Eerbeek is een dorp met van oudsher veel industrie. Dat zorgt voor overlast, maar de bewoners accepteren dat de fabrieken bij het dorp horen. Een nieuw bestemmingsplan kan zorgen voor méér overlast. Bewoners zijn bang dat de situatie onleefbaar wordt. Wij zoeken ze op voor ons onderzoek naar Lokaal Bestuur.
Wandelend door Eerbeek is het meteen duidelijk waarom het dorp ook wel ‘de papierhoofdstad van Nederland’ genoemd wordt. Lopend naar onze eerste afspraak passeren we de ene na de andere papier- of kartonnagefabriek. Overal rijden grote vrachtwagens die uit heel Europa komen. Je zou denken dat we op een industriegebied beland zijn, maar dat is niet zo. Tussen de grote fabrieken in staan namelijk gewoon woonhuizen. Eén papierfabriek staat zelfs midden in een woonwijk.
Bestemmingsplan
Eerder spraken we al bewoner Reinoud. Hij woont al 20 jaar in Eerbeek, heeft soms overlast van de fabriek, maar vindt ook dat de papierindustrie bij het dorp hoort. De papierindustrie is immers al sinds 1650 gevestigd in Eerbeek. Toch zorgt een nieuw bestemmingsplan voor wantrouwen. Dit geeft de industrie de mogelijkheid om ongecontroleerd uit te breiden, en dat kan de situatie wel eens onleefbaar maken.
We zoeken Reinoud op in Eerbeek, in gezelschap van geboren en getogen Eerbekenaar Miranda van den Brink. Miranda woont in dezelfde straat als een grote fabriek. ‘Ik heb er best veel overlast van, soms geur en geluid, maar voornamelijk van het vrachtverkeer. Soms staat er een hele file in mijn straat van vrachtwagens vanuit heel Europa.’
Miranda en Reinoud zijn het zat. ‘De industrie hoort bij Eerbeek, maar de gemeente heeft de boel sterk laten versloffen. Ze denken onvoldoende na over hoe ze de situatie leefbaar kunnen houden. De bestemmingsplannen op de fabrieken waren sterk verouderd. Op één van de fabrieken zat er zelfs één uit de jaren ’60, terwijl een bestemmingsplan eigenlijk rond de 10 jaar vernieuwd moet worden. Nu hebben ze voor het hele dorp één groot bestemmingsplan bedacht om in grote stappen snel thuis te zijn, maar ik heb niet het idee dat de gemeente beseft wat ze hiermee aanrichten,’ aldus Miranda.
Taaie kost
Miranda en Reinoud zijn kenners op het gebied van vergunningen en dorpsindeling: Miranda werkt als vergunningsverlener bij een andere gemeente en Reinoud is planoloog. Miranda: ‘Op een bijeenkomst georganiseerd door de gemeente gaven medewerkers verschillende antwoorden, en verstrekten informatie die onvolledig was. Ik vond het nog al verontrustend, zo worden de bewoners niet goed ingelicht.’ Een groep van bewoners besloot daarom zelf maar een informatieavond te organiseren om uit te leggen wat het nieuwe bestemmingsplan daadwerkelijk zou betekenen voor Eerbeek.
‘Ik zie dat er in het bestemmingsplan geen rekening wordt gehouden met de feitelijke situatie, en dat het een visieloos plan is. De industrie krijgt een vrijbrief, maar er is niet planologisch gekeken naar hoe we de situatie leefbaar houden. Er wordt niets tegenover gesteld. Kortom, het is een ondoordacht plan’ stelt Reinoud. ‘Een bestemmingsplan is nogal taaie kost, dat kunnen gewone burgers, maar ook gemeenteraadsleden, vaak niet goed begrijpen. Zo’n plan komt er uiteindelijk dan toch doorheen, terwijl dat eigenlijk niet zou moeten.’
Reinoud en Miranda dienden uiteindelijk samen met 110 anderen, zienswijzen in tegen het bestemmingsplan, waarvan er veel werden afgewezen door de gemeente. De inwoners gaan daar tegen in beroep.
Als we op de terugweg met Miranda langs haar huis lopen, zien we de gevolgen van de industrie in het dorp. Het wegdek is kapot vanwege de vele vrachtwagens en het woonhuis naast de fabriek staat leeg, de bewoners zijn vertrokken. Miranda is bang dat ook zij hier straks niet meer prettig woont: ‘Als het nieuwe bestemmingsplan er komt, vrees ik dat ik straks niet meer in een groene woonwijk woon, maar op een industrieterrein.’