We lopen met boer Jelle door zijn wei waar de koeien grazen in de sneeuw. Het zijn Lakenvelders: een zeldzaam runderras herkenbaar aan de witte band om de middel. Jelle Hidma uit Twekkelo is pas drie jaar boer, maar ziet door de nieuwe mestwetgeving zijn droom in rook op gaan. Binnenkort moet hij misschien wel stoppen met zijn boerenbedrijf.
De koeien staan bij Jelle buiten, ook in de vrieskou. En ze hebben namen: de één heet Lotte, de ander Jenny. Ze kunnen wel naar binnen, naar de schuilstal, maar ze vinden het buiten blijkbaar fijn. ‘Wat is er nou zo bijzonder aan deze koeien?,’ vraagt onze presentator Teun van de Keuken. ‘Dit ras heet de Lakenvelder, dit is een heel oud-Hollandse dubbeldoelkoe: koeien die zowel melk als vlees geven.’
Hidma reisde als cameraman de hele wereld over voor programma’s als Klokhuis en Nova, nu geniet hij van zijn koeien. Hij heeft pas sinds 2015 een boerenbedrijf, Koeien van Jelle, waar hij Lakenvelders houdt als zoogvee, voor het vlees dus. ‘Rijk word ik er niet van. Maar als ik 's ochtends mijn koeien in de dauw zie staan, voel ik me een gelukkig mens.’ Hij gaf er zijn carrière voor op en op dit moment maakt hij geen winst.
‘Ik heb nu 28 koeien en ik wil 50 koeien hebben: dan kan ik een klein boterhammetje verdienen.’ De koeien die te oud zijn of niet drachtig worden, gaan naar de slacht en daar worden vleespakketjes van gemaakt.
Boer met een missie
Jelle vervolgt: ‘Ik heb die Lakenvelders omdat die populatie zo klein is. Het is een bedreigd runderras. De bedoeling is dat er meer Lakenvelders komen. Dertig jaar geleden waren er maar 200, nu zijn het er ongeveer 3000, maar om een gezonde populatie te hebben, heb je er ongeveer 5 à 6000 nodig in Nederland.’
Teun: ‘Jij bent een boer met een missie?’ Jelle: ‘Ja, misschien wel ja. Ik kan hier als kleine boer in m’n eentje niet de hele wereld veranderen. Maar ik kan mensen wel laten zien hoe je het ook zou kunnen doen. Ik zeg niet dat de reguliere landbouw fout is, maar ik probeer een andere manier te laten zien: dat je op een diervriendelijkere, duurzamere manier ook kunt boeren. In de hoop dat nog veel meer mensen dat gaan doen.’
Nieuwe regels: minder koeien
De vraag is of die grotere populatie Lakenvelders er gaat komen, want er zijn nieuwe fosfaatregels in Nederland. Wat is er aan de hand?
Sinds de Europese Commissie het melkquotum afschafte in april 2015, groeide de melkveehouderij explosief. Maar meer koeien en meer melk betekenen ook meer mest en dus meer vervuiling. In 2017 werd daarom het fosfaatreductieplan ingesteld om de veestapel te laten inkrimpen, waarbij er een uitzondering werd gemaakt voor de zeldzame runderrassen.
Maar sinds 1 januari 2018 is er de nieuwe meststoffenwet: de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) berekent op basis van het aantal koeien dat een boer op 2 juli 2015 had hoeveel fosfaatrechten die boer krijgt en dus hoeveel koeien die boer mag hebben. De koeien die teveel zijn moeten weg, worden geslacht of er moet een geldbedrag per koe worden betaald: je koopt dan een fosfaatrecht. Doe je dat niet, dan krijg je een boete.
Het ministerie maakt in dit nieuwe systeem echter geen uitzonderingen voor met uitsterven bedreigde runderrassen als de Lakenvelder of een ‘ordinaire’ zwartbonte Holstein waar er ruim 1,2 miljoen van zijn. Ook werd in eerste instantie de zoogveehouderij uitgezonderd van de regels, maar dat is teruggedraaid. Verreweg de meeste zeldzame runderrassen zijn zoogveedieren. Voor het jongvee, dat gehouden wordt voor het vlees, moeten nu ook fosfaatrechten worden gekocht.
Teun: ‘Ik begrijp dat jouw bedrijf door de nieuwe regels ook bedreigd wordt?’
Jelle: ‘Ja dat klopt ja. Je mag wel zoogveekoeien hebben, maar voor de kalfjes en pinken (runderen van een jaar oud, red.) moet ik fosfaatrechten hebben. Ik heb niet meer tijd om te wachten en als ik erop gok dan krijg ik een grote boete: 12.000 euro aan het einde van het jaar. Ik ben nu al in overtreding. Als er niets verandert, dan moet ik begin maart mijn jongvee weg doen.’
Teun: ‘Wat betekent dat voor jouw bedrijf?’
Jelle: ‘Het betekent dat ik gewoon op moet houden. Als ik geen jongvee meer mag houden, kan ik niet meer fokken. Dan kan ik dus niet zorgen dat er een grotere populatie Lakenvelders komt.’
Teun: ‘Dan houdt het met de Lakenvelder dus ook op?’
Jelle: ‘Ja, en met de Blaarkop en met de Witrik en met het Brandrode rund.’
Teun: ‘Geen zeldzame koeien meer?’
Jelle: ‘Geen zeldzame koeien meer.’
‘Dat vind jij ook niet leuk hè Lotte?’ Teun praat tegen een koe.
Jelle: ‘Dat is niet Lotte hoor. Dat is de dochter van Lotte van vorig jaar.’
Teun: ‘Zie je nou wel, ze lijken ook op elkaar, dat zwarte bij die ogen.’
Oplossing
Wat nu? Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit werkt in overleg met de boeren aan een oplossing voor de zeldzame runderrassen. Een woordvoerder laat weten: ‘De minister heeft aangegeven te willen kijken (buiten het fosfaatrechtenstelsel) naar andere mogelijkheden om het houden van zeldzame rassen te stimuleren. We verwachten binnen twee weken met een oplossing te kunnen komen.’