‘Wat ik op dit moment zie gebeuren in jullie onderzoek, is dat jullie te oppervlakkig graven. Ammoniak is een groot onderwerp en heel gecompliceerd. Op dit moment worden jullie door de slagers die hun eigen vlees keuren om de tuin geleid, zonder dat zelf door te hebben.’ 

Wordt de Nederlandse natuur aangetast door de landbouw? Die vraag staat centraal in ons onderzoek Boer en Beleid. In dat onderzoek krijgen wij bovenstaande e-mail van Klaas Wolters. Hij is een bezorgde agrariër. En hij is niet de enige. Meerdere boeren en betrokkenen bij de landbouw vinden dat wij slecht onderzoek doen naar de relatie tussen mest en de schade aan de natuur. Hoe zit dat?

Slecht onderbouwd onderzoek

Uit de mest van dieren en kunstmest komen verschillende stoffen vrij. Één van die stoffen is een vorm van stikstof: ammoniak. En als er teveel ammoniak in de natuur komt, kunnen planten en dieren worden beschadigd. De landbouw is niet de enige sector die ammoniak uitstoot, maar volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) zijn de boeren wel voor ongeveer 90% verantwoordelijk. En die ammoniak is volgens de Wageningen Universiteit en het Planbureau voor de Leefomgeving mede schuldig aan het aantasten van de natuur in Nederland.

Sinds de jaren 80 hebben boeren daarom veel moeten doen om minder ammoniak uit te stoten. En toch wordt er na het nemen van al die maatregelen nog steeds veel ammoniak in de lucht gemeten. Dat zorgt ervoor dat verschillende kritische wetenschappers, journalisten en boeren twijfels hebben bij de onderzoeken en conclusies van de verschillende instituten. Want, hoe kan het dat boeren wel van alles hebben gedaan om minder ammoniak uit te stoten, maar dat er niet minder ammoniak in de lucht wordt gemeten?

Geesje Rotgers is journalist en schrijft veel over het ammoniakprobleem. Zij gelooft niet in de onderzoeken die de schuld van de ammoniak in de schoenen van de landbouw schuiven. ‘Hoeveel ammoniak in de natuur komt, wordt niet gemeten. Er wordt alleen gemeten hoeveel ammoniak in de lucht zit. Maar wat in de lucht zit, komt niet direct op de planten terecht. Als je wilt kijken wat er echt in de natuur terechtkomt, moet je daar gewoon eens gaan meten,’ zegt zij.

Rekenfouten

Rotgers en andere criticasters beweren dat er fouten zitten in de manier waarop de ‘gevestigde orde’ berekent hoeveel ammoniak in de natuur komt: ‘Wij constateren een opeenstapeling van rekenkundige, modelmatige, en argumentatieve tekortkomingen in de onderbouwing van het Nederlandse ammoniakbeleid. Men kan dus niet stellen dat het ammoniakbeleid wetenschappelijk goed onderbouwd is.’

Die fouten ontstaan omdat het RIVM meet hoeveel ammoniak er in de lucht zit, en vervolgens aan de hand van een rekenmodel bepaalt hoeveel van die ammoniak dan in de natuur komt. En daar zouden dus fouten in zitten.

Relatietherapie

Inmiddels is de discussie tussen beide kampen zo hoog opgelopen dat er gesproken wordt over relatietherapie, voor men weer door een deur zou kunnen. Een speciaal instituut dat wetenschappelijke meningsverschillen bestudeert, schrijft over de ruzie: ‘Niet alleen hebben de betrokken partijen verschillende opvattingen over relevante feiten, ook spelen diverse, tegenstrijdige belangen een rol. Bovendien speelt ook wantrouwen in het andere ‘kamp’ mee. Een eenvoudige oplossing is dan ook niet voorhanden.’

De criticasters hebben voorlopig een uitnodiging om met elkaar in gesprek te gaan afgeslagen. Ze zijn bang dat het een ‘Poolse Landdag’ wordt, waar niks uitkomt. Omdat de verschillen van inzicht over de hoeveelheid schadelijke stoffen zo hoog is opgelopen, geloven zij niet dat het zinvol is om met heel veel verschillende partijen te gaan praten op dit moment.

‘Wij houden vast aan onze werkwijze’

Voor ons is het niet precies te achterhalen wie gelijk heeft in deze discussie. We kloppen daarom aan bij het ministerie van Landbouw, Volksgezondheid en Voedselkwaliteit (LNV). Zij bepalen immers waar boeren zich aan moeten houden. In een reactie op de vraag hoe het ministerie tegen de discussie aankijkt, schrijft zij: ‘De conclusies (red: van de criticasters) kunnen worden weerlegd door het RIVM en Wageningen Research.’

Ook het RIVM houdt vast aan zijn eigen werkwijze. Onderzoeker Addo van Pul: ‘Wij kennen die kritiek goed. We hebben het goed bekeken en naar de argumenten geluisterd, maar wij kijken daar toch anders naar en dat hebben we ook wetenschappelijk gepubliceerd. We hebben geen reden om onze aanpak te wijzigen.’

Zolang de overheid vasthoudt aan de onderzoeken van het RIVM, de Wageningen Universiteit en het Planbureau voor de Leefomgeving, kan het dus zijn dat toekomstig beleid nog meer gericht zal zijn op minder ammoniak vanuit de landbouw. Eén van de manieren om dat te bereiken is het houden van minder dieren. Want hoe minder dieren er zijn, hoe minder mest. En hoe minder mest, hoe minder ammoniak.

De boeren zelf

Voor boeren belangenorganisatie LTO is dat laatste echter niet bespreekbaar, zolang de discussie nog gaande is over waar de ammoniak vandaan komt. Bestuurder Trienke Elshof: ‘Ben je niet een sector aan het aanwijzen die al heel veel inspanningen heeft gedaan?’ Elshof wijst naar alle maatregelen die al genomen zijn door de boeren. Ze wil niet weglopen voor de verantwoordelijkheid van de landbouw, maar is net als Rotgers niet overtuigd over de mate van schuld: ‘Het komt uit de landbouw en dat erkennen we ook, daar doen we wat aan. Maar wat komt er uit het buitenland? En wat slaat neer op onze gronden? We moeten wel zeker weten dat wij dan het probleem zijn. En daar zijn wij nog niet van overtuigd.’

Makers