De afgelopen 8 jaar moesten er maar liefst 457 wethouders om politieke redenen opstappen, zo blijkt uit onderzoek van Pointer samen met studenten van de Universiteit van Amsterdam. De harde bestuurscultuur eist zijn tol, zeggen deskundigen. Volgens de Wethoudersvereniging wordt het vak van wethouder te zwaar en moeten er meer wethouders komen. Zij pleiten voor het afschaffen van het maximumaantal wethouders per gemeente. 

Wethouders zijn voor veel zaken verantwoordelijk, zoals huishoudelijke hulp, jeugdzorg, theaters, bibliotheken en tal van andere gemeentelijke voorzieningen. De gemeenteraad controleert of de wethouder zijn of haar taken goed uitvoert en stuurt ook regelmatig een wethouder de laan uit.

Gemiddeld maken vier op de tien wethouders die een raadsperiode beginnen de termijn van 4 jaar niet af. Ongeveer de helft daarvan moest vertrekken om politieke redenen. De andere helft van de afgetreden wethouders treden af om persoonlijke of gezondheidsredenen, en dat aantal neemt toe.

Het aantal wethouders dat om persoonlijke of gezondheidsredenen afhaakt en het niet meer volhoudt, heeft recordhoogten bereikt. Sinds 2018 zijn er al 116 wethouders om deze reden afgehaakt. In de vorige raadsperiode (2014-2018) haakte er 95 wethouders om persoonlijke of gezondheidsredenen af. Het politiek-bestuurlijke klimaat lijkt de grote boosdoener, zegt Henk Bouwmans, directeur van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. Hij schreef het boek Valkuilen voor wethouders en houdt al sinds 2002 het aantal afgetreden wethouders bij.

Volgens Bouwmans speelt de verharding van de samenleving, waar ook bedreigingen bij horen een rol bij het vele aftreden om gezondheidsredenen. Vroeger traden wethouders veel minder om deze redenen af, analyseert Bouwmans.

Luister naar de radio-reportage:

Wethouders die de eindstreep niet halen

Wethouderskerkhof

Zandvoort is zo’n gemeente die heeft te maken met een verharde bestuurscultuur. De badplaats is een wethouderskerkhof, er moesten de afgelopen 8 jaar maar liefst zeven wethouders vertrekken. Daarmee staat Zandvoort na Meerssen (elf wethouders in 8 jaar) en IJsselstein (acht wethouders) landelijk gezien op de derde plaats.

In opdracht van de gemeenteraad deed organisatieadviesbureau Berenschot begin dit jaar onderzoek naar de bestuurscultuur van Zandvoort. Dat leverde een alarmerend rapport op. De onderzoekers concludeerden dat er een vechtcultuur in de raad heerst waar “discussies niet alleen op de partijpolitieke standpunten gevoerd worden, maar ook persoonlijk worden gemaakt.’’

Martijn Hendriks, fractievoorzitter van de Zandvoortse VVD, beaamt de stevige cultuur in de gemeenteraad. “Er is een strakke scheiding tussen coalitie en oppositiepartijen. Afwegingen gaan meer over van wie het komt dan over de inhoud.”

In kleine gemeenten heerst veel meer dat politieke gevecht.

Henk Bouwmans

In kleine gemeenten, onder de 30.000 inwoners, treden wethouders relatief vaker af om een vertrouwensbreuk of coalitiebreuk dan in grote gemeenten. Bij grotere gemeenten treden wethouders juist relatief vaker af vanwege uit de hand gelopen financiële projecten. Ook bureau Berenschot noemt Zandvoort (17.000 inwoners) politiek gezien een typisch dorp, “waarbij men de eigen boontjes dopt en minder is gericht op samenwerken.”

Dat is wel een verschil tussen kleine en grote gemeenten, zegt Henk Bouwmans. “In kleine gemeenten heerst veel meer dat politieke gevecht.” Die politieke vechtcultuur is dan ook de reden waarom afgetreden wethouders in kleine gemeenten relatief vaak over politieke ruzies in de raad struikelen. “In grotere gemeenten is er toch vaker een ander type wethouder”, stelt Bouwmans.

