Door de afbouw van de gesloten jeugdzorg komen jeugdzorginstellingen steeds meer in de financiële problemen terecht. Het Rijk en gemeenten hebben al voor miljoenen uitgegeven om instellingen overeind te houden. Dat blijkt uit onderzoek van Follow the Money en Pointer.
De afbouw van de gesloten jeugdzorg is onderdeel van het plan van het ministerie van VWS om de jeugdzorg te hervormen. Staatssecretaris Maarten van Ooijen wil dat geen enkele jongere meer opgesloten wordt. Het aantal plekken moet stapsgewijs in 2030 zijn teruggebracht naar nul. In de praktijk gaat die afbouw sneller dan verwacht. Rechters verwijzen kinderen minder snel door naar de gesloten jeugdzorg.
Door de snelle afbouw komen jeugdzorginstellingen in de financiële problemen terecht. “Inmiddels is 73 procent van de bedden bezet”, zegt Kees van Nieuwamerongen, directeur van de Jeugdautoriteit, de instelling die de continuïteit van de jeugdzorg moet bewaken. “Bij het bepalen van de tarieven is er geen rekening gehouden met leegstand, personeel en energiekosten. Die kosten lopen wel gewoon door en daarom kampen instellingen nu met financiële tekorten.”
Voor miljoenen bijspringen
Uit de gegevens van de Jeugdautoriteit blijkt dat zes jeugdzorgplusinstellingen er financieel slecht voorstaan. Eén van de instellingen is iHUB, één van de grootste jeugdzorginstellingen in Nederland. In Zuid-Holland - waar iHUB grotendeels actief is - moesten gemeenten de afgelopen tijd voor miljoenen bijspringen. IHUB kreeg een lening van 13 miljoen voor o.a. het betalen van de salarissen.
Hugo van der Wal is wethouder van Krimpen aan de IJssel en bestuurslid van de Gemeenschappelijke Regio Jeugdhulp Rijnmond. Hij merkt dat de ontwikkeling in zijn regio met de afbouw vrij snel is gegaan. “De afbouw van de gesloten plekken ging sneller dan waarop door aanbieders is geanticipeerd. Hierdoor ontstonden financiële problemen bij aanbieders, waardoor we als gemeenten moeten bijspringen.”
Ombouwen gesloten jeugdzorg
Naast de gemeentelijke lening van 13 miljoen heeft het Rijk inmiddels 88,5 miljoen euro beschikbaar gesteld. Van dat bedrag is 10,6 miljoen bestemd voor iHUB. Geld dat bedoeld is om de gesloten jeugdzorg om te bouwen naar alternatieven, zoals kleinschalige groepen en meer intensieve hulp aan huis.
Toch zeggen gemeenten dat het niet realistisch is dat er straks geen gesloten jeugdzorg meer is. De Haagse wethouder jeugdzorg Hilbert Bredemeijer: ”Nul is een streven, daar gaan we voor, maar dat is helaas niet realistisch. Er zullen altijd kinderen zijn die tijdelijk deze plekken nodig hebben. Die plekken moeten straks verdeeld worden over het land.”Op vragen van Follow the Money en Pointer zegt het ministerie vast te houden aan nul plekken.
Volgens de Jeugdautoriteit kijken gemeenten, instellingen en het ministerie op dit moment naar elkaar. Kees van Nieuwamerongen, directeur van de Jeugdautoriteit, waarschuwt voor de gevolgen. “Gemeenten springen nu, zoals in het geval van iHub, telkens bij, maar dat moet stoppen. Het is zinloos. Na een paar maanden is dat geld weer op, zonder dat het probleem is opgelost.” Er zit volgens de directeur van de Jeugdautoriteit maar één ding op: ‘Als de staatssecretaris geen landelijke regie gaat voeren, vallen instellingen om.’