Om te ontsnappen aan de krapte op de woningmarkt gaan mensen op zoek naar nieuwe mogelijkheden. In Rotterdam zijn ruim dertig vrijwilligers begonnen met het opzetten van Het Rotterdams Woongenootschap. Samen willen ze ‘comfortabele en betaalbare gezinsappartementen met duurzame kwaliteit, voor middeninkomens, in en rond de Rotterdamse binnenstad’ realiseren. Dat klinkt bijna te mooi om waar te zijn. Tijd voor een telefoongesprek met een van de initiatiefnemers: Peter Kuenzli.
Wat is een woongenootschap?
“Het is een nieuwe samenwerkingsvorm gebaseerd op lidmaatschap. Het is als een coöperatie, eigenlijk een hele oude samenwerkingsvorm waarbij de leden betrokken worden bij de ontwikkeling van het project en recht krijgen op een woning. We hebben hierbij niet zelf het wiel hoeven uitvinden want het is in landen om ons heen al een beproefd concept. Vooral de Zwitserse stand Zürich heeft voor ons als voorbeeld gediend.”
Waarom een woongenootschap?
“Coöperaties zijn in het verleden vaak ontstaan omdat de overheid en de markt het lieten afweten. Dat is ook nu zo voor de middengroepen op de woningmarkt in Nederlandse steden. Door de marktwerking en de tekorten zijn goede woningen niet meer te betalen voor middeninkomens zoals bijvoorbeeld van onderwijzers, verpleegkundigen en andere hulpverleners. Deze groepen worden eigenlijk steeds meer de stad uitgejaagd. Door samen een project te ontwikkelen zonder winstoogmerk en zonder speculatie verwachten we dat we woningen kunnen realiseren die op termijn zo’n twintig tot dertig procent onder de marktprijs liggen.”
Maar hoe wordt zo’n project dan gefinancierd?
“Zeventig procent van de bouwkosten zullen we langlopend moeten gaan lenen bij banken en andere instellingen. Dertig procent zal dus uit de coöperatie moeten komen en uit andere bronnen die leningen willen verstrekken met een looptijd van tien tot vijftien jaar. We proberen geld te lenen bij maatschappelijke instellingen tegen een redelijke rente. Dat kunnen bijvoorbeeld ondernemers zijn met een sociaal hart of kerkelijke instellingen. We merken dat die bereidheid er is.
Daarnaast leggen de leden – de toekomstige bewoners – woongeld in. In onze huidige opzet zal dit zo’n driehonderd euro per vierkante meter zijn die je gaat huren. Dus als je een appartement gaat huren van honderd vierkante meter zal je dertigduizend euro moeten inleggen. Maar als je aan minder ruimte genoeg hebt zal ook je woongeld minder zijn. Die inleg krijg je terug zodra je de woning weer verlaat.”
Waar moet zo’n project komen te staan?
“We streven ernaar om in en om de binnenstad van Rotterdam te realiseren. Het gemeentebestuur is op zich enthousiast over onze plannen en heeft ons in samenwerking met woningcorporaties geholpen aan drie mogelijke bouwlocaties. We moeten eerst die grond afkopen. Maar daar lopen we meteen tegen een groot knelpunt aan. Door de marktwerking en speculatie zijn de grondprijzen de laatste jaren flink gestegen. En nu is het in ons land zo geregeld dat in de grondprijs de toekomstige prijsstijging ervan wordt meegerekend. Die investering haal je er weer uit als je later gaat verkopen maar als coöperatie gaan we niet verkopen. Dus zijn we nu hard aan het lobbyen dat verkooprendement uit die grondprijs te halen.”
Wanneer hopen jullie de eerste sleutel te kunnen overhandigen?
“Eerst dachten we aan 2020 maar dat is mede door het obstakel van de grondprijzen niet haalbaar. Er is moed nodig bij de diverse overheden en instanties om verder te komen. Wij hopen in 2022 ongeveer honderd woningen en wooneenheden op te leveren op twee locaties rond de binnenstad van Rotterdam. Als ons dat lukt zijn we natuurlijk heel blij maar dat wordt nog wel spannend.”
Kijk hier onze uitzending terug over de Rotterdamse woningmarkt: