Een groot deel van de mensen die al psychische klachten ervaarden voor de coronacrisis, ziet zijn klachten toenemen. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van GGZ-cliëntenorganisatie MIND en het Trimbos-instituut. Bij twee op de drie personen die voor de coronacrisis psychische hulp ontving, is de zorg weggevallen of aangepast, vaak zonder dat de patiënten daar inspraak in hadden.
MIND en kennisinstituut Trimbos deden tegelijkertijd onderzoek naar de gevolgen van de coronamaatregelen voor mensen met psychische problemen. Het Trimbos-instituut verspreidde vragenlijsten onder mensen die al langere tijd last hebben van ernstige psychische klachten, en MIND deelde de vragenlijsten onder mensen die gebruik maken van basis- en specialistische GGZ.
Beide onderzoeken wezen uit dat veel mensen met psychische problemen hun klachten zien toenemen: 40% in het onderzoek van het Trimbos-instituut, en 65% in het panel van MIND. MIND deed in maart al onderzoek naar de gevolgen van corona op psychische patiënten. Toen lag het percentage nog lager en gaf de helft aan meer klachten te ervaren.
Zorgen
De resultaten van het onderzoek zijn niet verassend, want er zijn veel zorgen over psychische patiënten in coronatijd. MIND wil dat de geestelijke gezondheidszorg zich voorbereidt op de extra hulp die bestaande patiënten nodig zullen hebben na de coronaperiode, en de verwachte toestroom van nieuwe cliënten. “Het is noodzakelijk om te investeren en de capaciteit van de GGZ te vergroten”, aldus MIND.
Voor ons onderzoek naar Vitale beroepen volgen wij hoe het de geestelijke gezondheidszorg vergaat tijdens corona. Suzanne, een oude bekende van De Monitor, heeft autisme en een persoonlijkheidsstoornis. Ze beleeft een zware tijd omdat al haar dagelijkse routines wegvallen en ze haar woonbegeleider alleen nog kan spreken door te beeldbellen. Voor ons houdt ze een videodagboek bij, waarin ze vertelt: “Ik ben even naar buiten om boodschappen te doen en het is gelijk weer volop paniek en angst. Ik ben destructief en wil kapot. Ik probeer te overleven, maar ik doe maar wat."
Ontevreden over zorg
Suzanne is niet de enige die haar woonbegeleider via een videoverbinding moet zien. Door corona is veel face-to-face contact tussen patiënt en hulpverleners gestopt. Het onderzoek van het Trimbos-instituut laat zien dat slechts 26% van de respondenten de hulpverlening in het echt ziet. Het percentage mensen dat thuis wordt bezocht in de GGZ is gedaald van 38% naar 9%. In de nieuwe GGZ-richtlijn staat dat face-to-face contact weer meer mogelijk moet zijn in de geestelijke gezondheidszorg, maar dit lijkt nog niet de praktijk.
“Zowel cliënten als naasten vinden bijna alle alternatieve werkwijzen zoals beeldbellen, whatsapp of schriftelijk contact minder goed dan de zorg die er voorheen was. Een op de drie vindt dat ze niet voldoende alternatieven krijgen voor het wegvallen van zorg”, laat MIND weten. Ze vinden dat beeldbellen absoluut niet de norm mag worden in de GGZ, en vinden dat hulpverleners in overleg moeten gaan met hun patiënt voordat ze de vorm waarin de behandeling plaatsvindt veranderen.