Eerder schreven wij voor ons dossier spoedzorg al over ambulancediensten die administratieve ‘foefjes’ toepassen om de aanrijtijden van ambulances te flatteren. Dit na diverse tips van ambulancemedewerkers over meldkamers die werken met een GPS-systeem dat automatisch aankomst patiënt - ‘status 2’- aangeeft zodra de ambulance het postcodegebied waar de hulp nodig is binnen rijdt. In werkelijkheid is de ambulance dan nog niet bij de patiënt, maar volgens het systeem wel.
Na het verschijnen van dit artikel kregen we nieuwe reacties. Vooral van tipgevers die dit zogenoemde ‘statussen’ bevestigen.
Een ambulance-medewerker uit de regio Rotterdam-Rijnmond laat ons weten:
’Ik erger me al geruime tijd aan deze praktijken en heb zelf ook al eens gedacht dit aan het daglicht te brengen. Ben blij te zien dat dit nu eindelijk gebeurt.'
De tipgever wil anoniem blijven omdat zijn tip ’niet gewaardeerd zal worden door de bazen.’
15 minuten-norm
Wanneer een 112-melding bij de meldkamer binnenkomt, moet er volgens wettelijke normen binnen 15 minuten een ambulance bij de patiënt zijn. De meldkamercentralist moet via een automatisch uitvraagsysteem in 2 minuten de ernst van de melding beoordelen en bepalen of er een A-1 urgentie (hoogste prioriteit, red.) aan wordt gekoppeld. Na 1 minuut moet de ambulance al vast uitrukken tot er nieuwe orders volgen. Voor de daadwerkelijke aanrijtijd is dan nog 12 tot 13 minuten over. Als de ambulance bij de patiënt aan belt, stopt de teller en krijgt de rit status 2 toegekend: ‘aankomst bij patiënt’.
Onze tipgever laat weten dat de praktijk vaak anders is. Hij stuurt ons screenshots van de display in zijn ambulance waar het ‘statussen’ op te zien is. Links op de foto's is bij het zandlopertje te zien hoeveel minuten de ambulance nog moest rijden naar de patiënt, terwijl ook zichtbaar is dat 'status 2' (aankomst patiënt) al was afgegeven.
‘Ik heb meerdere foto's gemaakt van ons navigatiesysteem, waarop te zien is dat we nog 2 à 3 minuten moesten rijden terwijl het systeem al "aankomst patiënt" aangaf.'
In verband met de privacy van patiënten en tipgevers zijn persoonlijke gegevens op de screenshots onherkenbaar gemaakt.
Volgens de tipgever wordt er ook gesjoemeld met de uitruktijden door ambulancepersoneel zelf. De druk om binnen 1 minuut uit te rukken is hoog en zij moeten elke overschrijding verantwoorden.
Voorheen werd er in Rotterdam automatisch gestatust als je bij de uitrijpost wegreed, maar dan haalden we het vaak niet om binnen een minuut weg te zijn. Nu mogen ambulancemedewerkers zelf 'status' vertrek geven. Soms geef ik al 'status vertrek' als ik nog niet eens in de ambulance zit om geen gezeur te krijgen.'
Een andere tipgever meldt:
’Er is mij verteld dat er regio's zijn waar door de meldkamer c.q. systeem van de RAV (Regionale Ambulance Voorziening, red.) er al een vervolgrit wordt uitgegeven aan de ambulancebemanning terwijl het personeel nog bezig is om de patiënt over te dragen op de eerste hulp.’
De namen van de tipgevers zijn bij de redactie bekend.
