Al ruim 10 jaar houdt hij zich bezig met de wolf. Hugh Jansman is ecoloog en verbonden aan Wageningen Environmental Research. Hij constateert dat de huidige onrust rond het toenemend aantal wolvenaanvallen slecht is voor het draagvlak van het roofdier. Maar er kan nog veel verbeteren waardoor wolf en mens juist wél naast elkaar kunnen leven, zo stelt hij vast.

Veel mensen die wij spreken in ons onderzoek ‘Van wie is de natuur?’ zijn bang dat de wolf uiteindelijk ook een mens zal aanvallen. Wolven worden inmiddels ook steeds vaker gespot op plekken buiten natuurgebieden en dat zorgt voor onrust. Hoe terecht zijn die zorgen?

“Wolven proberen mensen zo veel mogelijk te vermijden. Dat betekent dat ze meestal nachtactief zijn, maar daar waar het nodig is, zullen ze ook overdag wel eens een rondje maken. Dat mensen af en toe een wolf zien lopen is dus niet helemaal te voorkomen, zeker niet in zo’n dichtbevolkt land als Nederland. Toch zullen ze ook overdag mensen zo veel mogelijk proberen te vermijden. Als dieren tam gemaakt zijn door ze bijvoorbeeld te voeren, dan kan het wel zijn dat ze dichterbij mensen komen, maar dat is geen natuurlijk gedrag.

Het is overigens wel zo dat als een wolf agressief gedrag vertoont richting mensen, dat hij dan wel verwijderd mag worden. Het welzijn van mensen heeft bij de overheid de hoogste prioriteit, dan pas komt de wolf. Sterker nog, het is ook een aanbeveling van dierenecologen om een wolf in een dergelijke situatie te verwijderen.”

Maar je ziet ook dat de wolf steeds grotere hoefdieren, koeien en paarden, aanvalt. Is dat ook geen atypisch gedrag en een teken dat de wolf zich aanpast aan ons systeem?

“Nee, het is geen atypisch gedrag, we zien het in Vlaanderen en Duitsland ook. De wolf is een hele simpele jager. Hij is een lichtgewicht met alleen maar een krachtige kaak met een paar hoektanden. Dat is wat we een ‘laag-efficiënte jager’ noemen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een leeuw of een tijger die met zijn klauwen een prooi echt kapot kan maken.

Een wolf moet het dus hebben van veilig voedsel dat hij zonder risico op verwondingen kan pakken. En dat zijn met name reeën, een wild zwijn is eigenlijk al te gevaarlijk voor hem. Een schaap is ook een makkelijke prooi voor de wolf, want zelfs jij en ik kunnen een schaap doden zonder enig risico op verwonding. Als een wolf grotere dieren aanvalt zijn het meestal de oude, zwakke of zieke dieren. Dat is wat je nu in Drenthe ziet gebeuren. In Vlaanderen zijn bijvoorbeeld ook gevallen bekend waar wolven doorgefokte dikbilkoeien aanvallen. Die dieren zijn zo zwaar en groot dat ze zich niet eens kunnen omdraaien en dan is het voor de wolf natuurlijk appeltje, eitje. Die dikbilkoeien kunnen zich totaal niet verweren, ook al zijn ze groot.”

Een wolf heeft in de natuur een ongelooflijk belangrijke rol te vervullen. Het is eigenlijk de dirigent van het hele ecosysteem. We zien bijvoorbeeld op de Veluwe dat er jaarlijks zo’n 50 tot 80 procent van alle herten en zwijnen geschoten moeten worden om de hoefdierpopulatie een beetje in toom te houden. En die wolf kan daar een hele belangrijke rol in vervullen doordat hij juist op deze dieren jaagt, maar vooral omdat hoefdieren ander gedrag gaan vertonen als ze weten dat er een roofdier in de omgeving is. Dat zorgt voor meer variatie in de vegetatie omdat niet meer alles wordt afgegraasd door hoefdieren; ze vermijden plekken waar ze kwetsbaar zijn voor een roofdier.

Wat je alleen ziet is dat de wolf zo mobiel is - hij kan wel 30 kilometer per nacht lopen - dat hij ook in cultuurlandschap terechtkomt. Dat is nu waar het conflict ontstaat. Hij vertoont zich dus ook in gebieden waar na ruim 100 jaar afwezigheid van roofdieren nu vee wordt gehouden. En bovendien op een manier waarop ze niet veilig staan voor de wolf. Het natuurlijke gedrag van schapen om zich te beschermen tegen prooidieren is om heel hard een bergklif op te rennen, daar horen ze. Maar in laagland Nederland hebben we ze in een wei gezet, met een paar draadjes eromheen zodat ze zelf niet in de sloot lopen. Maar dat is niet geschikt om de wolven buiten te houden.”

Begrijp je de frustratie en onrust die er nu is ontstaan onder bijvoorbeeld schapenhouders die al jaren schapen op deze manier houden en nu opeens bedreigd worden door de komst van de wolf?

