Voor ons onderzoek Burenoverlast spreken we met Marnix Norder voorzitter van Aedes, vereniging van woningcorporaties in Nederland. We vragen hem wat corporaties doen tegen huurders die ernstige overlast veroorzaken. ‘Een deel van de overlast in Nederland zullen we met elkaar moeten accepteren’, vindt Norder.
‘Wat je moet zien is dat er allemaal vormen van overlast zijn, allerlei gradaties en manieren. De vraag is: hoe ga je ermee om? Het is balanceren. Wat voor een type overlast is het? Hoe hanteerbaar is het? Versus: wat als ik die man of vrouw op straat zet? Wat gebeurt er dan?’
Huisuitzetting versus ingrijpen
Het is een herkenbaar dilemma voor woningcorporaties: is huisuitzetting uiteindelijk de oplossing, of is het op een andere manier mogelijk de overlast binnen de perken te houden zónder naar zo’n rigoureus middel te grijpen?
Norder: ‘Een huurder die zich op een of andere manier niet aan de afspraken houdt, kan je daarop aanspreken. Daar kun je een aantal stappen in zetten. Zodat het helder wordt dat het niet acceptabel is wat hij doet en dat het niet acceptabel is voor de omgeving. Dat kan er op een geven moment toe leiden dat je iemand uit het huis zet. Je zal dat moeten afwegen, want een extra dakloze lost ook niets op. Die afweging is hartstikke lastig.’ Uitzetten vindt hij ‘een zware afweging’. ‘Dan heb je een maatschappelijk probleem, dat je ook weer moet gaan oplossen.
‘Er zullen ook corporaties zijn waar fouten worden gemaakt, maar wat ik over het algemeen zie, is dat de corporatie welwillend is om een oplossing te zoeken’, vertelt Norder. 'Ik merk dat heel veel corporaties een vrij pittig beleid hebben hierin, met name de stedelijke corporaties. Op het moment dat je een paar keer gedrag vertoont en op basis daarvan (van het beleid van de corporatie, red.) je gedrag niet aanpast, hangt je uiteindelijk huisuitzetting boven het hoofd.’ Maar huisuitzetting betekent niet dat het probleem is opgelost, vindt Norder. ‘Omdat iemand gaat zwerven en misschien elders agressief gedrag vertoont.’
Norder: ‘Je kunt als corporatie iemand op de overlast aanspreken. Maar op het moment dat iemand psychisch gestoord is, zware verslavingsproblematiek heeft, agressief gedrag vertoont, dan is dat uiteindelijk iets van de politie, van justitie, van de GGZ-instelling om er iets aan te doen.'
De irritatie bij corporaties en bij mij is dat die instanties heel vaak alleen maar komen opdraven als er drie, vier keer wordt gebeld door een huismeester.
'Of, dat de verantwoordelijkheid weer wordt overgedragen naar een ander. En uiteindelijk zit het portiek en die buurman met een probleem dat niet goed wordt opgepakt.’
Toch weer tien biertjes
Norder: ‘Zorg, welzijn, maar ook bijvoorbeeld verpleging, zijn zaken die uiteindelijk instanties moeten oppakken, zoals een wijkverpleegkundige of een welzijnswerker. Je moet de verantwoordelijkheid wel leggen waar die ligt. Wij zijn verantwoordelijk voor het verhuren van de woning. Vier muren, een dak, een voordeur. Dat is de essentie.
'Het welzijn en welbevinden van mensen, dat is onze taak niet. Wij hebben er ook geen mensen voor.'
'De hulpverlening ligt echt bij andere instanties. De gemeente moet dat coördineren, maar dat gebeurt lang niet altijd. Ik vind dat heel vaak een onterechte coördinerende rol bij een huismeester (van de corporatie, red.) wordt neergelegd.’
Maar wat doet een coöperatie dan zelf wel aan het probleem? Volgens Norder is de rol van corporaties beperkt: ‘Neem een alcoholist. Je hebt een goed gesprek op het moment dat hij nuchter is.'
Een paar uur later zitten er toch weer tien biertjes in en vertoont hij het gedrag waarvan hij had beloofd dat hij het nooit meer zou doen.
'Heel veel andere oplossingen heb je niet als corporatie, dan een paar keer een goed gesprek. En wat doe je dan? Die man moet geholpen worden met zijn verslaving en dan wordt het een leefbare situatie. Zo niet dan zal je uiteindelijk iemand moeten uitzetten.’
Overlast neemt toe
De vraag hoe je overlast kunt aanpakken, wordt steeds urgenter. Burenoverlast neemt de afgelopen jaren toe, vooral in wijken met veel sociale huurwoningen, blijkt uit onderzoek van onderzoeksbureau RIGO (2018). Volgens de onderzoekers hebben bewoners in buurten die voor het merendeel uit sociale huurwoningen bestaan, gemiddeld vier keer meer psychische problemen dan in wijken zonder sociale huurwoningen. En in deze buurten neemt ook de overlast toe.
‘Na 5 uur geen oplossing’
Vaak springen hulpverlenende organisaties op een goede manier bij, maar niet altijd, vindt Norder. ‘Zelfs niet als die welwillende buurman klaagt en klaagt. Die situaties zijn er, helaas!’ Waar gaat het dan mis? Norder: ‘Omdat het hulpverlenende team dat er omheen staat niet goed gecoördineerd wordt, niet goed georganiseerd wordt. Dan staat zo’n woningcorporatie ook met lege handen.’
En wat is het gevolg daarvan? ‘Als iemand meerdere problemen heeft, dat de bal ergens blijft liggen tussen de diverse mensen die het zouden kunnen oppakken en uiteindelijk de buurman en het portiek ermee blijft zitten. En dat vinden we ontzettend vervelend. Wat wij bijvoorbeeld zien is dat de hulpverlener van negen tot vijf werkt. En dat er na 5 uur geen oplossing is. Als het niet in het straatje past, dan wordt het niet opgepakt.’