Slapeloze kinderen, radeloze ouders
“Geef hem gewoon nog een flinke fles pap om 11 uur ‘s avonds.” “Na één nacht inbakeren sliep die van ons perfect!” “Je moet je baby absoluut wel/niet laten huilen.” Als je kind slecht slaapt, heeft iedereen een goedbedoeld advies. Jonge ouders zien vaak door de bomen het bos niet meer en zijn aan het einde van hun latijn omdat het slaapgebrek zijn tol eist. Wij willen weten hoe het zit met de zorg in Nederland rondom kinderen met slaapproblemen. Bij wie kan je terecht als je kind niet slaapt? Wat vond je van de hulp van het consultatiebureau, de slaapcoach of op de slaappoli? Hoe navigeer je als vermoeide ouder tussen alle tegengestelde adviezen? En wat zou er moeten gebeuren om jonge ouders beter te ondersteunen?
Soms worden ouders maandenlang iedere 45 minuten wakker gemaakt of zijn ze iedere nacht urenlang in touw met hun kind. Slecht slapende kinderen zijn van alle tijden maar de samenleving is veranderd: in de meeste gevallen moeten beide ouders de volgende dag gewoon naar hun werk en kan de moeder overdag niet bijtanken tijdens een dutje.
Pasgeboren baby’s slapen zelden de hele nacht door. Uit Nederlands onderzoek blijkt dat als baby’s 6 maanden oud zijn, 1 op de 10 ouders het slapen als een probleem ervaart. Als kinderen 1,5 jaar zijn is dat cijfer iets gedaald naar 8 procent. Slaapproblemen komen dus veel voor. Naast de gevolgen voor het kind – goede slaap is belangrijk voor de ontwikkeling – zijn ook de ouders de pineut. Jonge ouders die niet slapen functioneren minder goed: ze kunnen minder goed nadenken, hebben minder geduld en zijn minder alert; bijvoorbeeld op de weg. Niet-slapen heeft hoge persoonlijke, economische en maatschappelijke kosten. Is hier een oplossing voor?