Nederland houdt waterkwaliteit goed in de gaten. We hebben twee datasets met elkaar gecombineerd om te laten zien hoe voedingstoffen in het water invloed hebben op het aanwezigheid van blauwalg.
De waterkwaliteit wordt gemeten aan de hand van de Kaderrichtlijn Water. Het doel van deze richtlijn is om de kwaliteit van het oppervlaktewater in de EU op een goed peil te houden. Hiervoor moeten de concentraties van bepaalde stoffen in het water zo gunstig zijn dat waterplanten, insecten en vissen in het water daar goed in kunnen leven.
De data die voor deze richtlijn wordt gemeten wordt elk jaar gepubliceerd op het Waterkwaliteitsportaal. De dataset 4.oordelen_owl bevat gegevens over de concentraties van stoffen in ongeveer 720 meren, rivieren, sloten en kanalen. Hier vallen ook voedingsstoffen onder, zoals stikstof en fosfor. De concentraties voor voedingsstoffen kunnen voldoende (goed) en onvoldoende (matig, ontoereikend of slecht) zijn om de doelen van het richtlijn te halen.
Deze dataset hebben we gecombineerd met de zwemwaterdata van het Nationaal Georegister. Hier staan alleen zwemwateren die beheerd worden door het Rijkswaterstaat. In deze dataset staat beschreven of een zwemplek gevoelig is voor blauwalg. Het Rijkswaterstaat beheert 230 uit de ongeveer 780 officiële zwemplekken in Nederland. De rest wordt beheerd door waterschappen en provincies. Die publiceren geen vergelijkbare dataset.
De helft van deze 230 zwemplekken bevinden zich langs de kust. Deze hebben we uit de analyse gelaten, omdat er in zoute water binnen KRW niet wordt getoetst op fosfor. De 123 zwemplekken die over blijven, hebben we gecombineerd met de waterkwaliteitsdata van het waterkwaliteitsportaal. Een ‘waterlichaam’ gemeten onder de Kaderrichtlijn Water kan meerdere zwemplekken bevatten.