Gaat de spoedeisende hulp kopje onder in de patiëntenstroom? Die vraag onderzoeken we in ons nieuwe dossier Spoedzorg . Landelijke cijfers over ingrijpende beslissingen als opnamestops zijn er niet en dus maken we een rondgang langs ziekenhuizen en de regionale netwerken op gebied van acute zorg. Herkennen zij het beeld dat hun collega’s in Amsterdam en Flevoland schetsen, waar spoedeisende hulp-afdelingen van ziekenhuizen (SEH) steeds vaker hun poorten moeten sluiten?

We volgen de signalen die we krijgen van tipgevers, zoals Yvon Oudenaarde. In een eerder artikel beschreven we hoe zij enkele angstige uren doorbracht op de spoedeisende hulp van de Isala Kliniek in Zwolle. Ondanks dat ze met ernstige hartritmeklachten was doorverwezen door haar cardioloog, wordt ze pas na zes uur door een SEH-arts gezien. Het personeel was volgens Yvon zo druk dat de afdeling tijdelijk gesloten moest worden.

Komt dat vaker voor in het oosten? Voorlichter Astrid Nauta heeft een paar dagen nodig om uit te zoeken wat er is gebeurd. Ze laat weten dat ze op de ervaring van tipgever Yvon alleen niet inhoudelijk kan reageren.

'We vinden het zeer spijtig dat mevrouw een naar gevoel heeft overgehouden aan de situatie die zich destijds heeft voorgedaan. In verband met privacyregels kunnen we daar niets over zeggen. Alleen de direct behandelende zorgverleners mogen namelijk het dossier van een patiënt inzien en met haar bespreken. Daarom nodigen we mevrouw van harte uit om in een persoonlijk gesprek haar verhaal toe te lichten, omdat wij er graag van willen leren en verbeteren.'

Dat het op de spoedeisende hulp en ook op eerste hart/long-hulp steeds drukker wordt herkent het Isala Ziekenhuis wel. Het ziekenhuis is om die reden een onderzoek gestart naar factoren, zoals vergrijzing en de krappere arbeidsmarkt, die mogelijk een rol spelen bij de in-, door- en uitstroom van patiënten. Van tijd tot tijd loopt de piekbelasting namelijk erg op, zoals bij de griepepidemie van afgelopen winter. In het eerste kwartaal van 2016 meldden zich volgens Nauta meer patiënten dan normaal op de spoedeisende hulp. Van een opnamestop is het volgens haar echter niet gekomen.

‘Vanwege onze regionale functie als traumacentrum is dat voor ons geen optie. Tijdens dat soort piekmomenten kan het voorkomen dat patiënten langer moeten wachten, maar onze medewerkers en artsen doen er dan ook alles aan om de juiste zorg te geven.’

‘tandje bijzetten’

Manager Gijs van Aken van het Netwerk Acute Zorg regio Zwolle, een samenwerkingsverband van ambulancediensten, ziekenhuizen en trauma-artsen, onderschrijft dit. Ambulancediensten in de regio kampen van tijd tot tijd wel met opnamestops, meer meestal zijn die van korte duur en vaak voor één bepaald specialisme. Nijpende situaties zoals in Amsterdam komen volgens hem niet voor, maar het is volgens van Aken wel noodzakelijk om te volgen hoe het fenomeen opnamestops zich ontwikkelt.

Van Aken: ‘We zien de knelpunten die zich met name in het westen van het land voordoen wel al enige tijd aankomen en hebben om die reden hier ook wel maatregelen genomen om dat voor te zijn. Bijvoorbeeld door extra inzet van speciale SEH-artsen. Je moet ook niet vergeten dat het sluiten van een ziekenhuis hier enorme impact heeft op de rest van het zorggebied. Dat betekent dat ambulances dan moeten uitwijken naar Amersfoort of Lelystad, dus dat gebeurt ook niet zo snel. Daarmee wil ik niet zeggen dat ze daar in het westen lichtvaardig mee omgaan, maar de inrichting van de zorg is wel anders. We zien ook in de visitaties van spoedeisende hulp-afdelingen dat het personeel die extra piekbelasting, bijvoorbeeld door een griepgolf, zelf opvangt door toch een tandje bij te zetten.'

Of dit mogelijk wel gevolgen heeft voor de doorstroomtijden in de ziekenhuizen durft Van Aken niet te zeggen. Dat wordt volgens hem door ziekenhuizen individueel bijgehouden. Om beter zicht te krijgen op mogelijke trends wat betreft capaciteit wil het netwerk acute zorg ook gaan werken met het Acuut Zorgportaal, waarin opnamestops worden gemeld. Tot nu toe zijn alleen de meldkamers van Noord-Holland, Flevoland en Utrecht aangesloten op dit systeem.