Agenten hebben in de eerste zes maanden van 2018 5.829 keer geweld moeten toepassen bij het staande of aanhouden van verdachten. In 833 gevallen was daar een vuurwapen van de politie bij betrokken. Dat blijkt uit cijfers die De Monitor bij de politie heeft opgevraagd. Voor ons onderzoek naar politiegeweld zetten we de cijfers voor je op een rij.
Leestijd: 1 min.
Omgerekend komt dat neer op 32 incidenten per dag. Zodra agenten geweld moeten gebruiken tijdens hun werk - variërend van vuurwapen tot fysiek geweld - moet zo’n geval worden vastgelegd in een registratie. Jaarlijks wordt tussen de 12.000 en 15.000 keer geweldgebruik van agenten geregistreerd.
In 2017 werd in het hele jaar nog 12.426 keer geweld door agenten toegepast. Een jaar daarvoor gebeurde dat 13.529 keer. Omdat de cijfers momenteel niet eenduidig worden geregistreerd, zijn vergelijkingen met regio’s onderling niet mogelijk.
Een onderverdeling naar geweldsmiddelen is wel mogelijk. In de eerste helft van dit jaar hebben agenten 333 keer een vuurwapen gebruikt. Dat is onder te verdelen in gericht schieten (22 keer), een waarschuwingsschot (29), een vuurwapen enkel richten (500), het vuurwapen in de hand nemen (187), en overige vuurwapen-incidenten (95 keer).
Verder is er 85 keer een politiehond ingezet, is er 156 keer een wapenstok gebruikt en is pepperspray 458 keer toegepast. Het omdoen van handboeien, toepassen van fysiek geweld en geweldstechnieken (zoals de nekklem) is 4.297 keer gedaan.
Stelselherziening
Vanaf 15 januari 2019 wordt de registratie van politiegeweld op de schop gegooid. In 2013 constateerde de Nationale Ombudsman al dat de melding, registratie en toetsing van geweldstoepassingen niet helder en eenduidig plaatsvindt. Een eenheid in het noorden van Nederland kan beoordelen dat een incident met een politiehond bijvoorbeeld niet hoeft te worden vastgelegd, terwijl dat in een andere plek wel zou gebeuren. Het doel is om vanaf volgend jaar wel eenduidig te registreren.