“Het kritieke moment is als we de dienst wisselen, dan zijn er soms tot wel veertig mensen tegelijkertijd in de ruimte.” Lauw Mol werkt voor de politie op de meldkamer in Apeldoorn. Zijn collega’s en hij hebben een vitale functie, dus het werk gaat gewoon door. We bellen Mol naar aanleiding van zijn eerdere reactie op onze uitzending over het werken in een kantoortuin. We zijn benieuwd hoe het eraan toegaat in de meldkamer, tijdens de coronacrisis.

“Van de collega’s volgt de één de regels van het RIVM wat strenger op dan de ander”, zegt Mol. Hij werkt op een multidisciplinaire meldkamer, waar ook medewerkers van de brandweer en de ambulance zitten. Het is er hectisch. “Er komen meldingen binnen van overvallen tot mensen die voor de trein springen en heftige verkeersongelukken.” Ze zitten met vijftien tot twintig mensen in een relatief kleine ruimte, zegt Lauw en anderhalve meter afstand houden is lastig, merkt hij. “Bij de politie heerst een amicale sfeer, veel politiemensen vinden dat we één grote familie zijn en dat zijn we ook. Natuurlijk zitten we elkaar niet te knuffelen, maar die anderhalve meter is lastig.” Het zit ook in de aard van het werk, want bij een melding moet je heel snel dingen met elkaar regelen, “dus dan kom je weleens bij elkaar in de buurt.”

Risicovol

“De meldtafel zit vast, daar kan je niet mee schuiven. Anderhalve meter van stoel tot stoel kan wel.” De collega’s delen dezelfde apparatuur, iedereen heeft wel zijn eigen headset. “Voor aanvang van de dienst reinig je alles zelf.” De meldkamer is 24 uur per dag bezet. Het wisselen van de diensten is het meest risicovolle moment, vindt Mol. “Dan gaat er, afhankelijk van de dienst, vijftien tot twintig man weg en komt vijftien tot twintig man binnen. Dat moet snel en iedereen moet systematisch uit- en inloggen. Dat is het kritieke moment.”

Wrevel

“Bij de politie mag je alleen thuisblijven als je verkouden bent én koorts hebt. Daarom komen mensen die alleen verkouden zijn wel en dat geeft wrevel. ‘Ik wil niet naast je zitten’, hoor je dan.” Maar de verkouden mensen zonder koorts die naar het werk komen, houden zich aan de richtlijn, zegt Mol terecht. “Als je thuis moet blijven bij verkoudheid zonder koorts, dan houd je geen politie meer over en dat doet geen goed bij de bestrijding van corona.”

Minder meldingen

Mol heeft het idee dat de coronacrisis zijn weerslag heeft op het aantal meldingen, al zijn de maanden januari, februari en maart sowieso relatief rustig zegt hij. “Er is minder verkeer waardoor er minder aanrijdingen zijn en omdat het stiller is buiten, zijn er ook minder conflicten op straat.”

Megameldkamer aanpassen?

Hoe ziet de komende periode eruit voor Mol en zijn collega’s? “Er zijn plannen om het meldkamerproces op te splitsen, zodat er minder mensen in één ruimte zijn. En ze gaan proberen de meldkamer twee keer per dag schoon te maken. Maar het is een overheidsinstelling, dingen moeten bevochten worden, je bent zo veertien dagen verder.”

En de verdere toekomst? In 2022 gaan de drie huidige politiemeldkamers in Hengelo, Apeldoorn, en Arnhem-Nijmegen werken vanuit één gezamenlijke meldkamer in Apeldoorn. Met de ambulancedienst en de brandweer. “Een megameldkamer. Die tekeningen liggen al klaar. Ik ben benieuwd of na wat er nu gebeurt die tekeningen hetzelfde blijven. Komt deze megameldkamer er of is men zo flexibel om de plannen bij te stellen en komen er drie kleinere meldkamers? Daar ben ik benieuwd naar.”