Stel, je woont sinds een aantal jaar in een gloednieuwe, groene wijk, grenzend aan de Waal. Op een dag open je de krant en zie je een artikel over windturbines die vlakbij je huis geplaatst moeten worden. Je begint te googelen en gaat het gesprek aan met anderen uit de wijk. Zij zijn verbaasd, omdat hen bij de koop van hun nieuwbouwhuis niets is verteld. ‘Dat was echt een overweging geweest of we wel of niet dat huis zouden kopen. Misschien hadden we dan van de koop afgezien’, aldus Cas Bakker uit de wijk Koningsdaal in Nijmegen.

Gemeente Nijmegen is dit jaar Green Capital van Europa, wat betekent dat ze door de Europese Commissie is verkozen tot voorbeeldstad op het gebied van verduurzaming. Bij haar doelstellingen op dit gebied hoort onder andere de realisatie van zestien windturbines voor 2045. Twee van deze windturbines komen op het terrein van de voormalige kolencentrale van energiebedrijf ENGIE, die in 2015 sloot.

Onduidelijkheid over de plannen

Al in 2013 was de gemeente actief op zoek naar mogelijke locaties voor windenergie, waaronder ook bij ENGIE. Toch waren burgers slecht op de hoogte van de plannen. De berichtgeving in de media over de twee windturbines begon pas eind 2017, bij de vergunningaanvraag, en dat levert veel kritiek op uit de omgeving, zoals in het naastgelegen dorp Weurt. Ine van den Heuvel van Kerngroep Windmolens Weurt laat weten dat ze als bewoner in november 2017 voor het eerst werd ingelicht over de windturbines. Toen werden de plannen van ENGIE gepresenteerd op het Kronenburger Forum, een platform voor belanghebbenden op het gebied van milieu in Nijmegen-West. Op dat moment ging de communicatie van start, onder andere met brieven die huis aan huis verspreid werden. ‘In die brief kwam het konijn uit de hoge hoed’, vertelt Van den Heuvel. Vooral de bewoners van de Weurtse wijk Rozenburg en de Nijmeegse wijk Koningsdaal uiten hun verontwaardiging. Bij de realisatie van deze nieuwbouwwijken in 2014 en de verkoop in 2016 werd aan de huizenkopers niet duidelijk gemaakt dat er concrete plannen waren voor windturbines ongeveer 450 meter verderop. Cas Bakker woont sinds februari 2017 in Koningsdaal. ‘Toen wij tekenden, ergens in 2016, is ons absoluut niet verteld wat de plannen waren van ENGIE’, vertelt hij.

Gemeente Nijmegen en provincie Gelderland hebben een procesregisseur aangesteld om de samenwerking tussen ENGIE, de gemeente en de provincie in goede banen te leiden. Deze procesregisseur, Mirte van der Vliet, heeft begrip voor de frustraties: ‘Eigenlijk is de communicatie pas goed en wel op gang gekomen toen de vergunningsaanvraag al was ingediend’, vertelt ze. Deze vergunningsaanvraag was eind 2017. In 2013 werd het ENGIE-terrein voor het eerst genoemd als mogelijke locatie voor windturbines in een Quickscan windenergielocaties van provincie Gelderland. Sindsdien hadden bewoners en toekomstige huiseigenaren dus al kunnen weten dat er mogelijk windmolens gebouwd zouden worden. Vraag is wel of je als gemeente of energiebedrijf omwonenden niet in een eerder stadium actief moet informeren en betrekken bij het proces.

Van der Vliet: ‘Persoonlijk denk ik dat het beter was geweest als de omgeving eerder had kunnen meedenken over bijvoorbeeld de precieze locatie van de molens.’ Ze maakt ook een kanttekening. ‘Zowel de koper als verkoper hebben de plicht om zich van te voren goed in te lezen. Niet alle informatie ligt nu eenmaal in een kant-en-klare brochure.’

Eigen verantwoordelijkheid

Mart, een van de buurtbewoners in Weurt, heeft actief navraag gedaan toen hij twee jaar geleden zijn huis kocht in de wijk Rozenburg. ‘Toen heb ik gemeente Nijmegen, gemeente Beuningen en de provincie gebeld, want ik wist dat er een energiebestemming voor het terrein was en dat de centrale weg zou gaan. Ik heb nooit gehoord dat daar windturbines zouden komen. Ik denk eigenlijk dat als ik het niet in de media had gelezen, dat ik het nog niet had geweten.’ Pas toen de Gelderlander berichtte over de turbines, in december 2017, werden de plannen bij de meeste omwonenden bekend.

