Kort na de geboorte was al duidelijk dat Julia geen gewone slechte slaper was. Thomas: “We waren na een paar dagen al helemaal kapot. Ik had al heel snel door dat dit het driedubbele is van wat normaal is. Ze huilde elke dag van 6 tot 12 ’s uur avonds.”
Julia (1) en haar ouders hebben inmiddels al een heel leger aan professionals voorbij zien komen om de slaapproblemen te lijf te gaan. “Het consultatiebureau, de huisarts, vier verschillende kinderartsen, 2 slaapcoaches, night nannies, gezinscoaches, orthopedagogen en een kinderfysio.” En nog steeds zijn de slaapproblemen niet helemaal weg. “Het ging de laatste 3 maanden wel goed. Nu sinds de zomertijd, merk je dat ze weer in de war is.”
“Het is logisch dat we van ouders verwachten dat die dit zelf moeten oplossen, alleen ben je daar op dat moment niet toe in staat”, vindt Thomas. Als hij voor advies bij de ene na de andere professional belandt, blijkt dat er geen enkele consensus is over de juiste aanpak. Thomas: “Iedereen zegt wat anders. Je denkt dat er ze ervoor gestudeerd hebben en toch kan je bij iedereen een andere mening en aanpak voorgeschoteld krijgen.”
De eerste 2 weken na de geboorte ging het nog wel met kraamhulp en familie die bijsprong. “Ze sliep toen bij ons en we wisselden dat af.” Maar al voor de eerste afspraak met het consultatiebureau ging het niet meer. Via het consultatiebureau komen Thomas en zijn vriendin in contact met onderzoekers van het Amsterdam UMC waar wordt geëxperimenteerd met een bed dat beweegt en het geluid van een baby in de baarmoeder nabootst. Even gaat het wat beter, tot ook dat niet meer helpt.
Tegenstrijdige adviezen
Inmiddels huilt Julia dan zo’n 7 uur per dag en groeit ook de angst dat er misschien medisch wat mis is. Maar een kinderarts sluit dat uit. Via het consultatiebureau belandden ze bij een bedrijf met kinderslaapcoaches met een verpleegkundige achtergrond. Toch loopt ook dat stuk. De slaapcoaches constateren dat de baby reflux zou hebben (spuugreflex) en medicijnen moet krijgen, maar een eerder geconsulteerde kinderarts had dat juist uitgesloten.
Ook willen de slaapcoaches dat het speciale bed de deur uit gaat, omdat de baby zelf moet leren om in slaap te komen. “Dat was heel erg bedreigend. Dat bed had een klein beetje geholpen en dan willen zij het enige waarvan jij denkt dat het nog een beetje heeft geholpen, afnemen.” Na 5 dagen trekken de slaapcoaches door verschil in inzichten de stekker eruit en stoppen met de slaaptraining.
Totaal gesloopt
“Daarna was het maandenlang drama. Ze sliep overdag bij ons in de draagzak en we liepen eindeloos rondjes. Elke 30 minuten was ze weer wakker.” Soms ging Thomas, ten einde raad, met Julia rondjes in de auto rijden over de snelweg. “Maar na een paar dagen weet je ook wel dat dat onverstandig is.” De slaapproblemen van Julia krijgen ondertussen steeds meer effect op Thomas en zijn vriendin. “Je bent op een gegeven moment zó gestrest. Het gaat gewoon 24 uur per dag door”, vertelt hij. “Als je het rationeel bekijkt dan klinkt het allemaal heel heftig, overdreven en gek, maar je zit in een situatie waar je totaal gesloopt bent. Je doet dingen waarin je jezelf niet meer in herkent. Je hebt alleen maar ruzie met elkaar en je wordt zelf eigenlijk ook onderdeel van het probleem.”
Voor een time out om hen te ontlasten en om Julia’s slaapgewoontes te doorbreken belandt zij in het ziekenhuis. Maar ook daar merkt Thomas: “Iedere verpleegkundige heeft een eigen visie, aanpak en benadering van de ouders. Er zit geen duidelijk herkenbaar plan van aanpak achter.” Helpen doet de ziekenhuisopname wel enigszins. “Daarna heb ik haar nooit meer ’s avonds in de draagzak gehad. Maar na een maand werd ze ziek en dan val je weer een beetje terug, want de begeleiding is niet heel langdurig.”
Radeloos
Uiteindelijk brengt een slaapprogramma van weer een andere kinderslaapcoach de oplossing. Het principe daarvan is dat je geleidelijk steeds meer afstand neemt van het kind bij het inslapen. Thomas: “Je gaat de eerste 3 dagen naast het kind zitten tot ze slaapt, daarna 3 dagen op 2 meter afstand. En daarna in de deuropening en op de gang.” Na 2 weken zou je als ouders helemaal uit beeld moeten zijn bij het inslapen. Volgens Thomas is het niet zozeer de methode zélf die succesvol is. “Mijn conclusie achteraf is dat het eigenlijk helemaal niet zoveel uitmaakt wat je doet. Het gaat er alleen maar om dat je iets consequent doet en dat volhoudt. Ook als het in het begin slechter gaat.”
Slaapcoaches zouden wat Thomas betreft helemaal niet nodig zijn als de reguliere zorg de slaapproblemen doortastender zouden aanpakken. “Je bent echt gewoon radeloos en je hebt het even nodig dat iemand 2 weken tegen je zegt: ‘doe dit en doe dat’. Probleem is dat niemand de regie pakt.” Het consultatiebureau zou wat hem betreft dé plek zijn met alle kennis over beschikbare trajecten en hulpverleners. “Zij willen wel helpen als je aandringt, maar er is daar niemand die je bij de arm neemt. Terwijl het een probleem is dat heel veel voorkomt.”
De naam van Thomas is op zijn verzoek gefingeerd.