In één klap 60.000 (en misschien zelfs 150.000) mensen aan een woning helpen: dat klinkt bijna te mooi om waar te zijn. Maar demissionair minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Mona Keijzer wil gemeenten met een instructieregel verplichten om permanente bewoning van vakantiehuisjes toe te staan. Pointer maakt een podcastserie, radio- en tv-uitzending over dit onderwerp en legt in 6 vragen uit wat je moet weten over permanente bewoning.
Wat is permanente bewoning?
Zodra een vakantiehuisje jouw hoofdverblijf is, kun je spreken van permanente bewoning. Je woont dan het grootste deel van het jaar in een huisje dat eigenlijk bedoeld is voor recreatie: vaak staan zulke huisjes op een park dat is ingericht op vakantiegangers.
Mensen die bij de gemeente staan ingeschreven op het adres van hun vakantiehuis, zijn eenvoudig te herkennen als permanente bewoners. Maar in andere gevallen is dat nog best lastig aan te tonen. Niet iedereen die er het grootste deel van het jaar verblijft, schrijft zich ook op dat adres in.
Permanente bewoning is in principe niet toegestaan, maar er zijn uitzonderingen mogelijk. "U mag alleen permanent in een recreatiewoning wonen als deze de bestemming wonen heeft", is te lezen op de website van de Rijksoverheid. "Uw gemeente bepaalt dit. Gemeenten moeten handhavend optreden tegen mensen die onrechtmatig in een recreatiewoning wonen." Maar een gemeente kan toestemming geven voor permanente bewoning of een oogje toeknijpen zodra ze er vanaf weten.
Hoeveel mensen wonen permanent op een vakantiepark?
Bijna 60.000 mensen wonen op een vakantiepark, blijkt uit cijfers van het dashboard Zicht Op Vakantieparken (Q3 2025). En dat is een onderschatting, want je kunt alleen mensen meetellen die officieel op het adres van een vakantiewoning staan ingeschreven. De overheid schat dat het daadwerkelijke aantal 2 tot 2,5 keer hoger ligt: ongeveer 150.000 personen.
Vooral in Gelderland, Noord-Brabant, Overijssel en Drenthe wonen veel mensen op een recreatiepark.
Wie wonen er eigenlijk op een vakantiepark?
Het gaat vaak om eenpersoonshuishoudens, mensen die relatief kort in Nederland zijn, langdurige schulden hebben en/of een uitkering ontvangen. Dat blijkt uit cijfers die het CBS in het najaar van 2024 publiceerde over de samenstelling van bewoners op zulke parken. Uiteraard zijn er talloze uitzonderingen te vinden, maar feit is dat bewoners van vakantieparken bovengemiddeld vaak een van deze eigenschappen bezitten.
Het zijn dus vaak mensen die niet uit luxe op zo’n park wonen, maar daar door omstandigheden (echtscheiding, financiële problemen, etc.) zijn gestrand.
Waarom mag je niet op een recreatiepark wonen?
De belangrijkste reden om niet in een vakantiehuis te mogen wonen, is dat de recreatieparken er niet op zijn ingericht om 365 dagen per jaar vaste bewoners te hebben. "Dus het voldoet niet aan de normen die je bij een normale woonwijk zou stellen", zegt Peter Boelhouwer, hoogleraar huisvestingssystemen aan de TU Delft. Er wordt meer afval weggegooid, er zijn geen winkels in de buurt en de wegen zijn vaak slecht begaanbaar.
Een vakantiepark staat er ook niet voor niets: het oorspronkelijke doel is om op die plek te recreëren. De lokale middenstand (die dan ook is ingericht op toerisme) heeft dan weinig aan een grote groep vaste bewoners die minder uit eten gaan en geen souvenirs kopen.
Daarnaast spelen nog een aantal zaken een rol. Recreatieparken staan vaak in kwetsbare natuurgebieden. En de bouwnormen voor vakantiehuizen zijn lager. Je verblijft dus in een woning met meer brandgevaar en slechtere isolatie.
Wie moet dat dan handhaven?
De gemeente moet handhaven zodra ze een vermoeden heeft van of melding krijgt over permanente bewoning. Maar uit een rondgang van Pointer onder de 342 Nederlandse gemeenten blijkt dat slechts 40 procent daadwerkelijk handhaaft.
Het is volgens Boelhouwer zeker niet wenselijk dat ineens alle gemeenten 100 procent van de tijd gaan handhaven. Sommige gemeenten hebben toezeggingen gedaan aan hun inwoners dat ze op dat adres konden blijven wonen. "Dus als je dat gedoogd hebt, dan kun je nu niet zeggen: ik ga ze nu maar op straat zetten", vindt Boelhouwer. "Dan had je dat eerder al moeten aanpakken. Je brengt mensen daarmee enorm in de problemen. Een beetje medemenselijkheid kun je wel vragen." De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) pleit dan ook voor lokaal maatwerk.
Dat levert een ingewikkelde situatie op: permanente bewoning van een vakantiehuis mag niet, maar elke gemeente gaat daar anders mee om. Eigenaren van parken moeten soms zelf optreden tegen permanente bewoners. En de bewoners worden soms al jarenlang gedoogd in hun vakantiewoning, maar raken in onzekerheid omdat de gemeente vaag blijft over haar beleid.
Komt het Rijk met een oplossing?
In Den Haag gaan al langer stemmen op om het bewonen van vakantiehuizen toe te staan. Of in ieder geval om daar minder streng op te handhaven.
In een Kamerbrief van 14 juli 2023 vroeg toenmalig minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) Hugo de Jonge aan gemeenten om 'de menselijke maat te betrachten' bij het handhaven van permanente bewoning. "Het is onwenselijk wanneer mensen op straat komen te staan. Ik verzoek gemeenten daarom om mensen voldoende tijd te geven om een andere woonplek te zoeken, en hulp te bieden bij het zoeken, wanneer dit nodig is."
Het demissionaire kabinet Schoof wil permanent wonen gedogen: een plan dat in de recreatiesector en bij gemeenten op veel kritiek kan rekenen. Vorig jaar riep Keijzer van VRO gemeenten op om voorlopig geen mensen uit hun recreatiewoning te zetten. “De woningnood is hoog. Mensen die gedwongen worden hun recreatiewoning te verlaten zullen, net als vele anderen, moeite hebben om een andere woning te vinden.” Er ligt nu een instructieregel klaar die gemeenten verplicht om permanente bewoning van vakantiehuisjes voor 10 jaar lang toe te staan. Dat geldt alleen voor mensen die al voor 16 mei 2024 onafgebroken in een recreatiewoning wonen en geen andere woning bezitten.
De VNG denkt overigens niet dat dit een oplossing voor de woningnood is. Volgens hen zitten veel inwoners van vakantieparken niet uit vrije wil op die plek. In een rondgang vonden zij slechts tweeduizend personen die daadwerkelijk op een vakantiepark wilden blijven wonen.