Freico Amberg, woordvoerder van de gemeente Nijmegen, zegt dat de koper zelf verantwoordelijk is om zich in te lezen voordat hij voor een huis tekent. Hij vertelt dat na het sluiten van de kolencentrale in 2015 duidelijk werd dat er een visie ontwikkeld zou worden waar duurzame energie centraal staat. Dat verscheen in regionale media als De Gelderlander en Omroep Gelderland. Amberg: ‘Het was al bekend dat op het ENGIE-terrein duurzame energie opgewekt zou worden, in welke vorm dan ook. In de media is hier aandacht voor geweest, maar het exacte plan moet rond zijn voordat je daarover kan communiceren.’ Huiseigenaar Mart vertelt dat hij bij het kopen van zijn huis navraag deed bij gemeenten en de provincie, waarbij hem niet werd verteld over de plannen. Het was inderdaad bekend dat er een duurzame invulling zou komen bij ENGIE, maar over de vorm was nog niets in de media te lezen. De gemeente Beuningen geeft aan dat ze het vreemd vindt dat Mart niet op de hoogte is gesteld, maar dat de verantwoordelijkheid niet bij haar ligt omdat de turbines op Nijmeegs grondgebied komen. Mart en andere bewoners voelen zich bedrogen en zitten nu vast aan hun koopwoning.

In het vervolg willen ENGIE en de gemeente de omgeving meer bij het proces betrekken. ‘ENGIE heeft de afgelopen maanden veel energie gestoken in het informeren van bewoners uit omliggende wijken’ zegt procesregisseur Van der Vliet.

Geluid, aanzicht en slagschaduw

Naast bezwaren tegen de communicatie, zijn er vanuit omwonenden ook bezwaren tegen de windturbines zelf. Hun belangrijkste bezwaar is geluidsoverlast. Alle woningen rondom het ENGIE-terrein vallen binnen de norm van 47 decibel aan geluid. Maar bewoners maken zich vooral zorgen om een vermeende constante brom die van windturbines komt. Zoals Mart het verwoordt: ‘Een constant aanwezig geluid. Ik denk dat ik me kapot zou ergeren op een gegeven moment.’

Ook zijn er zorgen over het effect op slaap en psychische gezondheid. Of de lage bromtoon daadwerkelijk een negatief effect op de gezondheid heeft, wordt nog betwist. Wat wel duidelijk is, is dat mensen die van tevoren het gevoel hebben dat windturbines afbreuk zullen doen aan de leefomgeving, ook daadwerkelijk meer hinder ervaren, zoals misselijkheid, slaapproblemen en hoofdpijn, blijkt uit een rapport van het RIVM uit 2013. De klachten zijn dus erg subjectief, maar dat maakt ze niet minder werkelijk.

Voor de inwoners uit Koningsdaal is het aanzicht van de turbines ook een heikel punt. ‘Ik vind het geen gezicht als die dingen hier boven onze prachtige mooie wijk uitsteken’, vertelt Cas Bakker.

Slagschaduw is het derde en laatste punt van zorg. Wanneer de windturbines constant draaien, wordt de norm overschreden. Volgens deze norm mag er maximaal 17 dagen per jaar 20 minuten lang slagschaduw vallen op woningen die binnen twaalf maal de rotordiameter vallen. Door middel van een stilstandregeling moet dit worden voorkomen. Afhankelijk van hoe hoog de turbines worden, moet deze stilstand ruim 50 tot 70 uur per jaar bedragen, berekende adviesbureau Bosch & Van Rijn begin dit jaar. Deze regeling zorgt voor minder uren slagschaduw, maar neemt deze niet geheel weg.

Alternatieven

In de ogen van veel bewoners zijn de gemeente en ENGIE te veel op wind gericht. Zij zien graag dat er naar andere vormen van duurzame energieopwekking wordt gezocht. Zelf zien ze meer in bijvoorbeeld geothermie (aardwarmte) of waterkracht, aangezien het ENGIE-terrein aan de Waal ligt.

Michael Verheul, woordvoerder van ENGIE, zegt dat er onderzoek wordt gedaan naar andere vormen van energieopwekking in het kader van duurzame herontwikkeling van het terrein. Hieronder valt ook een zonnepark, waarvan de uitbreiding deze zomer start. Welke vormen van energieopwekking er nog meer op het terrein komen, is nog niet bekend

Lokaal onderzoek

Dit artikel is geschreven door Fleur Bubbert en Jorien Tromp, studenten journalistiek van de Christelijke Hogeschool Ede, in samenwerking met De Monitor. Bubbert en Tromp hebben voor De Monitor lokaal onderzoek gedaan naar de verduurzaming van de energievoorziening in gemeenten en de mogelijke problemen die daarbij ontstaan.

Makers