“Ja, ik begrijp die frustratie ten zeerste. Ik kom zelf uit een agrarische familie en ik denk dat we als land, als maatschappij, als burger, consument en overheid echt alles in moeten zetten om te zien hoe we de landbouw gaan helpen als het gaat om de wolf.

En in alle eerlijkheid, de overheid is daar al sinds 2010 mee bezig. Alle rapporten liggen er, de maatschappelijke organisaties, de schapenhouders, de jagers, terreineigenaren zijn daar allemaal bij betrokken, maar op één of andere manier komt het nog niet op de ‘werkvloer’ bij de agrariër die zijn vee in de wei heeft staan. En ik denk dat er daar qua communicatie en begeleiding nog een boel winst gepakt kan worden. Dat gaat om – heel praktisch -: ‘hoe pak je dat aan met zo’n hek’. Maar ook om begrip voor de extra opgave waar die veehouders voor staan.”

Helpt dat wel echt zo’n hek? Want we horen ook wel verhalen van veehouders die wolfwerende hekken hebben staan, maar toch te maken krijgen met een wolvenaanval.

“Hekken werken absoluut, alleen is er wel een verschil tussen een hekwerk plaatsen wat technisch aan de eisen voldoet en een hekwerk plaatsen dat zo goed staat dat een wolf daar ook daadwerkelijk geen enkele doorgang bij vindt. En daar zit de moeilijkheid waar agrariërs nog beter in begeleid kunnen worden. Zorg dat er bijvoorbeeld geen greppeltje onder het hek zit of vertel als overheid tegen een boer dat een sloot ook ingerasterd moet worden omdat een wolf daar anders ook overheen komt.

Niets is frustrerender dan een veehouder die uiteindelijk bereid is gebleken om z'n maatregelen te treffen en die tijd, energie en geld heeft geïnvesteerd en dat de wolf toch nog op bezoek komt. Zorg dus dat je het inzetten van preventieve maatregelen goed begeleidt. Lever niet alleen een technische IKEA-brochure met een pakket aan; dat is ook een aanbeveling van de Duitse collega's die al 20 jaar lang ervaring met de wolf hebben.”

Wat doet al deze frustratie, onduidelijkheden en onrust volgens jou met het draagvlak voor de aanwezigheid van de wolf?

“’Schapen beschermen, is wolven beschermen’ is de uitdrukking. Als je het vee goed beschermt dan is er ook draagvlak voor de wolf omdat er minder aanvallen zijn. En dat beschermen gebeurt nu nog onvoldoende. Als er structureel aanvallen blijven plaatsvinden dan gaat het draagvlak voor de wolven onderuit en gaan mensen illegale handelingen verrichten. En ondanks de enorme straffen (de wolf is een beschermd dier, red.) die daarop staan is dat misschien wel de emotie die onder de bevolking gaat ontstaan. En daarom is er goed en duurzaam leiderschap nodig, in dit geval van de provincies.

Ik denk dat de overheid meer zou kunnen doen om begrip te creëren voor de situatie en de veehouders actiever kan betrekken en motiveren om bij te dragen aan bescherming van vee. Er zijn in de meeste provincies subsidiemaatregelen voor preventieve maatregelen, maar de bereidheid onder veehouders om daar gebruik van te maken is minimaal. Er liggen ecologische en juridische rapporten over de wolf, maar ik denk dat het nu ook tijd is om naar het sociale aspect te gaan kijken: hoe krijgen we de transitie dat we in Nederland leren samenleven met grote roofdieren? We staan met ons land nogal voor wat uitdagingen en dat vereist dus leiderschap.”

Dat leiderschap ligt nu bij de provincies. Die wolf houdt zich niet echt aan de provinciegrenzen zo lijkt het. Moet er niet meer landelijke regie komen?

“Dat is een discussie die we vaker voeren op verschillende dossiers. De decentralisatie heeft voor natuurbeleid niet altijd de gewenste gevolgen, omdat het er vaak stroperiger en moeizamer door wordt. En nu bij de wolf zie je dat het ook niet helpt. Er wordt dan centraal iets bedacht en dan willen de individuele provincies er ook nog iets over vinden. En dat is goed, maar in urgente situaties wellicht niet het meest handige.”

Bekijk hieronder de uitzending: In de ban van de wolf

In de ban van de wolf
26 min 5 s

Na 150 jaar afwezigheid is de wolf sinds 2019 weer officieel 'gevestigd' in Nederland. Dat vinden velen goed nieuws, maar het dier zorgt op bepaalde plekken wél voor schade en angst. Drentse veeartsen maken zich zorgen om 'onnodig dierenleed' bij landbouwhuisdieren in hun provincie en vinden de situatie niet langer houdbaar. Toch weten we al tien jaar dat de wolf terug zou keren. Was Nederland wel goed voorbereid op zijn komst?