Ouders met slecht slapende jonge kinderen nemen steeds vaker hun toevlucht tot een kinderslaapcoach omdat zij zich onvoldoende geholpen voelen in de reguliere jeugdgezondheidszorg. Ouders vinden de adviezen van consultatiebureaus vaak ontoereikend en achterhaald. Orthopedagogen, jeugdartsen en somnologen (slaapgeneeskundigen) wijzen op de mogelijke risico’s door het ontbreken van kwaliteitscontrole op slaapcoaches en slaapcoach-opleidingen.
Het aantal kinderslaapcoaches is de afgelopen jaren geëxplodeerd. Op basis van gesprekken met kinderslaapcoachopleiders, kinderslaapcoaches, gegevens van de Kamer van Koophandel en Instagram tellen wij minstens 100 geregistreerde kinderslaapcoaches. In werkelijkheid zijn het er meer. Sinds de komst van 2 Nederlandse opleidingen zal dat aantal nog flink stijgen. In 2016 was er nog maar één kinderslaapcoach.
Kinderslaapcoaches, vaak moeders die zelf ook getobd hebben met zeer slecht slapende kinderen, hebben doorgaans een parttime online opleiding gevolgd in Nederland of buitenland, variërend van enkele dagen tot circa een jaar. Kinderslaapcoach is geen beschermde titel, er is geen landelijke registratie van slaapcoaches en er worden geen kwaliteitseisen gesteld aan slaapcoaches en opleidingen.
Wildgroei
Sommige ouders voelen zich goed geholpen door de adviezen van een slaapcoach, anderen niet of nauwelijks. Moeder Jamie Vrolijk-Van Beekum: “We zijn inmiddels een paar honderd euro armer, heel veel tips rijker, maar zonder veel succes.” Kinderneuroloog en somnoloog Sigrid Pillen: “Ik heb wel eens gezien dat adviezen gegeven zijn die eigenlijk niet aansloten bij het kind. Dat er een te vroege bedtijd geadviseerd werd, waardoor een kind alleen maar langer wakker lag en de slaapproblemen alleen maar erger werden.” Ook kindercoaches zelf zien risico’s bij de huidige wildgroei aan kinderslaapcoaches. Susanne Willekes, kinderslaapcoach van het eerste uur, pleit voor regulering en een algemene beroepsvereniging die kijkt naar opleiding, achtergrond en kwaliteit.
Uit Nederlands onderzoek blijkt dat 10 procent van de ouders met een baby van 6 maanden slaapproblemen ervaart. De impact van slaapproblemen bij jonge kinderen lijkt toe te nemen, omdat de maatschappij steeds drukker wordt en veel ouders allebei werken. Ernstige kinderslaapproblemen worden vaak gebagatelliseerd door de omgeving en ouders voelen zich vaak ook in de kou staan binnen de reguliere jeugdhulpverlening.
Onbewezen slaapmethodes
Op dit moment moeten radeloze ouders het in de reguliere zorg vaak doen met de aanbevolen slaapmethodes uit de richtlijn ‘Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen’ van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid. De behandelopties zijn echter beperkt omdat de richtlijn zich alleen baseert op slaapmethodes die volgens wetenschappelijk onderzoek bewezen effectief zijn, zoals de door consultatiebureaus aanbevolen methode om jonge kinderen vanaf 6 maanden gecontroleerd te laten huilen. Volgens de GGD’en overigens ‘geen standaard advies van het consultatiebureau’.
Volgens Pillen vinden ouders deze ‘laten huilen-methode’ tegenwoordig ‘heel heftig en niet prettig’. Ouders wijken ook daarom uit naar kinderslaapcoaches die andere slaap-methodes aanbevelen die nog niet wetenschappelijk onderzocht zijn. Pillen: “Waarvan we ook niet precies weten hoe goed ze werken, maar die wellicht wel beter aansluiten bij wat ouders prettig vinden om te doen.” Maar volgens Pillen schuilt er ook een risico in het inhuren van duurbetaalde kinderslaapcoaches zonder medische of pedagogische achtergrond.
De GGD’en laten weten dat momenteel onderzocht wordt ‘hoe we ouders nog meer en beter kunnen begeleiden’.
De uitzending ‘Slapeloze kinderen, radeloze ouders’ is zondag 22 mei te zien op NPO2 om 22:10 uur.