We reizen niet vaak af naar het buitenland voor ons onderzoek naar hoe Nederlandse kinderen opgroeien, maar nu schoolmaaltijden hoog op de Nederlandse politieke agenda staan, willen we graag een kijkje nemen in een land waar kinderen al jaren op school eten krijgen. Hoe gaat zo’n lunch in z’n werk? Zouden we dat in Nederland ook moeten willen? We eten een hapje mee op een school in Vallentuna, Zweden. 

Voor ons onderzoek naar gezond opgroeien, komen we in contact met de Zweedse onderzoeker Petter Lundborg. Hij vertelt dat onderzoek laat zien dat de gezonde schoolmaaltijden die Zweedse kinderen krijgen veel opleveren: de kinderen worden groter en studeren langer, waardoor ze later meer inkomen hebben. Bij kinderen uit arme gezinnen zien ze het grootste verschil.

Meer weten over Petters onderzoek?

Vis met kreeftensaus of een broodje hagelslag: wat is een normale lunch?

Deze Zweedse onderzoeker vindt onze lunch met een broodje hagelslag maar raar

“De kinderen werden langer en gingen vaker naar de universiteit.” Een schoollunch helpt kinderen vooruit, laat Zweeds onderzoek zien.

Maar: hoe ziet zo’n lunch er dan uit? Dat wil Charlotte Muntzing ons wel laten zien. Zij is chef van de afdeling Voeding, Milieu en Volksgezondheid en verantwoordelijk voor het voeden van alle kinderen in haar gemeente: Vallentuna.

De school die we bezoeken is nieuw en groot. Bij binnenkomst moeten de schoenen uit. Er zitten ongeveer duizend kinderen tussen de 6 tot 16 jaar en die eten dus allemaal op school. Op een groot scherm zien we het weekmenu. Vandaag serveren ze Indiase linzenstoofpot en Thaise curry.

De kinderen vinden wat op het menu staat niet altijd lekker, maar het is wel voedzaam.

Met zeker vijf man wordt er iedere dag hard gewerkt in de keuken om alle kinderen een vegetarisch gerecht en een vleesgerecht te kunnen serveren. Daarnaast zetten de koks een saladebar met crackers en brood klaar. Hoofdkok Karl Weidegard is een aardige, zachte man. Met een houten spatel van anderhalve (!) meter roert hij door een enorme pan met Thaise curry.

Vandaag staat er Thaise curry op het menu

Vandaag is het rundvlees wat de kinderen krijgen. “Ze eten liever kip”,” vertelt Karl. “Maar we willen niet altijd hetzelfde maken.” Naast vlees maakt Karl ook elke dag een vegetarische maaltijd. Naast hem pruttelt dus ook een linzenstoofpot. Vinden de kinderen dit lekker? “Tja, als je aan de kinderen vraagt wat ze willen eten, dan is het antwoord: pasta, pizza en gehaktballen.” Bij Zweedse kinderen is de biologische drang om calorierijk te eten net zo groot als elders in de wereld. Karl: “Dat zetten we af en toe ook heus op het menu, maar we willen zo min mogelijk vlees geven. De woensdag is al helemaal vegetarisch.”

Onze hamster maakt dat we calorierijk eten zo lekker vinden, zegt deze kinderarts

Kinderarts Felix legt uit waarom we zo blij worden van calorierijk eten

Bij calorierijk voedsel word je beloond via je autonome zenuwstelsel. Alles voelt fijn.

Over het menu is tot in de puntjes nagedacht, licht Karl toe: de hoeveelheden vlees, eiwitten, vezels en calorieën per dag. Dat is om te zorgen dat de kinderen alle voedingsstoffen binnenkrijgen die ze nodig hebben. Karl: “Helaas weet je natuurlijk niet wat de kinderen op hun bord scheppen.

Wat is voedzaam?

In de richtlijnen van het Zweedse voedingscentrum staat dat een schoolmaaltijd 25 tot 30 procent van de totale calorie-inname per dag mag zijn. Verder moeten de scholen 1 keer per week vette vis serveren, niet meer dan 500 gram rood vlees per week, en voor de rest vooral veel vegetarische en volkoren producten.

Vandaag heeft kok Karl een beetje stress. Twee van zijn personeelsleden zijn ziek en hij heeft al een tekort. Hij is blij als zijn collega van een andere locatie binnenstapt. Het is kwart over tien en de eerste kinderen staan over een half uur al in de kantine: ze moeten flink aan de bak.

1000 monden moeten worden gevuld vanmiddag

In Zweden zijn het dus de gemeenten die verantwoordelijk zijn voor de schoolmaaltijden, vertelt Charlotte, die ons meeneemt de keuken uit en naar de kantine. Hoeveel een gemeente uitgeeft aan het eten op scholen is een politieke keuze. In haar gemeente, Vallentuna, is de politieke wil groot om schoolmaaltijden zo gezond mogelijk en duurzaam te laten zijn.

Een mooi streven, meent Charlotte, maar in de praktijk valt het nog niet mee: “De inkoop moet ik aanbesteden (via een formele Europese aanbestedingsprocedure, red.) De eisen schrijf ik in de opdracht, bijvoorbeeld: zoveel mogelijk biologisch.” Maar als een bedrijf eenmaal de opdracht binnen heeft, is dat voor 4 jaar, legt Charlotte uit: “Wat er dan gebeurt, is dat het bedrijf op een gegeven moment geen biologische producten meer levert. ‘Het is op’ zeggen ze dan. En dan zit je nog steeds zonder biologisch voedsel.”

