Vluchtelingen beginnen hun bestaan in Nederland vaak met een schuld. Omdat ze geld moeten lenen voor hun integratietraject, maar ook omdat de instanties waarmee ze te maken krijgen het hen niet gemakkelijk maken. Naar schatting kampt een derde van de statushouders met schulden. Schrijnend voorbeeld zijn de slachtoffers van mensenhandel, die na jaren van angst en onzekerheid het land moeten verlaten, en ook nog de Belastingdienst achter zich aan krijgen. Reporter Radio praat over de schuld van de vluchteling.
Wie in Nederland een verblijfsstatus krijgt, moet gaan inburgeren. Daartoe krijgt hij van DUO, de Dienst Uitvoering Onderwijs, 10.000 euro in de vorm van een lening. Als de statushouder binnen drie jaar zijn inburgeringscertificaat haalt, wordt deze schuld hem kwijtgescholden. Maar lang niet iedere statushouder haalt zijn certificaat.
Ook via de gemeente of de Belastingdienst maken statushouders schulden. Het is zelfs moeilijk schulden te vermijden. Neem het voorbeeld van Mahari. Hij vluchtte naar Nederland omdat hij in Eritrea in dienst moest. In Nederland aangekomen volgde een nieuw gevecht: met de bureaucratie. Zo probeerde Mahari een automatische afschrijving van de huur te regelen bij de woningbouwvereniging, en dat lukte na veel vijven en zessen. "Tot de volgende maand. Toen lag er weer een acceptgiro op de deurmat," zegt hij.
Nog nooit een pinpas gezien
Er zijn ook voorbeelden van mensen die, omdat een uitkering vertraagd is of een toeslag van de Belastingdienst terugbetaald moet worden, ineens geconfronteerd worden met een gat in hun budget. Dat gaan ze dichten met geld dat daar niet voor bedoeld is en dan raken ze soms hopeloos achterop met hun betalingen. Onbekendheid met het Nederlandse systeem is een belangrijke factor – sommigen hebben tot hun aankomst in Nederland nog nooit een pinpas gezien.
Oorzaak van de wantoestanden is het rammelende beleid. Er zijn grote verschillen tussen gemeenten in inburgeringsbeleid. De ene gemeente focust op opleiding, de andere juist op werk, en een derde doet helemaal niets. Reden voor de Nationale Ombudsman om de inburgeringsperikelen die vreemdelingen ervaren ‘een valse start’ te noemen, eveneens de titel van een rapport dat vorige maand uitkwam. Minister Koolmees van Sociale Zaken heeft in juli al aangekondigd dat de inburgering op de schop gaat, maar dat is pas in 2020.
Tot die tijd zijn statushouders afhankelijk van welwillende ambtenaren en vrijwilligers om hen bij te staan in hun financiële administratie. In de gemeente Alphen aan den Rijn houden ze speciale cursussen voor inburgerende statushouders. En de gemeente Tietjerksteradeel heeft een budgetcoach voor statushouders, Ydwine Gietema, die bij de mensen langsgaat om de bankrekening te controleren en tips te geven over budgetbeheer. "Van de 100 ingeschreven statushouders hebben er bij ons twee problematische schulden."
Mensenhandel
Maar er is nog een andere groep die het slachtoffer wordt van de bureaucratie en dat zijn slachtoffers van mensenhandel. Als ze aangifte doen bij de politie, gaat die onderzoeken of het verhaal klopt. Vaak lukt dat niet omdat de dader zich niet in Nederland bevindt of het slachtoffer bang is details te geven over het misbruik. Vaak wordt de asielaanvraag dan afgewezen.
Maar gedurende het politieonderzoek krijgt de vluchteling wel een tijdelijke status, en heeft dan ook recht op bijvoorbeeld toeslagen van de Belastingdienst. Als die tijdelijke verblijfsvergunning weer ingetrokken wordt, vervalt dat recht, maar vaak gaat de vluchteling nog in beroep. Na jaren procederen kan de verblijfsvergunning van de deze vluchtelingen dan met terugwerkende kracht ingetrokken worden, en dan vordert de Belastingdienst – ook met terugwerkende kracht – de teveel uitbetaalde toeslagen in.
Vaak is een vreemdeling dan al van de radar verdwenen, soms ook niet. Het resultaat is hetzelfde: de vluchteling heeft het geld gebruikt om in Nederland te kunnen leven en kan het ook niet meer terugbetalen, want hij heeft geen asielstatus en kan dus ook niet werken.
Coulance
De Raad van State heeft diverse uitspraken gedaan die allemaal de strekking hebben dat de Belastingdienst coulance moet tonen bij het terugvorderen van toeslagen in geval een vreemdeling niet op de hoogte kon zijn van de schuld die terugbetaald moest worden.
Maar de Belastingdienst heeft het niet gemakkelijke gemaakt, zegt advocaat Caroline Forder. "Vaak wordt pas na een hoorzitting, aan de intussen onrechtmatig in Nederland verblijvende vluchteling, kenbaar gemaakt dat de schuld niet terugbetaald hoeft te worden. En mochten slachtoffers van mensenhandel uiteindelijk toch een verblijfsvergunning bemachtigen, dan is de Belastingdienst de eerste die op de stoep staat om schulden in te vorderen." Gaan ze die schuld ooit afbetalen? Waarschijnlijk niet, want van een kale kip kan je niet plukken.
Reactie
Staatssecretaris Mark Harbers die gaat over vreemdelingenzaken (Ministerie Justitie en Veiligheid) ziet naar aanleiding van deze reportage geen aanleiding "de wettelijke kaders te wijzigen."