In 2030 moet 70 procent van alle verbruikte elektriciteit duurzaam worden opgewekt, zo is afgesproken in het Klimaatakkoord. Maar wat als de wind niet waait en de zon niet schijnt? Voor ons onderzoek Klimaatconflict in de Polder spreken we Olof van der Gaag, directeur van de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie (NVDE). Hoe wil hij dit probleem oplossen?

Eerder pleitte energieonderzoeker Enzo Diependaal op onze site voor de bouw van kerncentrales. Grote voordeel volgens Diependaal: ze stoten geen CO2 uit en kunnen – in tegenstelling tot wind en zon – continu stroom leveren. Diependaal heeft zo zijn vraagtekens bij een grote inzet van zonnepanelen en windmolens: ‘Afgelopen winter hadden we een periode van twee weken dat het in Europa donker was en windstil.’

Uitgelicht

De kerncentrale in het Belgische Tihange / Foto: ANP / Marcel van Hoorn

Wind- of kernenergie: ‘Zwolle kan toe met 8 procent van een kerncentrale’

Periodes van weinig zon en wind worden ook wel Dunkelflaute genoemd, een van oorsprong Duitse term voor ‘donker en windstil’. Het is een van de grootste uitdagingen van de energietransitie: Hoe vangen we – bij een grote afhankelijkheid van zon en wind – deze periodes van Dunkelflaute op? Van der Gaag van de NVDE heeft er alle vertrouwen in dat dat goed gaat komen, met een combinatie van vier oplossingen:

Als het in Denemarken wél waait

Ten eerste noemt hij de goede verbindingen met het buitenland. Van der Gaag: ‘Als het dan niet waait in Nederland en wel in Denemarken kun je de stroom hierheen halen.’

Vervolgens spreekt van der Gaag over ‘opslag en conversie’, oftewel de teveel opgewekte energie opslaan voor gebruik op een ander moment. Dat kan voor een korte termijn, door het gebruik van batterijen. Van der Gaag: ‘Dat is voor 24 á 48 uur, je kunt er geen seizoenen mee overbruggen.’ Voor de lange termijn kan waterstof gebruikt worden. Met behulp van elektriciteit kan uit water waterstofgas worden gemaakt (conversie). Dit kan vervolgens opgeslagen worden om het in tijden van Dunkelflaute te verbranden en zo weer elektriciteit op te wekken.

Daarnaast zou het systeem van vraag en aanbod van elektriciteit aangepast moeten worden. Nu is het zo dat het aanbod zich automatisch aanpast aan de vraag. Oftewel: zet jij je wasmachine aan dan wordt daar direct op ingespeeld door de energiemaatschappijen door meer stroom op te wekken, legt van der Gaag uit. Dat zou andersom moeten. Van der Gaag noemt het voorbeeld van een chemische fabriek van Akzo Nobel die pas energie gebruikt als er veel aanbod is.

Kolen en gas

Afsluitend noemt Van der Gaag regelbaar vermogen. Dat is nu al in grote hoeveelheden aanwezig in Nederland. Hij doelt hiermee op conventionele energiecentrales (kolen en gas). Deze kunnen hun vermogen gemakkelijk aanpassen, dus ook in tijden van Dunkelflaute. Ze zouden alleen in de toekomst wel op duurzame brandstoffen over moeten stappen. En dat relatief gemakkelijk volgens Van der Gaag. Zo kan een kolencentrale ook biomassa verbranden en een gascentrale kan overschakelen op groen gas of waterstof.

Volgens Van der Gaag passen kerncentrales niet in een elektriciteitsvoorziening die voor 70 procent op zon en wind draait. De centrale zou grotendeels stil zou staan omdat zon en wind het alleen af kunnen. Van der Gaag: ‘Veel onderzoekers denken dat deze centrales slechts 1500 uur (zo’n zestig dagen, red.) kunnen draaien per jaar.’ Dat maakt dat kerncentrales direct afvallen stelt hij, omdat zij vanwege de hoge kosten van de bouw van een centrale pas rendabel zijn wanneer zij vrijwel continu kunnen draaien.

Nieuwsbrief

Wil je op de hoogte blijven van dit onderzoek? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief.

Makers