tegelijkertijd is dit alles symptoombestrijding als je het probleem niet bij de wortel aanpakt, want de kern is ons kapitalistische systeem. Dat durft nu geen enkele (groene) partij expliciet te benoemen.”