“Het verhaal van Marko is nog maar het topje van de ijsberg”, zegt Hans van Haaren. “Dit komt veel vaker voor.” Van Haaren is eigenaar van milieuadviesbureau Bodex Milieu. Hij reageert op het verhaal van Marko de Vries die een voormalig schietterrein heeft gekocht. Volgens de papieren is het terrein gesaneerd. Na aankoop blijkt de grond echter ernstig vervuild. Hoe kan dit? Een bodem die gesaneerd is zou toch schoon moeten zijn?

We bellen Hans van Haaren op voor ons onderzoek naar Giftige Grond. Van Haaren waarschuwt: ”Onderzoek naar bodemvervuiling is een moeras waarin je gaat roeren.”

Van Haaren vertelt dat hij zich al langer zorgen maakt over de manier waarop wij met onze bodem omgaan. “De bodem leeft, zit vol verrassingen en daar moeten we heel zorgvuldig mee omgaan. We komen echter uit een tijd dat het niet ongebruikelijk was om ons afval in de grond te stoppen.” Naar schatting zijn er een kwart miljoen plekken in Nederland die ernstig vervuild zijn. Van Haaren: “Bij saneren gaat het steeds om twee vragen: Wat vindt de wetgever ervan, met andere woorden, is er volgens het protocol gewerkt? En wie betaalt de rekening? Vragen vanuit een perspectief gericht op de korte termijn. De impact voor de lange termijn is onvoldoende in het vizier.”

Kop uit het zand

Op zijn LinkedIn-profiel heeft Hans een blog gepubliceerd over zijn ambitie. Hij roept zijn collega-bodemspecialisten op ‘hun kop uit het zand te trekken’. Volgens hem is de branche te conservatief, oude denkpatronen overheersen. Hij vindt dat het tijd wordt samen de strijd aan te gaan om de bodem echt schoon te krijgen. Hij schrijft:

Elke dag worden er honderden bodemmonsters onderzocht op een standaard stoffenpakket. Maar wat gebeurt er nu met al die informatie uit die analyses? Verdwijnen ze in een lade op het gemeentehuis? In het bestand van een netwerkbeheerder? In een dossier van een aannemer? Of bij u op een stapel in de kast? En wat is ons gedrag als we iets in de bodem vinden wat er eigenlijk niet thuishoort, of buiten het standaardstoffenpakket valt. Rinkelen dan de alarmbellen? (bron: blog Hans van Haaren)

Volgens Van Haaren is er een papieren werkelijkheid gecreëerd in bodemsaneringsland: “De NEN is de heilige graal. (NEN-normen zijn protocollen waar je je aan moet houden voor een bodemonderzoek of een sanering, red). Kleurt het NEN-stoplicht groen? Of staat het op rood? Het vinkje in het vakje weegt zwaarder dan de mening van een gepassioneerde bodemadviseur.”

Standaard stoffenpakket

Dat klinkt toch goed dat er protocollen zijn? Wat is het probleem? “We screenen vaak op een beperkt standaard stoffenpakket, legt Van Haaren uit. Maar er zijn veel meer stoffen die van oorsprong niet in de bodem thuishoren. Stoffen met ingewikkelde chemische namen waar we niet blij van worden als we ze in de bodem aantreffen. (zoals bijvoorbeeld PFAS ,red.) Het kan op papier allemaal wel kloppen maar de vraag is of we echt goed bodemonderzoek hebben gedaan en of we bij een sanering de stoffen uit de bodem halen die schadelijk zijn voor het milieu.”

Vanuit mijn Excel-bestand met financiële parameters vind ik het allemaal prima. We zijn lekker aan het werk en hiervan smeren we elke dag onze boterham. Maar ik trek mijn kop uit het zand en van mij mag u komen kijken wat we analyseren en adviseren. Als we ons onderzoek van de bodem met elkaar delen hoeven we minder vaak uit te rukken voor steeds hetzelfde kunstje. Dat is een voordeel! Er komt dan pas ruimte voor het echte bodemwerk! Zeg maar: van werkzaamheden als een soort van bezigheidstherapie, naar een businessmodel waarin we gezamenlijk de bodem schoon maken. De kassa rinkelt dan vanuit een maatschappelijke relevantie. (bron: blog Hans van Haaren)

Moreel juist?

”Ik zeg met regelmaat dat we af moeten van de houding dat alles wat niet is verboden, ook mag”, vertelt Van Haaren. “We hebben allerlei wet- en regelgeving bedacht waar ik ook mijn centen mee verdien. Maar ik vraag me vaak af of we als branche wel het juiste doen. Waarom is er niet meer ruimte voor ons morele kompas? Beleidsmakers hebben het vastgelegd in fantastische visie-documenten. Een gezonde bodem is zelfs verankerd in de ambitie van de Verenigde Naties.In de dagelijkse praktijk sijpelt dit heel langzaam door. Een bodem vol leven is ontzettend belangrijk voor onze gezondheid en voor het ecosysteem. Voor nu, en voor de generaties na ons.”

Transparantie en vertrouwen

Wat moet er gebeuren? Volgens Van Haaren blijkt dat nog meer wetgeving niet de oplossing is. “De branche is murw geworden van al die regels. Transparantie, vertrouwen en samenwerken zijn thema’s die tot bloei moeten komen”. Op dit moment doet hij onderzoek naar de reden waarom het zo ingewikkeld is om gegevens van bodemonderzoek met elkaar te delen. Welke belangen spelen daarbij een rol? Hij hoopt de resultaten van het onderzoek volgend jaar te kunnen publiceren. Van Haaren: ”Het wordt tijd dat we gezamenlijk optrekken om de bodem echt schoon te krijgen. Dat zou toch het werkelijke doel moeten zijn."

Makers