Het bosareaal neemt af in ons land, zo was ook te zien in onze uitzending over bomenkap. Veel mensen maken zich hier zorgen over, maar in de discussie over het onderwerp worden er nogal wat claims gedaan. De meest hardnekkige: we kappen bomen om ze op te stoken in biomassacentrales.

We krijgen al jaren veel tips binnen over het onderwerp bomenkap. Veel daarvan zijn van verschillende actiegroepen, die zich door heel Nederland inzetten om de kap van bos in hun omgeving te bestrijden. Het valt ons al snel op dat ze vaak verwijzen naar de economische drijfveren van bosbeheerders om te kappen, en vooral naar één oorzaak: de productie van biomassa.

Biomassa is organisch materiaal dat gebruikt wordt voor de opwekking van energie. Hoewel er veel discussie is over of dit duurzaam is, wordt bio-energie op dit moment gesubsidieerd. Voor veel tipgevers is één en één twee: bomen verstoken levert geld op dus er wordt bos gekapt om financiële redenen.

De bomenclubs staan niet alleen in hun claims over biomassa en bomenkap. Ze worden onder anderen gesteund door bekende wetenschappers zoals Louise Vet en Martijn Katan, en de laatste tijd ook door enkele ex-werknemers uit de bossector. Zoals Frits van Beusekom, een oud-directeur natuurbehoud bij Staatsbosbeheer, en Jaap Kuper, vroeger de beheerder van de kroondomeinen. Zij maken zich zorgen om kaalkap voor bosverjonging, en vermoeden dat bosbeheerders hier economische drijfveren voor hebben. Zoals de verkoop van biomassa voor de opwekking van energie.

Bomen kappen voor biomassa?

Natuurbeheerders krijgen sinds een aantal jaar minder subsidie, en zijn daarom sterker afhankelijk van hun eigen inkomsten. Die komen voornamelijk uit de oogst van hout, maar dit is niet nieuw. Altijd al halen ze een deel van hun inkomsten uit de kap van bomen, voor onder andere meubels, papier en brandhout.

De laatste jaren is biomassa daarbij gekomen. Maar het is een misverstand dat dit een enorme inkomstenbron is voor natuurorganisaties. Zo laat Staatsbosbeheer ons eerder al weten: ‘Kwalitatief hout brengt meer op dan biomassa. Biomassa is dus altijd laatste keus. Bij ons zijn de opbrengsten van biomassa in verhouding ook niet zo hoog. Het leveren van hout (voor de productie van bijvoorbeeld meubels) levert ons veel meer geld op. In 2017 leverde de kap van bomen voor verkoop ruim 25 miljoen euro op, waarvan maar 6 miljoen van biomassa kwam. Bij onze afweging waar we hout voor beschikbaar stellen kiezen we altijd voor een zo hoogwaardig mogelijke duurzame toepassing. Dat betekent dus zaaghout voor planken en balken voor meubels en de bouw. Zo houdt het hout nog heel lang CO2 vast. Alleen hout dat geen andere functie kan hebben verkopen we als biomassa.’

Ook vertelt Jan Oldenburger van Probos, het instituut dat betrokken is bij het meeste Nederlandse bosonderzoek, ons: ‘Ongeveer dertig procent van de biomassa die uit Nederland komt, komt uit het bos. Daarvan komt ongeveer de helft uit bos dat omgevormd wordt, en de andere helft van regulier bosbeheer. Een groot deel hiervan bestaat ook nog uit brandhout voor particulieren. Pure kap voor biomassa gebeurt niet.'

In dit artikel bespreken we meer claims over de bomenkap en biomassa.

Biomassa en kaalkap

Toch wordt biomassa en kaalkap vaak in één adem genoemd. Zo lezen we in een persbericht van Urgenda, de organisatie die zich inzet voor een duurzaam Nederland en in het najaar nog een rechtszaak won tegen de Nederlandse overheid over het klimaatbeleid: ‘Eén van de achterliggende redenen voor boskap blijkt de (toenemende) vraag naar biomassa te zijn.‘

Bosbeheerders krijgen het zwaar te voorduren in verschillende media. Zo zond het televisieprogramma EenVandaag onlangs een reportage uit over een kortgeding van Greenpeace tegen energiecentrales die niet kunnen bewijzen dat hun biomassa uit duurzaam beheerde bossen komen. Kuper en Van Beusekom uitten in de uitzending hun onvrede over het beleid van de Nederlandse bosbeheerders. De verkoop van bomen als biomassa zou ook een reden zijn voor de kap in Nederlandse bossen.

Maar het is Greenpeace helemaal niet te doen om biomassa uit Nederland. Directeur Joris Thijssen reageert: ‘We hebben het energie-akkoord ondertekend waarin we hebben afgesproken dat wanneer biomassa gebruikt wordt als bijstook in kolencentrales, het uit duurzaam beheerd bos moet komen. We zagen in een rapportage van Nederlandse kolencentrales dat er biomassa gebruikt werd waarbij dit niet bewezen kon worden. Deze biomassa kwam uit bos in Litouwen. Het gaat ons voornamelijk om biomassa uit het buitenland.'

‘Het is terecht dat we vanuit klimaatopzicht zoveel mogelijk bos moet laten staan en er zelfs meer bos bij moet komen. Als ze (Van Beusekom en Kuper, red.) zeggen: ‘Bossen hebben we nodig voor ons klimaat’, dan hebben ze daar helemaal gelijk in. (…) De kolencentrales, waar het ons nu over gaat, zijn niet van plan om heel veel Nederlandse biomassa te gebruiken. Die halen het vooral uit het buitenland,’ aldus Thijssen.

Uitzending

Bewijs voor het verband tussen kaalkap in Nederland en de verkoop van biomassa is niet te vinden, maar toch wordtdat verband vaak gelegd. De emoties hierover lopen bij bosliefhebbers hoog op en de media-aandacht voor deze claim lijkt de vermoedens alleen maar te bevestigen. Van gekapt bos wordt een deel verkocht als biomassa, maar stellen dat dit de reden is voor de kap gaat te ver.

Want de focus op biomassa overschaduwt het feit dat kaalkap in Nederland andere oorzaken heeft. Zo is in onze uitzending te zien dat veel bos gekapt wordt om plaats te maken voor andere soorten natuur, zoals heide. Dit heeft een goede reden, namelijk om de biodiversiteit te versterken. Maar tegelijkertijd is het wel de belangrijkste oorzaak van het afnemend bosareaal in ons land. Want bos dat gekapt wordt in het kader van het halen vanbiodiversiteitsdoelen hoeft niet ergens anders teruggeplant worden. Dat is anders bij bomen die gekapt worden voor commerciële doeleinden, daarvoor geldt een herplantplicht.

Makers