Verhalen over strenge gemeenteambtenaren die bijstandsgerechtigden op de huid zitten, geen ruimte voor ‘maatwerk’ en een forse boete als je vergeet te vertellen over je vrijwilligerswerk of het oppassen op je kleinkinderen. Paulien de Winter kent dit soort voorbeelden ook, maar tijdens haar promotieonderzoek zag ze ook een andere kant. “Heel veel medewerkers bij uitkeringsinstanties zetten zich met hart en ziel in om deze mensen te helpen. Ik heb veel respect en waardering voor hen gekregen, ze moeten schipperen tussen allerlei regels en belangen.”

Voor haar onderzoek ‘Tussen de regels’ keek De Winter (Rijksuniversiteit Groningen) maanden mee over de schouders van medewerkers van drie sociale diensten en twee afdelingen van uitkeringsinstantie UWV. Ze ging mee op huisbezoeken en zat bij gesprekken met klanten. De Winter: ‘Tijdens één van die huisbezoeken zag ik dat fraude ook echt voorkomt en dat er dan ook sancties worden opgelegd. Maar ik merkte ook dat er regelmatig buiten de lijntjes wordt gekleurd om dingen voor uitkeringsgerechtigden op te lossen.’

Verharding

Sinds een aantal jaren heerst er vanuit de landelijke overheid een strenger beleid als het gaat om fraude met uitkeringen. Het devies is dat ‘fraude niet mag lonen’. De Participatiewet en de zogenoemde Fraudewet zorgen ervoor dat wanneer je een bijstandsuitkering ontvangt je je aan strenge regels moet houden, zoals het melden van alles wat van invloed kan zijn op het recht op uitkering (de zogenoemde inlichtingenplicht). Wanneer je je niet aan de regels of de inlichtingenplicht houdt, kan je van fraude worden beticht en bovendien een forse boete krijgen.

Dat levert soms ook mensen op die als fraudeurs worden bestempeld maar die geen fraudeurs zijn, zo vinden critici van het strengere beleid. ‘Een verharding die zijn doel voorbij schiet’, noemt sociaal advocaat Wies de Jonge het eerder in ons onderzoek Schulden.

Strengere wet, geen strengere uitvoering

De Winter wil dat beeld graag nuanceren. “In de uitvoering is het lang niet overal strenger geworden sinds de invoering van de Fraudewet. Er was in het begin veel weerstand tegen de nieuwe regels en medewerkers zijn niet zonder meer meegaan in dat strengere beleid. Veel van deze mensen werken al jaren in dit vak. Ze hebben een eigen visie over hoe ze het beste met hun klanten kunnen omgaan, dat verandert niet zomaar.”

Straffen of vriendelijk begeleiden

Uit haar onderzoek blijkt dat deze medewerkers er verschillende manieren van handhaven op na houden. Van streng straffen tot vriendelijk proberen te begeleiden. De Winter: “Bij het schenden van die inlichtingenplicht bijvoorbeeld. Dan kan de ene medewerker zeggen: ‘Ja, dat hadden we misschien zelf ook eerder kunnen achterhalen. U krijgt een waarschuwing’. Terwijl de andere medewerker zegt: ‘Nee, u had dat moeten melden, uw bijstand wordt stopgezet en u krijgt een boete’.”

Het grootste deel van de medewerkers die De Winter onderzocht, hanteert één specifieke handhavingsstijl tijdens zijn werk. Dus die zijn vooral bezig met het begeleiden van mensen zonder straffen op te leggen of ze geloven juist in het opleggen van sancties om mensen in beweging te krijgen. Dat medewerkers vaak voor één manier kiezen van handhaven heeft volgens De Winter vooral ook te maken met de cultuur, aansturing en het beleid binnen de organisatie. Maar ook de baanzekerheid of de eigen voorkeuren van medewerkers kunnen meespelen bij het vasthouden aan één specifieke manier.

Meeste mensen geen fraudeurs

De promovenda gelooft zelf meer in het switchen tussen de verschillende manieren van handhaven. Daarbij wordt niet alleen naar de overtreding gekeken, maar ook rekening gehouden met de persoonlijkheid van degene die tegenover je zit. De Winter: “De meeste mensen zijn geen fraudeurs, die willen de regels naleven. Maar soms gaat het mis en maken ze een fout. Als je dan meteen te strikt en bestraffend optreedt, kan dat een averechts effect hebben. Dan is een waarschuwing misschien meer op zijn plaats. In mijn onderzoek zag ik ook een groep medewerkers die al op deze manier te werk gaat en de begeleiding afstemt op de normen en waarden van de klant. Ze straffen waar nodig en stimuleren bovendien op andere manieren om de regels na te leven.”