Koffiebekers, balpennen, hondenpoepzakken of regenponcho’s. Steeds meer producten zijn gemaakt van biobased plastic. Wat is het verschil met ‘gewoon’ plastic en is het beter voor het milieu?
We bellen met François de Bie, voorzitter van de branchevereniging European Bioplastics en met Annemiek Verrips, wetenschappelijk medewerker van het Centraal Planbureau en mede-auteur van het rapport De circulaire economie van kunststof (CPB). We vragen ze los van elkaar naar de zin en onzin van bioplastics.
We zien om ons heen veel verschillende producten die gemaakt zijn van bioplastics. Wat is dit voor plastic en is het biologisch afbreekbaar?
‘Bioplastics worden gemaakt uit biologische en hernieuwbare bronnen zoals maïs, rietsuiker, tarwe of aardappelen,’ legt Verrips ons uit. ‘Dat betekent niet dat het daardoor ook biologisch afbreekbaar is.’
François de Bie ziet dat niet iedereen zich daarvan bewust is. ‘Niet alle bioplastics zijn inderdaad biologisch afbreekbaar. Een materiaal is biologisch afbreekbaar wanneer schimmels en bacteriën het product op natuurlijke wijze kunnen afbreken. Dat geldt voor heel veel bioplastics niet.’
Is bioplastic een oplossing voor ons ‘plastic-probleem’?
De Bie: ‘De milieuwinst van bioplastics zit in de lagere CO2 uitstoot omdat het niet gemaakt wordt van fossiele brandstoffen.’
Maar voor de plastic soep is het geen oplossing, meent Verrips. ‘Deze plastics zijn net zo schadelijk voor de natuur. Ze breken niet ‘vanzelf’ af omdat ze van een biologische grondstof zijn gemaakt.’
We komen ook producten tegen, zoals koffiebekers en wegwerpbestek, waarop staat dat ze biologisch afbreekbaar zijn en composteerbaar. Kan ik deze bekertjes en vorken bij mijn groente-, fruit-, en tuinafval doen?
‘Als een bioplastic ook composteerbaar is dan betekent het niet dat je deze producten in de tuin op je composthoop kan gooien en dat ze dan vanzelf verdwijnen,’ vertelt De Bie. ‘Een composteerbare bioplastic moet binnen 12 weken voor 90 procent afgebroken kunnen worden in een industriële composteringsinstallatie. Dit houdt simpel gezegd in dat het wordt opgegeten door micro-organismen en dat er water en CO2 overblijft. Het voldoet dan aan de EN 13432 -norm. Dit is een Europees keurmerk voor composteerbaar bioplastic.’
Waarom wordt niet alles gemaakt van composteerbaar bioplastic? Dan zou alles vergaan tot compost in zo’n composteringsinstallatie?
Volgens De Bie zijn er tal van producten die je helemaal niet moet willen composteren. ‘Een koffiebeker of wegwerpbestek hoort niet in de groente-, fruit- en tuinafvalbak’, regeert hij. ‘Deze producten zou je moeten recyclen. Dan blijven de grondstoffen in de ‘loop’ en ben je echt circulair bezig.’ De Bie vertelt dat op zijn bureau een champagneglas staat, dat gemaakt is van bioplastic en composteerbaar is. ‘Dit is zinloos’, zegt hij. ‘Een bioplastic moet alleen composteerbaar zijn als het sowieso in het gft-afval terecht zou komen.’ De Bie noemt als voorbeeld een theezakje of een koffiepad. De Bie: ‘Hierdoor zorg je ervoor dat de koffieprut en theeblaadjes samen met de sinaasappelschillen worden gecomposteerd. Maar een champagneglas heeft geen enkel nut om in de gft-bak te gooien.’
Annemiek Verrips vindt ook dat composteerbare bio-plastics alleen nuttig zijn voor specifieke toepassingen, bijvoorbeeld voor afval dat vaak in het milieu belandt of afvalzakken voor gft-afval. ‘Het is geen oplossing voor ons ‘plastic’ probleem. Plastics van fossiele grondstoffen hebben de afgelopen jaren een hele slechte naam gekregen. Een alternatief is echter lang niet altijd beter voor het milieu. We hebben een milieuprobleem. Dat los je niet op door plastics te composteren (ook daar komt CO2 bij vrij). Je moet ervoor zorgen dat plastics zoveel mogelijk recyclebaar zijn en bovenal niet in het milieu eindigen.’
Hoeveel bioplastic wordt er geproduceerd in de wereld?
Momenteel is de bijdrage van bioplastics aan de productie van kunststoffen nog heel beperkt, legt Verrips uit. ‘Het gaat om ongeveer ruim 1 procent van al het plastic dat wereldwijd wordt geproduceerd.’
Bioplastics zijn dus gemaakt van biomassa zoals maïs, rietsuiker, tarwe of aardappelen. Daar is landbouwgrond voor nodig. Is dat een probleem?
François de Bie reageert een tikkeltje geërgerd op de vraag. ‘Dit is altijd het tegenargument van mensen die liever niet willen dat de productie van bioplastic groeit. Op dit moment wordt wereldwijd maar 0,02 procent van al onze landbouwgrond gebruikt om bioplastics te maken. Dit is natuurlijk helemaal niks. Er is voldoende land en voldoende voedsel. Ik vergelijk het weleens met de milieu- impact van biefstuk. Die is vele malen groter.’
Annemiek Verrips nuanceert dit beeld. ‘We moeten wel rekening houden met de neveneffecten van het maken van bioplastics om te kunnen bepalen hoeveel milieuwinst het daadwerkelijk oplevert. Hoeveel grond moet er worden gebruikt en wat zijn de gevolgen hiervan voor natuur en landschap? Hoeveel pesticiden worden er gespoten en hoeveel van het sterke broeikasgas N2O (lachgas, red.) komt er vrij? Dit zijn belangrijke vragen om te beantwoorden als je wilt bepalen of bioplastic daadwerkelijk beter is voor het milieu.
Wat is de toekomst van bioplastic?
‘We weten allemaal dat we een groot milieuprobleem hebben. Maar het is voor veel mensen moeilijk om ‘anders’ te gaan denken,’ legt De Bie uit. ‘De belangen van de gevestigde industrie zijn heel erg groot. Op dit moment is de prijs van bioplastics nog veel hoger dan van plastic dat gemaakt wordt van olie: ongeveer 20 tot 50 procent duurder. Maar het heeft aantoonbare milieuvoordelen zoals minder CO2 uitstoot. Het zou de overheid sieren als ze hier meer richting en sturing aan zou geven door regelgeving te maken voor bioplastics.’
Annemiek Verrips komt in maart met een groep Europese wetenschappers met een advies aan de Europese Commissie over de omgang met kunststof verpakkingen in Europa. ‘De biologisch afbreekbare en composteerbare verpakkingen worden hierin ook besproken.’