Het wordt steeds drukker op de Spoedeisende Hulp (SEH), vooral door de grote toestroom aan ouderen. ‘Onverantwoord druk,’ horen wij van verpleegkundigen die ons benaderen voor ons dossier Spoedzorg. Sommige ziekenhuizen hebben wekelijks opname-stops en sturen ambulances door naar andere ziekenhuizen tot de druk weer van de ketel is. Een landelijk probleem, zo lijkt het. Maar het probleem is groter dan dat. Er komen niet alleen meer patiënten op de eerste hulp, ook het aantal ziekenhuisbedden daalde de afgelopen jaren met bijna 2800. Zorgverzekeraars leggen de bal bij de ziekenhuizen. Zij moeten zelf de toestroom van patiënten managen, regie voeren en onderling samenwerken.
De Monitor sprak met verpleegkundigen van verschillende eerste hulp-afdelingen. Zij maken zich zorgen over de kwaliteit van de zorg door de grote toestroom aan patiënten, temeer omdat er landelijk een groot tekort is aan SEH-verpleegkundigen. Veel eerste hulp-afdelingen zijn daardoor doorlopend onderbemand. Ook vinden zij het beddentekort in ziekenhuizen problematisch en moeten zij regelmatig de regio afbellen voor een bed in een ander ziekenhuis voor een acute patiënt.
Brandbrief
De zorgen worden bevestigd in de brandbrief van afgelopen mei: ‘De rek is eruit’, van samenwerkende artsen uit Noord-Holland en Flevoland. Uit onderzoek van deze artsen blijkt dat het aantal patiëntenstops sinds 2013 is verdubbeld. Alleen al in het eerste kwartaal van 2015 kwam het ruim 600 keer voor dat ziekenhuizen hun spoedeisende afdelingen moesten sluiten.
Beddentekort
Het beddentekort in ziekenhuizen heeft volgens verpleegkundigen te maken met de privatisering van de zorg die 10 jaar geleden door de overheid is doorgevoerd. Sinds de invoering van de marktwerking in de zorg maken ziektekostenverzekeraars afspraken met ziekenhuizen over het aantal geschatte behandelingen van patiënten die via de huisarts en specialist doorgestuurd worden naar het ziekenhuis. Het ziekenhuisbudget is nu niet toereikend om een bedden leeg te laten staan om de pieken op de eerste hulp op te vangen.
Wie is verantwoordelijk?
Wie is nu verantwoordelijk voor dit complexe probleem? Dat minister Schippers op de hoogte is van de capaciteitsproblemen in de acute zorg lezen we in een brief die zij onlangs stuurde aan de Tweede Kamer. De minister schrijft daarin dat verzekeraars moeten sturen op een ‘optimale bedbezetting in plaats van op een maximale bedbezetting’. Maar een optimale bedbezetting betekent meer bedden en dat kost meer geld.
De minister deed in dezelfde brief de toezegging dat er circa 16 miljoen euro extra naar de acute zorg gaat. Maar dat geld is overwegend bedoeld voor de spreiding en beschikbaarheid van ambulances. De vraag is in hoeverre hiermee ook de beddentekorten en het grote personeelstekort worden opgelost.
We benaderen zorgverzekeraars voor hun aandeel in de capaciteitsproblemen. Zorgverzekeraar CZ legt de bal weer neer bij ziekenhuizen. Zo laat CZ ons weten dat zij eventueel meer willen betalen, maar dat ziekenhuizen zelf beter moeten onderhandelen.
‘Als een ziekenhuis meer geld wil voor de spoedeisende hulp of meer bedden, moet het ziekenhuis dit eerst vertalen in een aantal behandelingen. Dat getal brengt het ziekenhuis vervolgens in de onderhandelingen met de zorgverzekeraar in. Overigens zijn ziekenhuizen zelf verantwoordelijk om de toestroom van patiënten goed te managen.’
Afstemming en regie
Zilveren Kruis denkt het probleem van de opnamecapaciteit deels te kunnen aanpakken door een betere afstemming tussen ziekenhuizen: ‘We ontvangen namelijk ook signalen dat op piekmomenten niet elke zorgaanbieder bekend is met de beschikbare opnamecapaciteit binnen de regio’s. Als we met elkaar in beeld krijgen wat de regionale beschikbare capaciteit is en hiervoor gezamenlijk afstemming en regie organiseren, dan kunnen een deel van de problemen gezamenlijk worden aangepakt.’ Ook zorgverzekeraar Menzis wil de problemen aanpakken door betere samenwerking van alle partijen in de acute zorg:
‘We ontvangen signalen over een grotere vraag naar acute zorg. In de onderhandelingen sturen we niet op leegstand van bedden. We zien meer in betere samenwerking in de keten tussen alle betrokken partijen en daarnaast vinden wij het dus belangrijk om nader onderzoek naar alle signalen te doen en op basis van feiten & cijfers tot gezamenlijke conclusies en eventuele verbeterpunten te komen.’