Greenpeace verlangt méér tempo van het kabinet bij de bouw van windparken op de Noordzee. Opmerkelijk, want deze windparken hebben ook negatieve effecten op de natuur: zo vliegen vogels tegen de wieken aan en raken ze leefgebied kwijt. Ook het kabinet noemt ecologie als één van de uitdagingen in het vinden van gebieden op zee om windmolens te plaatsen. Joris Wijnhoven van Greenpeace: ‘Ik denk dat een knelpunt met de richtlijnen voor vogels nabij is.’
We spreken campagneleider Joris Wijnhoven van Greenpeace voor ons onderzoek Klimaatconflict in de Polder waarin we de spanning blootleggen tussen windenergie en de gevolgen voor vogels.
Het kabinet heeft eind maart drie nieuwe gebieden op de Noordzee aangewezen om windparken te bouwen. Hier moet tussen 2023 en 2030 in totaal 6,1 gigawatt (GW) aan elektriciteit worden opgewekt. Volgens het regeerakkoord moet er tot 2030 in totaal voor zeven GW aan energie door windparken op zee worden geproduceerd. Over de laatste 0,9 GW zal het kabinet later een besluit nemen, schrijft minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat aan de Tweede Kamer.
Dit is een enorme toename van windmolens ten opzichte van de situatie van nu: die leveren namelijk één GW aan elektriciteit. Twee van de aangewezen gebieden liggen voor de Noord-Hollandse kust, het derde ten noorden van de Waddeneilanden. De windparken moeten voldoende stroom opleveren voor veertig procent van ons huidig elektriciteitsverbruik.
Vogelrichtlijn als begrenzing
Er zijn wel duidelijke grenzen aan wat er aan windparken gebouwd kan worden op de Noordzee, zeker ook in ecologische zin. In de kamerbrief waarin minister Wiebes de plannen uitlegt, worden ook de vogels expliciet genoemd: ‘Op basis van de huidige beschikbare gegevens en omgang met de instandhoudingsdoelstellingen voor vogel- en zeezoogdieren die voortvloeien uit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn, vormt de instandhoudingsdoelstelling voor zeevogels de beperkende factor.’
De Europese Unie heeft in 1979 de Vogelrichtlijn vastgesteld en in 1992 de Habitatrichtlijn; Nederland heeft deze richtlijnen vervolgens omgezet in nationale wetgeving via de Wet natuurbescherming. De regels vereisen dat lidstaten bepaalde handelingen die schadelijk zijn voor vogels en andere aangewezen dier- en plantensoorten verbieden.
De bouwplannen op de Noordzee komen op een gegeven moment dus in de knel met deze richtlijnen. Dan mag de overheid wettelijk gezien niet meer windmolens bouwen, anders komen vogelsoorten in gevaar.
‘Creëer nieuwe natuur op Noordzee’
Ondanks dit aankomende knelpunt heeft Greenpeace besloten om volop in te zetten op windenergie. De club wil zelfs nog sneller gaan dan het kabinet.
'Het tempo moet wel tweemaal zo hoog worden om aan het Parijs-akkoord (onderdeel van het Klimaatverdrag, een internationaal verdrag om de opwarming van de aarde te beteugelen, red.) te voldoen,’ aldus Wijnhoven.’ De organisatie noemt wind op zee het beste middel in de strijd tegen klimaatverandering. Het kabinet wil tot en met 2030 één GW per jaar groeien, maar om de ambities van Parijs te halen is volgens Greenpeace twee GW groei per jaar hard nodig. Ook wil Greenpeace meer gebieden aanwijzen waar windmolens mogen komen, mits rekening wordt gehouden met de ecologische impact op de Noordzee en op kwetsbare natuurgebieden.
En de vogels dan?
En dat laatste is het lastige punt. Want als je nog sneller gaat, kom je ook nog sneller in de knel met de Vogelrichtlijn. Vindt Greenpeace dat niet erg? Net als bij andere groene clubs, is dit een worsteling.
Wijnhoven: ‘Je komt tegen de grenzen aan van wat mag, dat klopt. Daarom moet je de
problemen ook niet opzoeken. Ik zou niet snel plekken gaan aanwijzen om windmolens te bouwen als je weet dat daar die vogelrichtlijn een belemmerende factor is.’ Er zijn plekken op de Noordzee die belangrijker zijn voor vogels dan andere. Je moet dus goed kijken wáár je een windpark bouwt.’
‘Het tweede wat je moet doen is je geest een beetje creatief gebruiken en bedenken hoe je die vogelrichtlijn zou kunnen interpreteren. Bijvoorbeeld nieuwe gebieden creëren voor vogels op zee waar ze goed kunnen eten. Als er niet gevaren en niet gevist mag worden in de windparken, dan zou je er natuurgebieden van kunnen maken: een soort reservaat (vissers mogen niet met sleepnetten vissen in de windparken, maar er wel doorheen varen, red.). Het zal van alle kanten een soepele geest vragen om zowel het belang van vogels te dienen en veel windmolens te kunnen bouwen.’
Volgens Wijnhoven is de kans groot dat het knelpunt tussen de windenergieplannen van het kabinet en de Vogelrichtlijn al snel nabij is. ‘Dat is reden te meer om snel te gaan nadenken hoe je meer natuur op de Noordzee kunt creëren, want als je een voorstander bent van wind, dan ben je automatisch ook een voorstander van meer natuur. Als je nu kunt laten zien aan een rechter dat er per saldo meer natuur komt op zee, dan is er een grotere kans dat je ook je windmolens kwijt kunt.’
Wijnhoven: ‘Je kan zeggen als Greenpeace dat je helemaal niks durft te doen in de Noordzee, maarelke vorm van energie-opwekking heeft nadelen.’