“Ik dreig dakloos te raken”, vertelt Jaciënca uit Amsterdam aan De Monitor nog voor de coronacrisis. Haar huurcontract loopt af. Ze krijgt geen urgentieverklaring, vindt geen andere woonruimte en bij familie kan ze niet terecht. Als De Monitor woningcorporatie Rochdale belt, komt die eerst met een mager voorstel: “We hebben heel veel schrijnende gevallen.” Maar dan blijkt er ineens toch iets mogelijk.
De eerste ingepakte verhuisdozen staan al klaar in de hoek van de kleine studio in Amsterdam-Zuidoost. De kinderbedden zijn ingepakt, haar zoontjes (één en twee jaar) slapen in tijdelijke opklapbedjes. Jaciënca (26) moet de woning verlaten, omdat het huurcontract van haar jongerenwoning afloopt, vertelt ze aan De Monitor.
Wachttijd van gemiddeld 16 jaar
Jaciënca’s verhaal staat niet op zichzelf. Een grotere groep woningzoekenden komt vanwege de lange wachtlijsten niet in aanmerking voor een sociale huurwoning en verdient te weinig voor particuliere huur.
Daarom had ze eerder de hoop gevestigd op een urgentieverklaring, want voor de studente social work aan de Hogeschool van Amsterdam bleek het ondoenlijk om een betaalbare woning te vinden. De gemiddelde wachttijd in en rond Amsterdam is zo’n zestien jaar.
En andere opties heeft ze niet: “Bij mijn familie kan ik niet terecht. Verder heb ik niemand in mijn netwerk bij wie ik met mijn kinderen kan intrekken.” Omdat ze eind mei 26,5 jaar oud is, bereikt ze de maximumleeftijd voor de jongerenwoning en dient ze, zoals aangekondigd in haar contract, de woning te verlaten.
Jaciënca heeft daarom tot vier keer toe een urgentieverklaring aangevraagd bij de gemeente, zo vertelt ze, maar telkens zonder succes. Ook haar aanvraag voor maatschappelijke opvang werd afgewezen.
Mijn grootste angst is dat mijn kinderen bij mij worden weggehaald, omdat ik ze geen veilige omgeving kan geven.
“Ik dreig dakloos te worden”, meldt ze aan De Monitor. We spreken haar voor het eerst half maart in verband met ons onderzoek naar woonproblemen. “Mijn grootste angst is dat mijn kinderen bij mij worden weggehaald, omdat ik ze geen veilige omgeving kan geven.”
Van woningcorporatie naar wethouder
Omdat ze via de gemeente niet verder kwam belde ze verscheidene keren de woningcorporatie, maar ook die zei niks voor haar te kunnen betekenen. Tot De Monitor belde voor een reactie op haar verhaal. Toen stelde Rochdale ineens tijd nodig te hebben om Jaciënca’s dossier zorgvuldig te kunnen bestuderen. Na enkele dagen kwam een woordvoerder met nieuws: Jaciënca kon drie maanden extra verblijven in haar huidige studio. “We zetten nooit moeders met kinderen op straat”.
De vraag is of Jaciënca binnen drie maanden wel een andere woning kan vinden in de hoofdstad. Jaciënca zelf is er niet gerust op. Ze verbaast zich bovendien over de plotselinge draai die Rochdale aan het verhaal geeft: “Ik vind het raar dat nu ik met het verhaal naar buiten treed er ineens wel iets mogelijk is.”
Rochdale zegt nu aan te willen dringen op een urgentieverklaring voor Jaciënca bij de wethouder Wonen van Amsterdam Laurens Ivens (SP). Maar de wethouder laat via zijn woordvoerder weten: “Dat is juridisch gezien niet mogelijk.” In feite is dat niets nieuws, de eerder door Jaciënca aangevraagde urgentieverklaringen werden immers afgewezen, omdat haar kinderen nog niet naar school gaan. Daarbij speelt wellicht een rol dat ze daarom minder plaatsgebonden is.
De wethouder vraagt zich af waarom Rochdale geen huurwoning voor Jaciënca kan regelen. Want, zo vertelt de woordvoerder, naast de urgentieverklaring is er nóg een oplossing voor situaties als die van Jaciënca: iedere corporatie mag vijf procent van haar woningen vrij vergeven, dus los van de wachtlijst. Dat zou toch een geschikte oplossing zijn voor Jaciënca?
Maar de woningcorporatie antwoordt: “We hebben heel veel schrijnende gevallen.” Blijkbaar is Jaciënca’s situatie niet schrijnend genoeg.
Er is juridisch misschien toch nog iets mogelijk
Belletje
En dan, op het moment dat een artikel over deze ontwikkelingen bij De Monitor in de maak is, komt er een belletje van Rochdale. “Er is juridisch misschien toch nog iets mogelijk”, laat de woordvoerder weten. Of we nog even geduld kunnen hebben.
Enkele dagen daarop ontvangen we een e-mail van Rochdale met daarin weer een andere oplossing voor het probleem van Jaciënca: uitstel. “Wij hebben nog een keer naar de zaak van Jaciënca gekeken, en omdat we haar situatie schrijnend vinden, willen we haar uitstel van oplevering geven zodat zij meer tijd heeft voor het vinden van een nieuwe woning. Daar spelen de huidige omstandigheden vanwege de corona-crisis natuurlijk een rol bij. We hebben haar een vaststellingsovereenkomst geboden voor een jaar.” En tot slot: “Ondertussen bespreken wij deze casus opnieuw met de wethouder Wonen.” (Lees onderaan het artikel de volledige reactie van Rochdale.)
Jaciënca is ontzettend blij met het nieuws, laat ze weten. Ze had het niet meer verwacht. Maar ze beseft goed dat deze uitweg maar een tijdelijke oplossing is: “Ik blijf verder zoeken.” De dozen en bedjes laat ze voorlopig nog even ingepakt, in de hoop gauw een nieuwe woning te vinden.