We gaan stoppen met het gas uit Groningen, en dus wordt windenergie steeds belangrijker. Maar de provincie Friesland is niet enthousiast over windenergie, tot onbegrip van een klein dorp onder Leeuwarden.

Henk Vellinga kan het niet begrijpen. Het dorp Reduzum heeft zelf zijn windmolen gebouwd, iedereen is er blij mee, maar nu die vervangen moet worden is de Provincie tegen. Vellinga mailt ons na onze uitzending over de energieneutrale gemeente: ‘Daar waar andere groepen procederen om molens tegen te houden, zijn we gewikkeld in juridische gevechten met de provincie om onze molen te mogen vernieuwen. Gek he!’.

Als ik Vellinga na zijn mail bel, begint hij met een historisch exposée. Hij schetst een klein dorp, een beetje verscholen en verborgen gebleven, veel armoede. Dominee Benjamin Boers kwam begin van de 20ste eeuw naar het dorp en probeerde er wat van te maken: hij ging vanzelfsprekend preken, voerde een anti-alcoholbeleid én een sociaal beleid, gericht op het hechter maken van de gemeenschap.

Krimp

Vellinga vertelt dat in de jaren tachtig die hechte gemeenschap er nog steeds was. Toen de krimpproblematiek langzamerhand greep kreeg op het dorp, organiseerde men werkgroepen, waaronder een energiegroep. Dat leidde tot het idee van een dorpsmolen en in 1994 kwam die er. De elektriciteit wordt deels verkocht en daar is onder meer een schoolbus van gekocht.

Maar aan alle goede dingen komt een einde. De molen is bijna 25 jaar oud en moet vervangen worden. De huidige molen is 36 meter. Vellinga wil er nu eentje van 55 meter, en daar ontstaan de problemen. Het provinciale bestuur is geen groot fan van windmolens. In de Verordening Romte Fryslân 2014 staat bijvoorbeeld dat windmolens niet vervangen mogen worden, behalve als ze even groot zijn.

Bondgenoot

Bovendien is de Provincie tegen alleenstaande molens, vanwege het landschap. Ze mailt ons: ‘De provincie is niet tegen de dorpswindmolen op zich, wel tegen de afmetingen van het nieuwe exemplaar. Bestaande windturbines mogen alleen worden vervangen door turbines met dezelfde masthoogte en wiekdiameter, op dezelfde locatie. Het plan in Reduzum gaat om het vervangen en opschalen. De bestaande windturbine heeft een masthoogte van 36 meter. De nieuwe moet een hoogte krijgen van 55 meter.’

Gelukkig voor Vellinga heeft hij een stevige bondgenoot, namelijk de gemeente Leeuwarden, waar Reduzum onder valt. De gemeente is zelfs naar de rechter gestapt om de dorpsmolen alsnog te mogen vervangen. Het is nu wachten op de rechtzaak.

Subsidie

Los van de vraag of we Reduzum een molen van 55 meter gunnen: is het strikt genomen wel nodig? Waarom niet een nieuwe molen van 40 meter, de maximale grens voor de Provincie? Volgens Vellinga zijn er een paar redenen: een grotere molen levert het dorp veel meer op, mogelijk vier keer zo veel stroom. Maar belangrijker is dat Vellinga gelooft dat de subsidiegelden wegvallen als je alleen maar een modernere kopie neerzet. Alleen als je iets nieuws bouwt, blijf je in aanmerking komen voor subsidie. En die subsidie is de garantie van inkomsten die het dorp nodig heeft. Zonder subsidie gaan ze geen nieuwe molen plaatsen.

Ondertussen wil de Provincie geen windmolens op land bijbouwen. Na een jarenlang proces van zoeken naar plekken op land kwamen ze tot de conclusie dat er te veel onrust ontstond. Toen heeft men maar gekozen voor een toekomstig windpark op het IJsselmeer. Niet dat dat de Provincie rust geeft. Ook daar is nu een rechtzaak over. Wij komen daar nog op terug.