‘Mensen met problematische schulden bungelen onnodig lang, terwijl we ze wel hulp kunnen bieden.’ Dat zegt Cees van der Linden, voorzitter van de beroepsvereniging van WSNP- bewindvoerders BBW (bewindvoerders die mensen begeleiden die in de wettelijke schuldsanering zitten). Volgens Van der Linden werkt het huidige systeem van schuldhulpverlening onvoldoende en moet het daarom op de schop.
‘Ik ben nu 20 jaar actief in deze branche en ik kan niet anders concluderen dan dat de regels en wetten die er zijn verre van perfect zijn’, stelt hij vast. Van der Linden mailt ons in het onderzoek Schulden. Daarin vragen we ons af hoe het kan dat er steeds minder mensen in de wettelijke schuldsanering terechtkomen. Dit terwijl het aantal mensen met problematische schulden nagenoeg gelijk blijft.
Schuldenindustrie
‘Mensen worden soms onterecht rondgepompt in die hele schuldenindustrie’, ziet Van der Linden. ‘Ik vind dat vreemd omdat er een regeling is die juist is ingesteld om ervoor te zorgen dat mensen niet levenslang worden achtervolgd door hun schulden. Van de mensen die in de wettelijke schuldsanering (WSNP) terechtkomen, is 91 procent na 3 jaar schuldenvrij,’ legt hij uit.
De terugloop van het aantal mensen in de wettelijke regeling heeft ook voor de beroepsgroep van Van der Linden, de WSNP-bewindvoerder, nadelige effecten. ‘Ik hoor veel collega’s die stoppen of andere werkzaamheden erbij moeten gaan doen omdat er gewoon te weinig mensen in die regeling terechtkomen. Dat zorgt er op termijn voor dat er heel veel kennis en ervaring met die wettelijke sanering verdwijnt,’ aldus de voorzitter van de beroepsvereniging. ‘Dat lijkt me niet wenselijk.’
‘Te veel drempels’
Om in het wettelijke schuldsaneringstraject terecht te komen moet eerst het zogenoemde minnelijk traject worden doorlopen via de gemeentelijke schuldhulpverlening. Dat houdt in dat er met schuldeisers wordt onderhandeld om tot een betalingsregeling te komen. Pas als dat geprobeerd en mislukt is, is de weg vrij voor de wettelijke regeling.
Maar er worden veel – te veel - drempels opgeworpen om in de minnelijke regeling terecht te komen, vindt Van der Linden. En daar stokt het systeem dan ook volgens hem. ‘Schuldhulpverlening is maatwerk, maar het traject via de gemeente verloopt veelal traag en voor sommige groepen, zoals mensen met een koophuis of een onderneming, blijkt het helemaal ingewikkeld of in veel gevallen onmogelijk te zijn om te worden toegelaten tot de minnelijke regeling. Elke gemeente mag zijn eigen beleid bepalen en dat zorgt ervoor dat iemand in de ene gemeente wel en in de andere gemeente niet geholpen wordt.’
‘Schaf het minnelijke traject af’
WSNP-bewindvoerder Van der Linden is niet de enige die ervaart dat de doorstroom naar de wettelijke regeling vanuit de gemeente vastloopt. Eerder in het onderzoek spreken we al met Annette Druijf, bestuurslid bij de Nederlandse Branchevereniging voor Professionele Bewindvoerders. Ook zij beschrijft problemen bij de doorstroom naar de gemeentelijke schuldregelingen.
Om te zorgen dat er weer meer mensen via de wettelijke regeling aan een schone lei geholpen kunnen worden stelt Van der Linden voor om de minnelijke regeling af te schaffen. ‘Zorg dat er in het eerste half jaar door de WSNP-bewindvoerder wordt gekeken of er een regeling valt te treffen met de schuldeisers. Als dat niet lukt dan kan deze de rechter verzoeken het wettelijke schuldsaneringstraject voort te zetten. Het hoeft allemaal niet zo lang te duren,’ aldus Van der Linden.