De lelieteelt is in Hof van Twente in opmars. Onder omwonenden leidt dat steeds vaker tot onvrede en onzekerheid. De Diepenheimse huisarts Luc de Vries (61) uitte zijn zorgen tijdens de gemeenteraad op 4 november. “Ik ben al 25 jaar huisarts in de Hof en maak mij grote zorgen over onbekende ziekten en aandoeningen die ernstig ziekmakend kunnen zijn”, stelt De Vries.
De Vries merkt in zijn praktijk in Diepenheim een toename van patiënten met klachten zoals vermoeidheid, pijn en onverklaarbare aandoeningen. "Het gaat vaak om langzaam ontwikkelende aandoeningen, waardoor patiënten lange tijd niet doorhebben wat er met hen gebeurt. Zelfs wanneer ze bij een dokter komen, is het vaak moeilijk om meteen vast te stellen wat er aan de hand is".
De Vries vermoedt dat deze klachten verband houden met blootstelling van patiënten aan bestrijdingsmiddelen, bijvoorbeeld in de groeiende lelieteelt in de regio. "Ik zie vaker aandoeningen aan het zenuwstelsel bij mensen die werken met pesticiden of in de buurt van landbouwpercelen wonen", aldus De Vries. “Al wordt die link door patiënten zelf vaak niet gelegd. Zodra ik mijn twijfel over het gebruik van bestrijdingsmiddelen op het land benoem, is er sprake van weerstand. Bijvoorbeeld van telers die zeggen: ‘Ja, maar mijn oom in de stad heeft ook kanker, en dat komt niet door pesticiden’.”
Moeilijk vast te stellen
Volgens de GGD is het onduidelijk hoe groot het gezondheidsrisico is voor omwonenden die worden blootgesteld aan bestrijdingsmiddelen. Een eerste onderzoek, Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden, onderzocht of mensen die dichtbij bollenvelden wonen in aanraking komen met deze middelen. De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat zowel telers als omwonenden van bollenvelden meer pesticiden binnenkrijgen dan anderen.
Hoewel de hoeveelheden onder de risicogrenzen liggen en geen directe gezondheidsrisico’s worden verwacht, is het onduidelijk wat het gecombineerde effect van verschillende bestrijdingsmiddelen is en wat dit precies betekent voor de gezondheid van omwonenden. Sinds 2023 loopt er een vervolgonderzoek. Dit richt zich op de vraag of mensen die dichtbij landbouwgrond wonen – en landbouwers zelf – vaker bepaalde ziektes ontwikkelen. Daarbij wordt onder andere gekeken naar de ziekte van Parkinson, COPD, leukemie bij kinderen en andere gezondheidsklachten. De resultaten van dit onderzoek worden pas in 2031 verwacht.
Rechtszaken
De zorgen over de gezondheidsgevolgen van bestrijdingsmiddelen, zoals die in de lelieteelt, reiken verder dan alleen de gemeente waar huisarts De Vries zijn stem liet horen. Door heel Nederland ontstaan rechtszaken tussen telers en burgers vanwege het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de bloembollenteelt. Zo verbood een rechtbank in mei het gebruik van pesticiden naast een woonwijk in Sevenum. De rechter oordeelde dat, hoewel de middelen zijn getest en goedgekeurd, er geen zekerheid is over de neurologische gevolgen op lange termijn. Experts wijzen namelijk op een mogelijke link tussen deze middelen en neurodegeneratieve aandoeningen zoals Parkinson, Alzheimer en ALS. Vooral buitenlandse studies, waar ook het RIVM en de Gezondheidsraad in hun rapporten naar verwijzen, suggereren zulke verbanden.
Imperken lelieteelt
Gezien het mogelijke verband tussen bestrijdingsmiddelen en ernstige ziekten, verwacht De Vries dat de gemeente Hof van Twente stappen onderneemt om de lelieteelt in te perken. “Met de nieuwe Omgevingswet heeft de gemeente de mogelijkheid om duidelijke grenzen te stellen aan de lelieteelt. Ze hoeven niet te onderhandelen over smalle groenstroken tussen velden en huizen. Het gif verspreidt zich immers via lucht en water, ongeacht die stroken”, zegt De Vries. “Lelies zijn voor de export, en wij blijven hier zitten met de vervuiling. Burgers betalen met hun gezondheid de rekening. Dat prijskaartje zit niet in de bloemen, maar wordt afgewenteld op de samenleving.”
Zorgvuldig
De gemeente Hof van Twente zegt de zorgen van De Vries en andere inwoners serieus te nemen, maar benadrukt dat zij zorgvuldig te werk moet gaan. “Wij zijn in gesprek met telers, grondeigenaren en omwonenden om tijdelijke afspraken te maken over bijvoorbeeld afstanden tussen percelen en gevoelige locaties zoals woningen en scholen”, zegt Wilco Pasman, beleidsmedewerker plattelandsontwikkeling bij de gemeente. Volgens Pasman zijn de gesprekken en tijdelijke afspraken een manier om de situatie beheersbaar te maken terwijl er aan een lange-termijnoplossing wordt gewerkt. “Momenteel zijn gesprekken en tijdelijke maatregelen de enige haalbare aanpak, maar wij erkennen dat structureel beleid noodzakelijk is. Wel willen wij daarbij transparant zijn richting inwoners en hen goed informeren over wat er speelt".
Hij benadrukt dat er nog geen wetenschappelijke consensus is over wat een veilige afstand precies is en dat deze verantwoordelijkheid niet alleen lokaal, maar ook op landelijk niveau moet worden genomen. “Zonder een solide wetenschappelijke basis kunnen we als gemeente geen goed onderbouwde en zorgvuldige keuzes maken”, stelt hij. Momenteel werkt de gemeente aan een omgevingsvisie, die eind 2025 wordt verwacht. Op basis daarvan zal in 2026 een concreet plan worden opgesteld.
Een bekend patroon
De zorgvuldige benadering van de gemeente voelt voor De Vries aan als een patroon dat hij maar al te goed herkent: “Dit heb ik eerder gezien in deze gemeente, met asbest", zegt hij. Hij herinnert zich de situatie van enkele decennia geleden, toen er in Goor (dicht bij Diepenheim) een grote asbestfabriek stond. De Vries werkte destijds als huisarts in die regio. “Ook toen waren er mensen die aandacht vroegen voor de gezondheidsrisico’s van in dit geval asbest, waaronder wetenschappers. Maar zij werden weggezet als ‘linkse activisten’”. De Vries verwijst hier naar de Nederlandse wetenschapper en bedrijfsarts Jan Stumphius, die al in 1969 waarschuwde voor de risico's van asbest.
Hetzelfde ziet De Vries dus gebeuren als het gaat om het gebruik van pesticiden in onder andere de lelieteelt. “Het patroon is hetzelfde: ontkenning, weerstand en vertraging, totdat het bewijs uiteindelijk onomstotelijk is. En ondertussen blijven mensen onnodig blootgesteld aan risico’s. De verantwoordelijkheid om de link tussen ziekten en pesticiden aan te tonen, ligt volledig bij burgers en professionals zoals wetenschapers en huisartsen". De Vries vindt dit niet rechtvaardig. "Het zou een gezamenlijke verantwoordelijkheid moeten zijn, waarbij de overheid de gezondheid van haar burgers op de eerste plaats zet.” Volgens De Vries is het belangrijk dat er nu wel sneller wordt gehandeld. “We mogen niet wachten tot het te laat is, zoals bij asbest. De gezondheid van mensen moet vooropstaan.”
Bekijk hieronder de uitzending van Pointer over bestrijdingsmiddelen in de lelieteelt terug: