Ingenieur Willem Meiborg volgde de aardbevingsdiscussie in Groningen nooit zo. Net als alle andere Nederlanders dacht hij dat het wel opgelost zou worden. Tot hij onze uitzending in 2017 zag, waarin we lieten zien dat mensen die buiten de zogenoemde contouren wonen niet in aanmerking kwamen voor schadeherstel. Het was voor Meiborg reden om tegengas te gaan geven: ‘Wat ik daar hoorde, verbaasde me zó. Ik dacht: dat kan nooit kloppen.’

We spreken Meiborg voor ons onderzoek Heel Holland Zakt. Sinds twee jaar is hij een belangrijke speler in de discussies over de afhandeling van de bevingsschade. Maar niet alleen dat: hij is ook de kleinzoon van Willem ‘Beton’ Meiborg. Ook ingenieur, en de eerste Groninger die al in 1963 wees op de mogelijke schade als gevolg van de gaswinning in zijn provincie.

‘Ook een kleine kans op schade, is een kans op schade’

We bezoeken Willem Meiborg jr. thuis in zijn lommerrijke buurt in Woerden. Zijn opa was dan wel een Groninger; zelf heeft hij er nooit gewoond. ‘Maar ik heb natuurlijk wel een zekere band met het gebied, en sinds 2 jaar kom ik er veelvuldig.’ Na onze uitzending van april 2017 is hij er namelijk onderzoek gaan doen: ‘Wat ik in jullie uitzending hoorde, verbaasde me zó. Dat tegen die mensen werd gezegd: jullie huis valt buiten een bepaalde contour en kan daardoor geen schade hebben van de aardbevingen. Ik dacht: dat kan nooit kloppen.’

Hij schreef een rapport waarin hij de denkfouten uiteenzette die volgens hem gemaakt werden bij de schadeafhandeling, en waardoor veel Groningers, zoals de familie Tepper, buiten de boot vielen. Meiborg: ‘Het ingenieursbureau noemde de kans op schade nihil, maar ook een kleine kans op schade, is een kans op schade. Het zal jouw huis maar zijn.’

Wettelijk bewijsvermoeden: de lat moet hoog liggen

Zijn rapport werd serieus genomen, ook bij de rechter, en zo kwam hij terecht in het adviespanel van de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG), het jongste loket waar Groningers terecht kunnen met hun schades. Dat adviespanel schreef een rapport over hoe om te gaan met het wettelijk bewijsvermoeden, waarop we eerder ook al werden gewezen.

Dit bewijsvermoeden geldt alleen in Groningen en betekent dat de NAM moet bewijzen dat schade aan een pand níet door de mijnbouw komt, in plaats van dat de Groningers moeten bewijzen dat het er wél door komt. De lat voor het bewijs ligt hoog. Er moet ‘evident en aantoonbaar sprake zijn van een andere uitsluitende oorzaak van de schade’, schreven Meiborg en zijn collegapanelleden in het advies.

Uitgelicht

Wessel van Boetzelaer: 'Hoewel het niet zo hoeft te zijn dat scheuren ontstaan vanuit de fundering, zul je het altijd moeten inspecteren.' / Fotograaf: Henri Vos / Henri Vos

NAM moet aantonen dat schade níet door gaswinning komt: hebben Groningers geluk?

‘Vergelijk het maar met een pak koffie’

Maar ook dan kan er nog gesteggeld worden, zo blijkt uit de honderden openstaande zaken. Want: in hoeverre geldt het bijvoorbeeld voor schademeldingen van voor 2017, toen het wettelijk bewijsvermoeden van kracht werd? En op welk gebied is het precies van toepassing? Daarvoor moeten we eerst begrijpen wat er precies in de Groningse bodem gebeurt. Meiborg kan ons dat wel uitleggen: ‘Het gas zit 3 kilometer diep in de Groningse bodem. In een laag zandsteen van zo’n 250 meter. Door de winning van het gas daalt de aardgasdruk, en wordt de zandsteen compacter. Vergelijk het maar met een pak koffie waar je de lucht uithaalt. Het klinkt in. De energie die daarbij vrijkomt zorgt voor trillingen; dat zijn de aardbevingen.’

En die aardbevingen zijn ver vanaf de bron nog voelbaar. Pas als een gebouw meer dan 6 kilometer buiten het Groningen-gasveld ligt en de trilling heel minimaal is, dan zou je kunnen zeggen dat de bewoner zelf moet bewijzen dat zijn schade door de aardbevingen komt, aldus het adviespanel. Meiborg: ‘Maar de aardbeving bij Huizinge was in een straal van 36 kilometer op die manier voelbaar, en zo ver reikt het wettelijk bewijsvermoeden dan dus ook.’

Schadecircus

Heeft hij het idee dat de schadeafhandeling nu beter verloopt? ‘Ik heb het idee dat de schadeafhandeling voor nieuwe gevallen door de TCMG nu beter gaat. En ook bij de oude schadegevallen worden stappen gezet: zoals deze week weer het nieuws dat het wettelijk bewijsvermoeden ook geldt bij verzakkingen.’

Toch stopt Meiborg niet met zijn werk: ‘Er worden nog steeds argumenten bedacht om niet te hoeven betalen en de boel te rekken.’ Daarom blijft hij tegengas geven en zich inzetten voor mensen die niet gecompenseerd worden. Daarmee treedt hij in de voetsporen van zijn opa. Maar: is hij dan niet de zoveelste die geld verdient aan het schadecircus? ‘Vaak kunnen deze mensen geen kant meer op en ik wil ze niet nog verder in de problemen helpen. Daarom doe ik het op no cure no pay-basis. Ik vind gewoon dat deze mensen hun schade vergoed moeten krijgen als ze daar recht op hebben.’

Makers