“Wat is er nou zo duurzaam aan deze vis?” Die vraag krijgt Maarten Post, eigenaar van een duurzame viswinkel in Haarlem dagelijks wanneer klanten voor zijn vitrine staan. Het antwoord is niet altijd makkelijk, want wat is er verantwoord aan geïmporteerde tonijn uit de Filipijnen?

Het liefst, bekent Post, zou hij helemaal geen tonijn verkopen. De vis is pas sinds kort van de zogenaamde rode lijst gehaald en de visstand van tonijn is langzaam aan het herstellen. Daarnaast moet de vis uit Azië geïmporteerd worden, waardoor je je kunt afvragen hoe verstandig dat is. “In het begin toen we deze winkel begonnen, verkochten we helemaal geen tonijn. Je moet dan aan veel klanten nee verkopen en die mensen zie je ook niet meer terug. Failliet gaan draagt ook niet bij aan duurzaamheid. Je moet dus balans vinden in je aanbod”, verzucht Post.

Vis met rust laten

Wat is dan wel ‘duurzame vis’? In de vitrine liggen naast de zalm en tonijn allerlei vissen uit de Noordzee, inclusief een bordje hoe het gevangen of gekweekt is. Post kijkt naar verschillende aspecten om te bepalen of een vis door kan gaan voor duurzaam. “Allereerst verkopen we bijna alleen vis met een certificering. Dat zegt vooral iets over hoe het gaat met de vispopulatie van die soort. Daarnaast kijken we naar de vangstmethoden. En of de vis ‘in het seizoen is’.”

Weinig vis met keurmerk te krijgen bij de groothandel

Weinig vis met keurmerk te krijgen bij de groothandel

Dat betekent dat je vanaf januari geen schol meer kan kopen bij Post. Want vissen moeten verschillende maanden per jaar met rust worden gelaten, zodat de vis de kans krijgt om voort te planten en te groeien. Voor schol is dat tussen januari en april. Verschillende organisaties pleiten ervoor om dit in regels vast te leggen, maar dat lijkt voorlopig politiek geen haalbare kaart, waardoor je op andere plekken het hele jaar door schol kan vinden. Dat is tegen het zere been van Post.

Ook de manier waarop de vis wordt gevangen, bepaalt of de vis in de winkel van Post komt. Waar de meeste Nederlandse vissers met zogenaamde boomkorren vissen, zware kettingen die over de zeebodem gaan om de schol op te laten springen uit het zand zodat ze in het net komen, wil Post alleen maar schol die met minder beroering van de zeebodem is gevangen.

Tonijn uit blik

De klanten in zijn Haarlemse visspeciaalzaak zijn kritisch en vinden duurzaamheid belangrijk. En ze zijn ook bereid om te betalen voor een duurzamere vis. Maar Post vraagt zich af of ze representatief zijn voor de gemiddelde Nederlandse consument. Die eet namelijk vooral tonijn uit blik, zalm en gamba’s. Vis die wij vooral importeren. En Post dus ook wel moet aanbieden, wil hij genoeg verdienen om zijn zaak draaiend te houden.

En daarnaast heeft Post nog een probleem. Want hoe komt hij aan vis die hij kan vertrouwen en wil verkopen als ‘duurzame’ vis? Dat blijkt een heel gedoe: “In vakbladen kom ik vaak verhalen tegen over goede vis. Dat kan ook gaan om geïmporteerde soorten zoals gamba’s, maar dan wel verantwoord. Die wil ik best in mijn winkel hebben. Maar vervolgens bel ik vishandelaren en is het nergens te krijgen. Dat schiet niet op. Er is geen centrale plek waar ik duurzame vis kan krijgen.”

vis1.jpg

Jaarlijks eten we 22 kilo vis. En dat is niks vergeleken met andere landen

In onze recente uitzending over duurzame visserij vertelt langoustinevisser Hendrik Kramer dat hij tegen hetzelfde probleem aanloopt, maar dan aan de andere kant van de voedselketen. Hij vist met minder brandstof dan veel van zijn collega’s en is continu bezig met experimenten om duurzamer te vissen. Maar als hij de vis eenmaal boven water heeft, moet die vis verkocht worden op de veiling. En daar wordt amper gekeken naar de duurzaamheid van de vis, maar vooral naar de kwaliteit en hoe vers de vis is.

Veilingplicht

Je zou denken dat de oplossing voor de hand ligt. Een duurzame visser als Kramer verkoopt zijn langoustines direct aan de viswinkel van Post. Maar dat mag niet. Voor een groot deel van de visvangst in Nederland geldt de ‘veilingplicht’. Die is er zodat alle vis op centrale punten wordt aangeboden en verkocht, waardoor er ook gecontroleerd kan worden of alles volgens de regels gaat. Een belangrijke regel volgens Kramer en Post, want zonder veiling kunnen te kleine vissen of verboden vissen verkocht worden en is er geen zicht op hoeveel vis er in totaal gevangen wordt. Maar diezelfde ‘veilingplicht’ is dus ook een belemmering voor de duurzame vissector.

En voorlopig is er nog geen groothandel die in dat gat springt en de duurzame visser en duurzame viswinkel met elkaar in verbinding brengt, tot verdriet van Post. “De vraag vanuit horeca, viswinkels en supermarkten om duurzame vis is nog niet groot genoeg om handelaren en vissers ook massaal die kant op te bewegen.” Voor hem zit er niets anders op dan eindeloos bellen met groothandels om toch die net wat duurzamere vis op de kop te tikken.

Deel jouw ervaring

Werk je in de vissector of ben je een kritische consument die op zoek is naar duurzame vis? Deel dan jouw ervaring met ons. We maken meerdere uitzendingen over de worsteling van de vissector om te voldoen aan de veranderende regelgeving en roep uit de maatschappij om duurzame vis.

Wil je op de hoogte blijven van dit onderzoek?

Elke week sturen we je onderzoeksverhalen, tips van de redactie, en verhalen die je nog van ons kan verwachten.

Makers