Dat andere type wethouder is steeds vaker een wethouder van buiten de lokale politiek. Waar vroeger een gemeenteraadslid na verloop van tijd een wethouderspost kreeg zie je dat steeds minder, legt Bouwmans uit. “Wethouder is veel meer een vak geworden, waarna je daarna weer doorgaat naar de volgende klus in een andere gemeente.”

Uit data blijkt dat het voor het vroegtijdige opstappen van wethouders niet veel uitmaakt of een wethouder lid is van een landelijke of lokale partij. In 2020 behoorde ongeveer een derde van de wethouders tot een lokale partij. Uit het dataonderzoek bleek dat 35 procent van de vroegtijdige opstappers lid was van een lokale partij.

smurfendorp

Integriteit

Na de vertrouwensbreuk (164 keer) en de coalitiebreuk (107 keer) vormen integriteitskwesties de meest voorkomende reden voor politiek aftreden van wethouders. Dat gebeurde de afgelopen twee raadsperiodes 45 keer. Andere veelvoorkomende politieke redenen van aftreden zijn financiële verantwoordelijkheid (32 keer), gebrekkige informatievoorziening (22 keer).

Zo moest wethouder Jaap Borg (VVD) in Midden-Groningen vertrekken vanwege een niet-gemelde tweede woning op een vakantiepark. Borg verhuurt deze woning permanent, en dat ligt gevoelig omdat de benodigde vergunningen daarvoor niet op orde zijn.

Zelf heeft hij het gevoel dat de kwestie als een excuus wordt gebruikt om hem de deur uit te werken. Borg: “Ik was er heilig van overtuigd dat men het gewoon wist.” Volgens PvdA-fractievoorzitter Thea van der Veen is hij te naïef geweest: “Hij heeft een integriteitsgesprek gehad aan het begin van de periode met de burgemeester en daar had hij het moeten melden.”

Henk Bouwmans ziet dat integriteitskwesties nog regelmatig tot aftreden van wethouders leidt. “Wat me opvalt is dat er nog steeds wethouders aftreden om integriteitsredenen. Men is hardleers.” Volgens Bouwmans laat de kwestie in Midden-Groningen zien dat er nog steeds wethouders zijn “die er niet bewust van zijn dat ze onder een vergrootglas leven.”

Uit de onderzochte data blijkt ook dat er de afgelopen twee raadsperioden 18 keer een wethouder opstapte om grensoverschrijdend gedrag. Zo werd een wethouder beschuldigd van ongepast contact met een 16-jarige. En er was een wethouder die een dodelijk ongeluk veroorzaakte omdat hij met te veel drank op achter het stuur zat, en weer een ander zou agressief en intimiderend gedrag vertonen.

Het afbreukrisico van het wethouderschap is behoorlijk toegenomen.

Jeroen van Gool, Wethoudersvereniging

Het vak van wethouder is er de afgelopen jaren niet makkelijker op geworden, stelt de Wethoudersvereniging. “Het afbreukrisico van het wethouderschap is behoorlijk toegenomen”, zegt directeur Jeroen van Gool.

De laatste raadsperiode traden er sneller wethouders af dan voorheen, zo blijkt uit de data. In het verkiezingsjaar 2018 en in 2019 moesten er al 113 wethouders om politieke redenen vertrekken. Dat is meer dan voorheen. In de vorige raadsperiode waren dat er 90 wethouders.

Ook ziet Van Gool in de afgelopen raadsperiode van 2018 tot 2022 een trendbreuk. “In het eerste jaar na de verkiezingen traden er nooit veel wethouders af. Dat is veranderd.” Voor de laatste raadsperiode traden wethouders vooral af in het tweede en het derde jaar na de verkiezingen, omdat men dan afgerekend werd op (het gebrek aan) resultaten.

