In tien jaar tijd is er 10 miljoen vierkante meter bijgekomen aan grote distributiecentra. De enorme groei van deze ‘dozen’ drukt zijn stempel op het Nederlands landschap. Rijksadviseur Berno Strootman: ‘Ik schrik van die cijfers: wat zijn we aan het doen?’

Deze maand kwam het College van Rijksadviseurs met een alarmerend rapport over de explosieve groei van de zogenaamde XXL-dozen in Nederland, ofwel distributiecentra die meer dan 50.000 vierkante meter tellen. Rijksadviseur Berno Strootman legt uit hoe we ‘de verdozing’ in betere banen kunnen leiden.

Waarom zijn de zogenaamde XXL-dozen u een doorn in het oog?
‘Het lastige van deze dozen is dat ze zo groot zijn. Ze passen daarom moeilijk op bestaande bedrijfsterreinen. Daarom worden ze vaak in maagdelijk landschap gebouwd. Ze blokkeren het uitzicht en vormen enorme obstakels voor mensen die uit de stad of het dorp willen wandelen of fietsen door de omgeving.’

En zo verpesten we het Nederlandse landschap?
‘Nederland staat al zo vol. Zeker in het westen en het zuiden staan er al veel van die logistieke dozen. Dus bezint eer ge begint met het bouwen ervan. Want het gaat echt heel erg hard met de groei van megadistributiecentra. In tien jaar tijd is er 10 miljoen vierkante meter bijgekomen. Ik schrik van de cijfers: wat zijn we aan het doen?’

Een nieuw distributiecentrum neerzetten in de wei is vaak goedkoper en gemakkelijker dan een oude loods opknappen op een industrieterrein.
‘Bouwen in de wei lijkt inderdaad goedkoper. Maar als je alle kosten bij elkaar optelt, dan ben je als samenleving zeker niet goedkoper uit. Landbouwgrond kun je voor een relatief lage prijs kopen en bouwrijp maken. Alleen komen er dan nog kosten bij voor de aanleg of verbreding van wegen, iets dat vaak niet direct wordt meegerekend. En dan zijn er nog maatschappelijke kosten, zoals het verlies van landbouwgrond, biodiversiteit of het uitzicht. Deze waarden zijn moeilijk in geld uit drukken. Die moeten veel sterker meewegen.’

Zijn er bedrijven die wel het goede voorbeeld geven?
‘Het nieuwe distributiecentrum van Zalando wordt gebouwd in Bleiswijk, op een plek waar voorheen een bloemenveiling stond. Dat is een goede manier van herontwikkeling, hoewel het gebouw met 140.000 vierkante meter straks echt een sta-in-de-weg is. Het wordt net zo groot als een woonwijk van 600 woningen of 22 voetbalvelden. Langs de A12 bij Utrecht is het distributiecentrum van Jumbo, waar meerdere bestaande bedrijfskavels zijn samengevoegd. Dat is een mooi voorbeeld van herstructurering.’

Als de groei van XXL-dozen zo snel gaat, moet er dan geen rem op de bouw ervan?
‘Een bouwstop op nieuwe distributiecentra is niet realistisch en onnodig. Wel moeten we veel kritischer zijn: we geven ons landschap nu veel te gemakkelijk weg. Van sommige distributiecentra kun je je afvragen of die hier moeten komen. Vorig jaar had Alibaba (Chinese e-commerce bedrijf, red.) plannen om naar Limburg te komen. Daar hebben onze minister-president Rutte en koning Willem Alexander nog voor geijverd. Dat distributiecentrum zou maar liefst 380.000 vierkante meter innemen. Ik ben blij dat het aan Nederland voorbij is gegaan.’

En de banen dan die zo’n XXL-doos oplevert?
‘De werkgelegenheid blijkt vaak enorm tegen te vallen. Werknemers worden ook vaak uit het buitenland gehaald, vooral uit Polen.’

De komst van een nieuw distributiecentrum is altijd financieel aantrekkelijk voor een gemeente

Rijksadviseur Berno Strootman

Hoe lucratief is het voor een gemeente om een distributiecentrum binnen te halen?
‘Gemeenten kunnen eraan verdienen via de gronduitgifte, bijvoorbeeld als ze landbouwgrond aankopen en het verkopen als bouwgrond aan projectontwikkelaars. De komst van een nieuw distributiecentrum is altijd financieel aantrekkelijk voor een gemeente. Juist daarom is het belangrijk dat de provincie en het rijk afwegingen maken in de locatie van distributiecentra, zodat niet alleen geld een rol speelt.’

Hoe kan de landelijke overheid meer regie nemen?
‘Het rijk en de provincies kunnen samen bepalen in welke clusters uitbreiding mogelijk is. Het rijk kan sturen door voorwaarden te stellen aan het geld dat naar de regio gaat via het zogenaamde Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT). Bij distributiecentra gaat het nu vooral om de economische belangen. Dat moet echt anders.’

Makers

Verslaggever / Redacteur