‘Ik hoop dat de sociale druk groot wordt onder motorrijders. Ik zie een soort Bob-campagne voor me.’ Het hoofd verkeer en opleiding van de KNMV (Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging) wil dat geluidsoverlast van motoren onder motorrijders een taboe wordt. ‘Het zou mooi zijn als wij elkaar erop aanspreken.’
Arjan Everink, die we spraken voor ons onderzoek geluidsoverlast, haast zich te zeggen dat het om een kleine groep gaat die het bederft voor de rest. ‘Wij hebben er als motorrijders ook last van. Als vereniging met 55.000 leden worden ook wij op het lawaai van anderen aangesproken. ‘Dat is vervelend’. Nederland telt bijna 700.000 motorrijders.
Uit meerdere studies van onder meer TNO en de Rijksoverheid blijkt dat lawaai van motoren één van de grootste bronnen van geluidsoverlast is in het verkeer. Het is opvallend omdat motorfietsen in het verkeer zwaar in de minderheid zijn. Van de 17 gemotoriseerde voertuigen in Nederland is er maar één een motorfiets.
‘Vriend, ik word gek van je lawaai’
Everink wil dat er een andere cultuur komt onder motorrijders. ‘Ik hoop dat motorrijders elkaar erop wijzen wanneer ze teveel lawaai maken. Dat ze zeggen: ‘Vriend, leuk dat je meerijdt maar niet in deze groep. Ik word gek van je lawaai en ik word erop aangesproken. Dankzij de Bob-campagne vinden we het niet meer normaal dat je met drank op achter het stuur zit, dat zou met lawaai van motoren ook moeten.’
Everink wil ook dat motorrijders het opzettelijk luidruchtig maken van de motorfiets, zoals het verwijderen van de Db-killers (geluidsdempers. red.) afkeuren. ‘Ik zou het tof vinden wanneer motorrijders elkaar op die manier aanspreken.’
Politie moet meer controleren
Behalve gedragsverandering ziet Everink het meeste heil in meer politiecontrole. Want zolang de pakkans klein is zal sociale druk weinig zoden aan de dijk zetten, aldus de KNMV-woordvoerder. ‘Je ziet nu dat motorrijders niet of nauwelijks worden gecontroleerd op geluid. En met een beetje sleutelen maak je eenvoudig meer herrie met je uitlaat. Dat is vragen om problemen.’
Tenslotte wil Everink meer begrip voor motorrijders, ook van bewoners in buitengebieden. ‘Als het mooi weer is zie je veel mensen in een kluitje naar dijken en de mooie weggetjes vertrekken. Je krijgt concentraties wandelaars, fietsers en motorrijders. Dat is voor veel mensen irritant maar we zullen ermee moeten dealen.’