We krijgen al jaren veel tips van mensen die zich zorgen maken over bomenkap. Ze zien met lede ogen aan hoe natuurbeheerders als Staatsbosbeheer op grote schaal bos verwijderen in natuurgebieden. Inmiddels heeft ook Frits van Beusekom, een oud-directeur natuurbehoud van Staatsbosbeheer, zich in de discussie gemengd. Volgens hem wordt er op een onverantwoordelijke manier gekapt en is dit vooral financieel gedreven.

Bomenkap staat al een tijdje op onze agenda. Het lijkt er namelijk op dat het verzet tegen houtoogst toeneemt, getuige de vele mails van actiegroepen die door het hele land zijn opgestaan. Sinds 2011, toen onder staatssecretaris Bleker (CDA) fors is bezuinigd op de subsidies voor natuurbeheerorganisaties, vermoeden bezorgde natuurliefhebbers dat geld de boventoon voert in het kapbeleid. ‘Ze (Staatsbosbeheer, red.) roepen verjongen, vernieuwen maar in de praktijk gaat het alleen om economisch belang,’ aldus een tipgever. Klopt dit verwijt of is het wantrouwen overdreven? Met die vraag willen we de komende weken aan de slag in ons onderzoek bomenkap.

Het kappen van bomen is nu eenmaal een kerntaak van Staatsbosbeheer. In een gezond bos wordt gekapt en ook in het verleden werd dit hout verkocht, voor onder andere meubelproductie en haardhout. Het wantrouwen van actievoerders lijkt vooral te worden gevoed door de koerswijziging van Staatsbosbeheer in 2012. Onder het motto ‘Beschermen, beleven en benutten’ kondigt de natuurbeheerder aan hoe het bij gebrek aan subsidie voortaan de eigen broek wil ophouden. Bijvoorbeeld door hout te verwerken tot snippers en te verkopen aan bio-energiecentrales. Ook volgens Oud-directeur natuurbeheer van Staatsbosbeheer, Frits van Beusekom (78), ligt het accent sindsdien teveel op het benutten en niet het beschermen van bossen. Hij wijst vooral naar het kapbeleid, dat ten koste zou gaan van waardevolle natuur.

Kaalkap

‘Ik zeg altijd: het publiek is niet deskundig maar mensen hebben wel een bepaalde intuïtie. Ze voelen aan dat er iets niet klopt’ De al geruime tijd gepensioneerde Van Beusekekom kijkt uit over het aangrenzende bos, naast zijn woning op de Amerongse Berg. Hij is het vooral oneens met de wijze waarop Staatsbosbeheer kapt. ‘Kaalkap’, zoals dat in bosbouwerstermen heet. ‘Hele vlaktes gaan tegen de grond en daar komt een verarmde plantengroei voor terug. Die grond is ecologisch gezien dood’, stelt van Beusekom. ‘Omdat ze zo op het verdienen zijn gericht worden de andere geldende overwegingen een beetje vergeten.’.

Op de tafel ligt een beduimeld exemplaar van de Bosvisie, waarin Staatsbosbeheer in 2015 zelf op een rij heeft gezet hoe het Nederlandse bos op een duurzame manier verder kan worden benut. Bomen kappen en verkopen hoort daarbij, maar het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat er meer dan een hectare bos in één keer tegen de vlakte gaat. ‘Tot tien jaar geleden was kaalkap uit den boze. Inmiddels zie ik dat op veel plekken wel gebeuren. Het is voor Staatsbosbeheer rendabeler om in één keer een stuk bos weg te halen dan over een langere tijd steeds een paar bomen of groepjes bomen te verwijderen. Dat is arbeidsintensief en de organisatie heeft al te maken met grote krapte.’ Volgens Van Beusekom blijven we zitten met schrale bodems, waar de biodiversiteit gedegradeerd is en waar weinig op terug groeit.

Nadat landelijke media aandacht besteedde aan de kritiek van Van Beusekom is hij tegen wil en dank het gezicht geworden van de protestbeweging. Vanuit het hele land krijgt hij berichten van belangengroepen die hem vragen de situatie in hun nabijgelegen bos te beoordelen.

Reactie Staatsbosbeheer

Staatsbosbeheer zegt zich niet te herkennen in de kritiek van Van Beusekom. Op hun website leggen ze uit: ‘Staatsbosbeheer maakt steeds per gebied zorgvuldige afwegingen tussen beschermen, beleven en benutten, waarbij we onze bossen duurzaam beheren voor nu en voor toekomstige generaties.’

Als reactie op de kritiek over de kaalkap stellen ze: ‘Staatsbosbeheer inventariseert jaarlijks de bossen en daaruit blijkt dat de bossen de afgelopen decennia gemengder (meer boomsoorten door elkaar) en structuurrijker (bijvoorbeeld meer struiken) zijn geworden en er meer oude en dikke bomen aanwezig zijn. Tegelijkertijd zien we ook dat de bijgroei afneemt en de hoeveelheid bomen die voor onze kleinkinderen geschikt zijn voor huizenbouw of ander toepassingen afneemt. Daarom is in 2010 extra ingezet op verjonging van het bos op die plekken waar het bos niet goed meer groeide of de kwaliteit onvoldoende was. Als gevolg daarvan is enkele jaren iets meer dan de gebruikelijke 1% van de oppervlakte per jaar verjongd. In de eerste jaren van de verjongingsimpuls zijn deze verjongingsvlaktes soms groot geweest (tussen een en twee hectare). Ook wij vinden dat nu te groot en ons bosbeheer gaat nu uit van kleinschaligere groepenkap (denk aan een halve hectare of kleiner) of boomsgewijze kap.’

Van Beusekom is blij dat Staatsbosbeheer tot dit inzicht is gekomen, maar overtuigd is hij niet. ‘Als ik kijk naar de berichten die de afgelopen weken vanuit het hele land bij mij binnen zijn gekomen, dan heb ik de indruk dat er toch nog steeds op veel plekken en op vrij grote schaal wordt gekapt. Veel meer dan de richtlijnen die Staatsbosbeheer zichzelf heeft opgelegd.’ Hij voegt daaraan toe dat het jonge bos op de kapvlaktes niet of niet voldoende wordt verzorgd. 'Als je nu een perceel leegoogst heb je snel geld, maar je creëert een groot onderhoudsprobleem voor het toekomstige jonge bos.' Bovendien is dit jonge bos volgens Van Beusekom lelijk en arm aan planten en dieren. Een zorgelijk ontwikkeling, vindt hij. ‘Een bos heeft gemiddeld dertig tot veertig jaar nodig om tot wasdom te komen. Als je vlaktes lang kaal laat liggen, neem je een hypotheek op de toekomst. Die bossen slaan CO2 op, dus ook vanuit een klimaatoogpunt is het heel onverstandig.’

Onderzoek Bomenkap

Zijn de zorgen van de bosliefhebbers en Van Beusekom terecht? Zijn economische keuze van invloed op de keuzes die Staatsbosbeheer maakt? Of wordt het overdreven? En wat betekent de manier van hoe wij omgaan met ons bos voor onze klimaatdoelen? Wij gaan verder met ons onderzoek naar Bomenkap. Inmiddels hebben we contact opgenomen met Staatsbosbeheer voor verdere toelichting.

Makers