In het eerste jaar had men als wethouder nog krediet, en in het laatste jaar kwamen de verkiezingen er alweer aan. “Maar nu is het aantal afgetreden wethouders stabiel hoog, dat is opmerkelijk.” Volgens de Wethoudervereniging ligt dat aan het gebrek aan geld bij gemeenten en alle nieuwe taken die sinds de decentralisatie in 2015 op het bord van de wethouder zijn gekomen.

ReportersNL

Dit onderszoek is een samenwerkingsproject van ReportersNL en de mediapartners:

Noordhollands Dagblad: De wethouder wankelt (pdf)
Noordhollands Dagblad: Grote ego's en korte lontjes (pdf)
Leidsch Dagblad: Driekwart van de tijd ben je bezig je rug te dekken, dat vreet energie (pdf)
Haarlems Dagblad: Watertoren kerkhof vol wethouders in Zandvoort (pdf)

Tubantia: In Twente en de Achterhoek stapten 19 wethouders vroegtijdig op: ‘Geen seconde spijt, ook al heeft het tonnen gekost’ (url)

Dagblad van het Noorden: De wethouder gaat kopje onder (url, premium)

De Limburger: In acht jaar tijd 457 wethouders om politieke redenen opgestapt, van wie 11 in Meerssen (url, premium)

Werkdruk

De gemeente heeft sinds 2015 veel nieuwe zorgtaken overgenomen van de Rijksoverheid. Vanaf toen werden gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg, Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo) en voor de Participatiewet. Maar er is te weinig nagedacht over de werkdruk die dat met zich meebrengt, zo stelt de Wethoudervereniging. “Die werkdruk is een belangrijke factor in het aantal afgetreden wethouders”, zegt van Gool.

Bovendien hebben gemeenten het financieel zwaar met de nieuwe zorgtaken. Omdat de decentralisatie gepaard ging met een bezuiniging, hebben veel gemeenten ergens anders geld vandaan moeten halen om de financiële gaten te vullen. Accountantskantoor BDO becijferde begin dit jaar dat de gezamenlijke Nederlandse gemeenten dit jaar een tekort van 1 miljard euro kunnen verwachten.

“Als je dan als gemeente bepaalde ambities hebt, maar daar niet het geld bij krijgt, dan gaat de schoen ergens wringen. En dat leidt tot het aftreden van wethouders”, zegt Van Gool. Zijn tip voor gemeenteraden en wethouders is om geen gouden bergen te beloven aan de samenleving. Want juist onrealistische ambities zorgen voor het aftreden van wethouders, denkt hij: “En dan zak je door het ijs.”

‘Schaf maximumaantal wethouders af’

Het aantal wethouders dat een gemeente mag hebben, is beperkt. Afhankelijk van hoe groot de gemeente is, geldt er een wettelijk maximum. Dat is vastgesteld door de Rijksoverheid. De Wethoudersvereniging pleit voor het afschaffen van dit maximum: “Wij vinden dat de gemeenteraad zelf mag bepalen met hoeveel wethouders ze de klus willen klaren.”

Van Gool verwacht dat gemeenteraden in sommige gevallen dan meer wethouders zullen aanstellen om de werkdruk te verlichten. Bouwmans ziet nu al dat gemeenteraden meer wethouders aanstellen dan in vorige raadsperiodes het geval was. Maar dat heeft volgens hem meer te maken met de versplintering van de raad dan met de werkdruk, omdat er steeds meer politieke partijen nodig zijn om een college te vormen. Als dat college gevormd is, willen de politieke partijen ook allemaal een wethouder leveren, aldus Bouwmans.

De vraag is ook of meer wethouders de werkdruk verlichten, vervolgt hij. “Ga als wethouder niet micro-managen. In Eindhoven zijn ze met vier wethouders, dat was relatief weinig, ook gewoon de collegeperiode doorgekomen.”

Gemeentelijke Geschillen

De 7 meest spraakmakende gemeentelijke geschillen

Gemeentepolitiek is niet alleen erg belangrijk, maar het kan ook verschrikkelijk misgaan.

Aantal afgetreden wethouders stabiel

Een verdere analyse van de cijfers leert dat de 457 om politieke redenen afgetreden wethouders actief waren in 226 gemeenten.

