Sinds 2014 is er een toename van het aantal aanvaringen tussen binnenvaartschepen. De belangrijkste oorzaak zijn communicatieproblemen. De stuurhut zit vol communicatieapparatuur maar bij de helft van de aanvaringen begrijpt men elkaar niet, zegt gewoon niks of spreekt men de taal niet. Opmerkelijk is dat er in de binnenvaart géén officiële voertaal is. Zoals op zee het Engels.
“STÚREN KLOOTVIOOL”, gilt de schipper en in paniek erachteraan “ALS WE MAAR BLIJVEN DRIJVEN!”
Zij probeert contact te krijgen met de opvarende schipper maar die zegt helemaal niks terug, een doffe klap volgt en alles vliegt door de stuurhut. De schipper roept de dichtstbijzijnde sluis op en vraagt om de Polizei: “wir haben hier anfahrung mit die Bergfahrt, unfall havarie, wir haben hier kopf auf kopf das ist falsch gegangen, nicht gut gelaufen.”
Wat betreft de taal waarin gecommuniceerd moet worden is de afspraak (BPR en RPR) dat schepen onderling en met havens en sluizen communiceren in de taal van het land waar men vaart óf in het Duits. Dat is historisch zo gegroeid omdat de meeste schepen varen op het traject Nederland-Duitsland-Zwitserland. In de binnenvaart is geen uniforme voertaal. Op zee is die er wel: Engels.
Binnenvaartschepen zijn ongeveer tussen de 40 en 135 meter lang, het zijn geen auto’s die stoppen als je op de rem staat. Het schip is je werk én je huis. Bij een aanvaring kan een schip zinken en dan is de schipper alles kwijt. Het schip uit de hierboven beschreven aanvaring is niet gezonken, de schade was wel enorm.
Luister hier de radio-reportage:
Een keer per week een aanvaring
Uit onderzoek van bureau Intergo bleek begin dit jaar dat het aantal aanvaringen sinds 2014 stijgt en dat communicatieproblemen in 49 procent de oorzaak zijn. Dat wil zeggen: geen communicatie zoals bij de aanvaring, miscommunicatie, het verkeerd uitluisteren van de marifoonkanalen of een taalbarrière.
De binnenvaart is een internationale bedrijfstak, er varen veertien duizend schepen met verschillende soorten lading tussen Nederland-Duitsland-Zwitserland, de Donaulanden, België en Frankrijk. Ze vervoeren brandstoffen zoals gasolie of droge lading als zand en veevoer en ze brengen containers van de zeehavens naar het achterland.
Rijkswaterstaat handhaaft op Nederlandse vaarwegen de afgesproken voertaal; Nederlands of Duits. In de buurt van zeehavens wordt Engels geaccepteerd. In 2018 en 2019 werden twaalf processen verbaal (PV) uitgeschreven voor schippers die geen van de voorgeschreven voertalen spraken. Dit jaar zijn er tot nu toe zes PV’s uitgeschreven.
Meer buitenlandse bemanningen, communicatieproblemen nemen toe
Door personeelsgebrek neemt het aantal buitenlandse bemanningen in de binnenvaart toe. Veel werknemers komen uit Midden- en Oost-Europa. Dat bleek uit het thematische rapport van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) over ‘de arbeidsmarkt in de Europese binnenvaart’ uit februari van dit jaar. Dat maakt de communicatie aan boord en met de wal er niet gemakkelijker op.
Andreas Keller, hoofd opleidingen van de Nationale Nautische Verkeersleiders Opleiding (NNVO): “Een feit is dat bemanningen steeds minder Duits georiënteerd zijn. Het is een gegeven dat we steeds vaker overgaan op het Engels. We worden ingehaald door de realiteit. En dat is communicatie in het Engels.”
Verzekeraar EOC is van mening dat eenduidige uniforme communicatie zorgt voor minder ongevallen in de binnenvaart. Marnix de Bakker: “Gezien de toename van het aantal buitenlandse werknemers en de verjonging van de kapiteins en stuurmannen is Engels het meest voor de hand liggend als toelaatbare voertaal en geen Duits.”
Vakmanschap kan aanvaringen voorkomen
Arjen Mintjes, directeur Maritieme Academie Harlingen: “In de binnenvaart bestaat het potatopeel syndroom. Dat staat voor het feit dat het tot op heden mogelijk is om met vaartijd je papieren te halen. Zonder dat je een opleiding van binnen hebt gezien”.
Aan het potatopeel syndroom komt een eind. In zijn functie als voorzitter van Edinna, de koepel van alle Europese binnenvaartopleidingen, werkt hij sinds 2008 aan de harmonisering van de opleidingseisen. In 2017 werd een Europese richtlijn opgesteld waarin de eisen voor binnenvaartbemanningen gelijkgetrokken zijn. Die richtlijn geldt vanaf januari 2022.
De belangrijkste eisen voor toekomstige binnenvaartschippers en -kapiteins zijn: 3 jaar vaartijd én het afleggen van een praktijkexamen waarin communicatie nadrukkelijk aan de orde komt.
Het was ook de bedoeling dat er een uniforme voertaal zou worden afgesproken, maar daarover is nog geen besluit genomen.
Aanvullend: het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) over de aanvaring in 2019 tussen een chemicaliëntanker en een riviercruiseschip met 220 man aan boord.
De OVV heeft aanbevelingen gedaan oa voor een effectievere handhaving van de voertaaleis aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De reactie op die aanbevelingen wordt begin juni verwacht.
Rijkswaterstaat werkt aan een verbetering van de manier waarop incidenten worden vastgelegd.