Tientallen gemeenten houden momenteel hun eigen rol in de roofhandel van Joods vastgoed tijdens de Tweede Wereldoorlog tegen het licht. Ook in Zutphen wordt zo’n onderzoek uitgevoerd. Pointer sprak met de Zutphense burgemeester Annemieke Vermeulen en Rick de Lange, voorzitter van de begeleidingscommissie van dat onderzoek.
Hoewel Zutphen nog geen 50 duizend inwoners telt, staat het op de 12e plek in de lijst van gemeenten met transacties in de Verkaufsbücher. Tijdens de oorlog zijn 96 transacties van Joods vastgoed gedaan in deze gemeente.
Pointer onderzoekt sinds mei 2020 welke verhalen schuilgaan achter de verkopen. Steeds meer gemeenten zien inmiddels de noodzaak om zelf een onderzoek in te stellen: heeft de gemeente nog een morele of financiële schuld uitstaan bij de nabestaanden? Afgelopen jaar heeft de gemeente Zutphen onderzoekers van de Radboud Universiteit opdracht gegeven om haar eigen rol in de onteigening, doorverkoop en rechtsherstel van Joodse woningen kritisch te bekijken.
"Wij vinden het belangrijk om te kijken wat de rol is geweest van de gemeente in de periode dat Joden terugkwamen uit de oorlog", legt burgemeester Annemieke Vermeulen uit. "We kennen natuurlijk allemaal de verhalen dat ze niet overal met open armen ontvangen zijn. Wij vinden het onze taak en morele plicht om te kijken hoe dat gegaan is rondom ons eigen handelen inzake het Joods vastgoed."
Wat is de aanleiding voor dit onderzoek?
Annemieke Vermeulen: "Wij hebben gezien dat de media, waaronder Pointer, hiermee bezig is, en deze kwestie op de agenda heeft gezet. Grote steden zoals Amsterdam, Rotterdam en Utrecht hebben al zo’n onderzoek laten uitvoeren. En Zutphen staat in de twijfelachtige top 12 – of nou ja, twijfelachtig moet nog blijken – van verhandelde Joodse panden. Zutphen had ook een grote Joodse gemeenschap, dus toen dachten we: 'Hoe zit dit eigenlijk in onze eigen gemeente?'"
Rick de Lange: "Een goede aanvulling daarop is dat twee mensen uit de Joodse gemeenschap zich bij de gemeente hebben gemeld. Dat is ook een mooie persoonlijke aanleiding om met zo’n onderzoek aan de slag te gaan."
Met welk verhaal hebben deze personen zich bij de gemeente gemeld?
De Lange: "Hun familie heeft hier in de buurt ondergedoken gezeten. Ze hebben bedrijven gehad en hier gewoond. Eigenlijk willen ze weten wat er is gebeurd met de bezittingen die destijds in de familie waren."
Dat zijn dus hele persoonlijke verhalen. Ik neem aan dat de gemeente bekijkt welke rol zij daarin heeft gespeeld?
Vermeulen: "De onderzoekers doen vooral bronnenonderzoek. Er wordt veel gekeken naar verslagen van college- en raadsvergaderingen. En naar de Verkaufsbücher uiteraard. Het gaat dus in eerste instantie voornamelijk om schriftelijke bronnen. En we nodigen mensen uit om met hun eigen verhalen te komen."
Trots op archieven
Het Zutphense onderzoek is begonnen als een samenwerking met de nabijgelegen gemeenten Apeldoorn en Deventer. Elke gemeente pakt het onderzoek op zijn eigen manier aan, maar er wordt volgens Vermeulen wel van elkaars aanpak geleerd. In februari staat een overleg gepland tussen de onderzoekscommissies, burgemeesters en onderzoekers van de drie gemeenten, waarin de resultaten naast elkaar worden gelegd.
Elke gemeente heeft zijn eigen, specifieke lokale historie. Dat betekent dat de gemeentelijke archieven onderling enorm verschillen in kwaliteit. Tijdens een rondvraag van Pointer bij enkele gemeenten blijkt dat veel archiefmateriaal uit de Tweede Wereldoorlog verloren is gegaan. Hoe zit dat in Zutphen?
Vermeulen: "Ik ben supertrots op ons archief. Ze komen van heinde en ver om naar het archief van Zutphen te komen. Dus als het ergens op orde is, is het wel hier. Wat niet betekent dat er natuurlijk dingen zouden kunnen missen."
Maar het lokale archief is niet de enige plek waar onderzoeksgegevens te vinden zijn, toch?
De Lange: "Nee, we kijken ook naar de Verkaufsbücher. En als de onderzoekers het idee hebben dat iets niet pluis is, dan kijken zij ook naar krantenarchieven. Om te zien of er in de lokale gemeenschap verontwaardiging was over iets dergelijks. Dan heb je gelijk de gevoeligheid te pakken, en kun je iets zeggen over de manier waarop bepaalde gebeurtenissen zijn verlopen."
Verontwaardiging, teleurstelling, verdriet. Mensen willen erkenning.
Betrokken burgers
Een andere bron van informatie zijn de nabestaanden van personen die in de Verkaufsbücher worden genoemd. De gemeente organiseerde op 14 oktober een bijeenkomst in de Zutphense synagoge om het onderzoek aan te kondigen.
"Ik was zelf heel erg verheugd over de opkomst", zegt burgemeester Vermeulen "Ik denk dat er zeventig á tachtig mensen in de zaal zaten. Het is mooi om te zien hoe betrokken mensen bij dit onderwerp zijn. Aanwezigen konden vooraf aangeven of ze thuis bronnen hebben liggen die we kunnen gebruiken in ons onderzoek."
"Op die avond vragen mensen ook altijd om meer: ze willen nog meer onderzocht hebben dan we al doen. En ze willen niet alleen de feiten, maar ook de gevoelens bij de gebeurtenissen. Dat is begrijpelijk, maar het moeten het onderzoek wel afkaderen."
Welke gevoelens spelen er dan?
Vermeulen: "Daar kun je je van alles bij voorstellen. Verontwaardiging, teleurstelling, verdriet. Mensen willen erkenning. Er spelen veel verschillende emoties bij dit onderwerp. Hele familiegeschiedenissen en -verhalen. Dus dat begrijp ik heel goed."
In het eerste kwartaal van volgend jaar moet het onderzoek vanuit de Radboud Universiteit zijn afgerond. De begeleidingscommissie beoordeelt het onderzoek vervolgens, en bekijkt samen met het college van Burgemeester en Wethouders wat de conclusies en aanbevelingen zijn.
Vermeulen heeft in ieder geval vertrouwen in een goedlopend onderzoek. "We hebben er alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat het proces goed is ingericht. En wat de uitkomsten ook zijn, ik ben oprecht benieuwd wat het ons gaat brengen."