De lijst bevat alleen wethouders die om politieke redenen het veld hebben moeten ruimen – dus bijvoorbeeld om integriteitskwesties, vermeende belangenverstrengeling en coalitiebreuken. Wethouders die met pensioen gingen, een andere baan vonden of om gezondheidsredenen hun post verlieten, zijn niet meegeteld. Alleen degenen die bijvoorbeeld in regionale media duidelijk aangaven te stoppen omdat ze een te hoge werkdruk ervoeren, zijn meegerekend.

De afgelopen acht jaar is het aantal wethoudersposten gekrompen van 1481 in 2014 tot zo’n 100 minder in 2020. Toch is het aantal afgetreden wethouders stabiel. In deze raadsperiode (2018-2022) traden er tot nu toe 228 wethouders om politieke redenen af. Dat waren er in de vorige raadsperiode (2014-2018) 229 wethouders.

RNL trends in tijd

Politieke cultuur

De meest voorkomende redenen tot aftreden zijn een vertrouwensbreuk of coalitiebreuk, in respectievelijk 164 en 107 gevallen. Op de derde plaats staat (de schijn van) integriteit met 45 keer. Denk bijvoorbeeld aan een wethouder die de handtekening van een ambtenaar vervalste, of een ander die loog tegen de gemeenteraad.

Gekeken naar het aantal wethoudersposten in een provincie, vergeleken met het aantal wethouders dat in de afgelopen twee raadsperioden in die provincies vertrok, is te zien dat er naar verhouding in Utrecht de meeste wethouders opstapten. 48 procent van de posten werd gedurende die 8 jaar door een nieuwe wethouder bezet. Gevolgd door Friesland en Noord-Holland waar respectievelijk 43 en 42 procent van de posten een nieuwe wethouder verwelkomden.

Tussen de eerste en de tweede raadsperiode zijn wel verschillen in de redenen van aftreden aan te wijzen. Noemenswaardig is het verschil in coalitiebreuken. In de eerste raadsperiode traden er 62 wethouders af door een coalitiebreuk, in de tweede raadsperiode slechts 46.

Wethouders hebben ook steeds meer moeite met de politieke cultuur. Tussen 2014 en 2018 stapten er negen op om deze reden, tussen 2018 en 2022 zestien.

RNL redenen van aftreden

Wachtgeld

In gemeenten waar in korte tijd veel wethouders aftreden ontstaat een aardige kostenpost aan wachtgeld. EenVandaag berekende in 2019 dat gemeenten 126 miljoen euro aan wachtgeld kwijt zijn in een periode van 5 jaar, wat neer komt op 25 miljoen euro per jaar.

De wachtgeldregeling voor wethouders is een bescherming voor het ambt. Een wethouder kan van de een op de andere dag op straat komen te staan en heeft dan niet meteen een nieuwe baan. Een wethouder heeft recht op wachtgeld als deze wordt weggestuurd, niet terugkeert na de gemeenteraadsverkiezingen of in een nieuw college niet als wethouder wordt herbenoemd. Omdat een wethouder niet onder de WW valt, heeft een oud-wethouder geen recht op een WW-uitkering.

Volgens Bouwmans staat de wachtgeldregeling steeds meer onder druk, zo schrijft hij in zijn boek. Dat zorgt voor een weinig positieve beeldvorming, “waardoor niemand, en zeker niet het bedrijfsleven, nog zit te wachten op een ex-wethouder.”

Dit onderzoek is tot stand gekomen in samenwerking met drie masterstudenten Journalistiek van de Universiteit van Amsterdam (UvA): Renette Kwakkenbos, Pieta Verhoeven en Freek van Leeuwen. Zij hebben op basis van cijfers van De Collegetafel, de overheid en regionale media een dataset samengesteld. Aan dit ReportersNL-onderzoek hebben we samengewerkt met het Noordhollands Dagblad, Tubantia en het Dagblad van het Noorden.

ReportersNL wordt mede mogelijk gemaakt door steun van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.

Makers