Kwetsbare kinderen zitten soms uren in een busje op weg naar en van school. Overprikkeld en moe zitten ze vervolgens in de klas. Dat blijkt uit een enquête van belangenorganisatie Ouders & Onderwijs onder ruim 500 ouders.
De ervaringen van ouders over het vervoer naar het speciaal onderwijs zijn niet mild. Toch komen de negatieve geluiden niet uit de lucht vallen. De Kinderombudsman, Ouders & Onderwijs en organisaties als Ieder(in) proberen al jaren aandacht te krijgen voor de problemen in het leerlingenvervoer. Ook wij schreven in november vorig jaar een artikel over de ervaring van Nicole Spits, die het vervoer voor haar zoon Mees (11) omschrijft als ‘een rommeltje’.
Iedere week zit Mees 4 dagen in een taxibusje naar het speciaal onderwijs. 25 kilometer heen, 25 kilometer terug. Volgens zijn moeder is hij een aantal keer vergeten, of stond de chauffeur bij de verkeerde school. Niemand vindt dit fijn – zeker kinderen niet – maar Mees raakt er totaal door ontregeld. “Hij is door zijn autisme gebaat bij structuur en hij moet zich veilig voelen.” De laatste keer dat de taxichauffeur hem vergat, sloot hij zich op in het schooltoilet en moest hij, eenmaal thuis, overgeven van de spanning.
Deze negatieve ervaring blijkt geen uitzondering. Driekwart van de ouders heeft ooit een klacht ingediend over het leerlingenvervoer van hun kind. Die klachten variëren van te laat komen, de lange reistijd en volle busjes tot wisselende chauffeurs, pestgedrag en het vergeten van een kind. Onderaan de streep geven ouders die de enquête hebben ingevuld het vervoer gemiddeld een 5 als rapportcijfer.
“Voor mijn kinderen is de reistijd een enorm zware belasting. Ze hebben een spierziekte waardoor ze snel verkrampen en weinig energie hebben. 3 uur reizen per dag en bij de oudste soms 3,5 à 4 uur is vreselijk belastend en heeft invloed op hun kwaliteit van leven”, meldt een ouder in de enquête.
Hoewel de meeste kinderen helemaal niet zo ver van school wonen, zijn ze vaak lang onderweg om op school en weer thuis te komen. Taxichauffeurs halen meerdere kinderen op en rijden vaak een vaste route. Het kind dat als eerste instapt, is logischerwijs het langst onderweg. Een kwart van de kinderen, soms nog maar 4 jaar oud, is een uur tot anderhalf uur onderweg – en dat voor een enkele reis. Ze moeten vroeg op, komen vaak moe en overprikkeld aan op school, en hebben na schooltijd nog maar weinig tijd en energie voor andere dingen.
Maximale reistijd
Dat moet anders, vindt directeur van Ouders & Onderwijs Lobke Vlaming. In het NOS Radio 1 Journaal van gisteren zei ze: “Het belangrijkste is dat er op korte termijn een maximale reistijd komt, zeker voor jonge kinderen. Wij denken aan maximaal drie kwartier en bij kinderen boven de 12 jaar maximaal een uur.”
Een andere zorg van ouders is dat chauffeurs vaak onvoldoende bekwaam zouden zijn om met kwetsbare kinderen om te gaan, bijvoorbeeld met autisme of lastig gedrag. Bovendien zijn er veel wisselingen onder chauffeurs, en dat zorgt voor onrust en stress bij ouders en kinderen. Een van de ouders meldt in de enquête dat haar kind in 3 weken tijd door 22 verschillende chauffeurs is opgehaald. Omdat veel leerlingen die naar het speciaal onderwijs gaan een sterke behoefte hebben aan structuur en regelmaat, wil Ouders & Onderwijs dat er in het vervolg vaste chauffeurs worden aangewezen. Ook zou er verplichte pedagogische training voor chauffeurs moeten komen of een begeleider in de bus, die bijvoorbeeld kan ingrijpen als er wordt gepest.
Morgen praat de Tweede Kamer over de problemen in het leerlingenvervoer met minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs Dennis Wiersma.