Zelf koeien kopen

Daarom koopt Charlotte zelf acht keer per jaar een paar koeien. Die worden vlakbij geslacht. “Dat is lokaal en biologisch vlees, maar wel duurder.” Ze betaalt voor dit vlees 116 kronen, ongeveer 10 euro per kilo. Als ze het bij een groot bedrijf inkoopt, dan betaalt ze 70 kronen, zo’n 7 euro. “Maar dan weet ik niet waar het vlees vandaan komt.”

Om meer plaatselijke producten te kunnen serveren hebben ze ook een ‘Vallentuna voedselmarkt’ georganiseerd, waar lokale ondernemers zich kunnen aanmelden. “We hebben nu eieren, appelsap en plantaardige kaas via lokale ondernemers.”

Het is een lange weg en je moet een missie hebben, meent Charlotte. “Hoe wij het willen, is duurder en het kost veel meer tijd. Maar het idee is dat we met de schoolmaaltijden verandering kunnen brengen in het voedselsysteem. Juist omdat er veel wordt ingekocht, kun je ook echt iets betekenen.”

Samen met het Zweedse voedingscentrum en het ministerie van Landbouw kijken ze daarom ook of ze de koppeling kunnen maken tussen de inkoop (duurzaam en lokaal) aan de ene kant, en de educatie van de kinderen aan de andere kant. “Tot nu toe staan de schoolmaaltijden helemaal los van de school. De kinderen komen in de kantine en dan eten ze. De leerkrachten en kinderen zien het als een pauze en niet als iets belangrijks.” Ze zeuren soms ook over het eten of vinden het niet lekker. Charlotte: “We zouden graag willen dat ze beseffen wat het belang is van gezond eten, waar het vandaan komt en hoe het gemaakt is.”

Ondertussen stroomt de kantine vol met de kleinste kinderen. Zij zijn als eerste aan de beurt en staan keurig in een rij te wachten. Wat opvalt is dat ze vooral rijst pakken en geschrapte worteltjes. De salade met peulen is geen favoriet.

Samen eten is gezellig

Charlotte: “Als het aan de kinderen ligt, willen ze alleen komkommer, paprika en tomaat. En soms mais. Eigenlijk moeten we ze leren eten en leren proeven. Dat hoort bij het project waar we mee bezig zijn met juf Anna.”

We mogen een kijkje nemen bij deze juf Anna Nyqvist, de leerkracht home economics. Het is een verplicht vak in Zweden en gaat over het dagelijks leven, boodschappen doen en voor jezelf zorgen. Ook kookles komt voorbij: Wat kook je en waarom? Anna: “Ik laat de kinderen zien dat de schoolmaaltijden er niet voor niets zijn. En dat er een reden is waarom we geen friet en hamburgers serveren.”

De kinderen leren groenten eten

Ze legt de kinderen uit dat het een probleem is als je te weinig vitamines en voedingsstoffen binnenkrijgt: “Het hoeft niet iedere dag jouw favoriete eten te zijn. De schoollunch is er voor je gezondheid en dat moeten ze leren,” meent Anna. “Er zit veel groente in en dat zijn kinderen vaak niet gewend. Als je het aan kinderen overlaat dan eten ze het liefste ongezond.” Maar daardoor laat Anna zich zeker niet weerhouden: “Het is moeilijker om een gebroken volwassene te lijmen dan een kind sterk te krijgen. Wij moeten ze helpen gezond op te groeien.”

Waarom schoolmaaltijden?  

Zweden is in de jaren ‘60 begonnen met het geven van schoolmaaltijden aan arme kinderen. Niet alleen omdat kinderen geen eten hadden, maar ook omdat ze slecht aten en onvoldoende voedingsstoffen binnenkregen. Langzaam zijn de schoolmaaltijden uitgebreid en sinds 1970 krijgen alle Zweedse kinderen eten op school. Het idee erachter is: als je kinderen goede voeding geeft, hebben ze dezelfde mogelijkheden tot concentreren en leren. Uit recent onderzoek onder populaties die wel en geen schoolmaaltijden hebben gehad, blijkt dat de schoolmaaltijd de gelijkheid onder kinderen inderdaad vergroot.

Appelsap is alleen voor feestjes

Ons bord is volgeschept en we nemen plaats naast de kinderen. Nog een groot verschil met Nederland: hier zie je geen pakjes Wicky of bekers ranja. Bij het eten drinken de kinderen een glas water of een glas melk. “Appelsap drinken we alleen op feestjes.”

Het rumoer neemt toe. Charlotte probeert er bovenuit te komen: “Ook in Zweden is het niet perfect. We proberen het nog gezelliger te maken in de kantine: meer planten en minder lawaai.” En, wijzend op borden met restjes: “De verspilling is ook nog een uitdaging.” Het mag dan niet perfect zijn, het is wel al een stuk gezonder dan de Hollandse boterhammen met hagelslag: Smaklig måltid.

Hoe zorg je dat er niks overblijft?

Makers