Aspergillus Fumigatus is een veelvoorkomende schimmel, maar bijna niemand kent zijn naam. Hij is vooral gevaarlijk voor mensen met een zwakke afweer, en doordat deze schimmel grootschalig wordt bestreden in de landbouw, dreigt een superschimmel te ontstaan. Het werd Stefani Buenostro Hoogwater (26) bijna fataal: “De artsen noemen mij een medisch wonder.”  

Stefani was nog maar 18 jaar oud toen ze acute leukemie kreeg. Ze kreeg een chemokuur die haar immuunsysteem platlegde. Na een heftige tijd vechten tegen de leukemie, kwamen er ineens epileptische aanvallen bij. “Er bleek een schimmel mijn hoofd te zijn binnengedrongen, mijn hele rechterkant was verlamd. Ik kon niet meer lopen en belandde in een rolstoel”, vertelt de nu 26-jarige Stefani.

De schimmel die haar lichaam binnendrong, was Aspergillus Fumigatus. Deze schimmel zit overal in de lucht en iedereen ademt hem dagelijks in. Bij mensen met een verzwakt immuunsysteem, kan het zorgen voor een ernstige infectie.

Groeiend probleem

“Op het moment dat ze de schimmel ontdekten, zijn de artsen per direct gestopt met de chemokuur om zich volledig op de schimmel te richten, omdat deze zó levensbedreigend was,” vertelt Stefani. Ze kreeg alle medicijnen die beschikbaar waren, maar de schimmel bleef zich verspreiden. “Ik zag dubbel, ik herkende op een gegeven moment zelfs mijn vader niet meer”, legt Stefani uit. Dat de medicijnen niet werkten tegen de schimmel die haar bijna fataal werd, is een groeiend probleem.

De belangrijkste bron van deze groeiende resistentie is dat de werkzame stof in medicatie ook grootschalig gebruikt wordt in de landbouw - als schimmelbestrijder. Deze groep medicijnen, die zowel in de landbouw als in de zorg worden gebruikt, heet azolen. De landbouw heeft ze nodig: met azolen bestrijden zij schimmels op gewassen. Alternatieven bestaan, maar die zijn vaak duur en minder effectief.

Werking van resistentie

Hoogleraar Microbiële systemen Sijmen Schoustra, Wageningen Universiteit, legt uit hoe deze resistentie precies werkt, door onderzoek te doen naar rottend plantenafval, een hotspot voor de ontwikkeling van resistentie. “Uit onderzoek voor het RIVM in 2019 bleek dat de schimmel Aspergillus fumigatus het hele jaar door voorkomt in rottend plantenafval op bollenkwekerijen. In dat afval werden steeds kleine hoeveelheden azolen gevonden, dezelfde middelen die boeren dus gebruiken om schimmels te bestrijden. Doordat die middelen constant aanwezig zijn, kan de schimmel langzaam resistent worden.” Ongeveer de helft van de schimmelstammen die de onderzoekers vonden, bleek al bestand tegen de azolen.

In een vervolgonderzoek in het laboratorium ontdekten de wetenschappers nog iets opmerkelijks: de schimmel maakt extreem veel sporen aan, namelijk miljoenen per gram plantenafval. Zelfs een kleine hoeveelheid azolen is dus al genoeg om resistente schimmels te laten ontstaan. De wetenschappers probeerden van alles, zoals het omwoelen en verstoren van de afvalhopen, maar het mocht niet baten: de resistentie bleef zich ontwikkelen.

Schoustra: “Op dit punt staan we voor een belangrijke keuze: willen we de azolen houden in de landbouw, dan moeten we flink aan de slag om een ander geneesmiddel te ontwikkelen voor patiënten met de schimmel. Zo niet, is het misschien zaak om azolen te verbieden en het gebruik langzaam af te bouwen. Op dit moment hangt alles een beetje in de lucht.”

Resistentie al langer bekend

Uit het onderzoek van Pointer naar deze superschimmels, blijkt dat veel wetenschappers al meerdere keren aan de bel hebben getrokken. De eerste waarschuwing stamt zelfs van 25 jaar geleden. Maar hieraan is consequent geen gevolg gegeven. “Wetenschappelijk gezien is er al genoeg onderzocht op dit vlak”, vertelt Schoustra, “maar in de politiek moeten er stappen worden gezet.”

Stefani was halfzijdig verlamd door de schimmel. De rechterhelft van haar lichaam stopte ermee. “Ik kon niet meer lezen, ik kon niet meer schrijven, alles was wazig”, vertelt ze. “Er zat zelfs een plekje schimmel bij het spraakgedeelte in mijn hersenen, als ik een plaatje van een vlinder zag kon ik niet meer op het woord ‘vlinder’ komen.” Als laatste strohalm kreeg Stefani een experimenteel Engels medicijn, genaamd Olorofim. Ze was wereldwijd de zesde persoon die het medicijn toegediend kreeg. Wonder boven wonder had het effect. De schimmel leek eindelijk te krimpen.

Hoopvol medicijn

Olorofim is een van de meest hoopvolle projecten om de schimmel Aspergillus Fumigatus tegen te gaan. Toch is het niet perfect: de kans blijft bestaan dat de schimmel op den duur ook tegen dit medicijn resistent wordt. Daarbij komt dat een middel met hetzelfde werkingsmechanisme als de stof die Stefani’s leven redde, in Europa inmiddels op de wachtlijst staat om in de landbouw te worden gebruikt. In onder andere de Verenigde Staten en Australië is het zelfs al toegelaten. Hierdoor loopt het geneesmiddel, net als de azolen, het risico zijn effectiviteit te verliezen zodra het ook hier in de landbouw wordt ingezet.

Annemarie van Wezel, collegelid van College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), is stellig als het gaat om deze toelating: “het zou dom zijn om dit toe te laten binnen de EU”, vertelt ze aan de telefoon. Van Wezel zegt dat ze bij het Ctgb antischimmelmiddelen wel willen verbieden, maar niet altijd anders kunnen. “We moeten ons houden aan de Europese wet. Als het op die manier is geregeld in Brussel, kunnen wij het in Nederland niet verbieden.”

Meer weten over deze gevaarlijke schimmel, die in Nederland steeds vaker voorkomt? Kijk Pointer, zondag 2 november om 22:10 uur op NPO 2.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang iedere week onze beste verhalen in je mailbox.

Makers

Freelance journalist

Samen komen we verder

Ons onderzoek begint bij jou. Heb jij een tip of ervaring die je met ons wil delen? Laat het ons weten!

Heb jij een tip of ervaring die je met ons wil delen? Laat het ons weten!

Documentatie uploaden
CAPTCHA
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.

Bedankt, je tip is verstuurd

Wat gebeurt er nu met mijn tip?

Bedankt dat je de tijd hebt genomen om het tipformulier in te vullen. Je tip is verstuurd naar de redacteur van het onderzoek. Wij publiceren niets met naam en toenaam zonder contact met je op te nemen. Soms krijgen we zoveel tips binnen dat het ons helaas niet lukt om iedereen een persoonlijke reactie te sturen. We vragen je begrip hiervoor. 

Benieuwd naar de impact van eerdere tips?

Van kamervragen tot petities en maatschappelijk debat: samen met jou pakken we systemisch falen en onrecht aan. Benieuwd naar de impact van eerdere onderzoeken en ingezonden tips? Bekijk dan nu ons track record.