Nederland telt in totaal 43 miljoen vierkante meter aan logistiek vastgoed. Pakhuizen die nodig zijn voor het opslaan van de spullen die we hier online bestellen. Soms zijn de opgeslagen goederen niet alleen voor de Nederlandse maar ook voor de Europese markt. Waarom is juist Nederland interessant voor internationale opslag?
Nederland heeft een goede ligging, al sinds jaar en dag komen vrachtschepen uit de hele wereld hier om spullen op en over te slaan. En eigenlijk is dat nog steeds zo. Goederen uit verre landen komen meestal via de Rotterdamse haven binnen, en nadat ze soms hier opgeslagen worden in een groot distributiecentrum, gaan ze regelmatig - via schip, trein of vrachtwagen - verder door richting het Europees achterland.
Douanescanners
Niet alleen de gunstige ligging en goede infrastructuur, ook efficiënte douanefaciliteiten dragen bij aan goede logistiek. Nederlandse douane voert vaker administratieve dan fysieke controles uit, wat veel tijd kan schelen.
“De douane probeert faciliterend te zijn voor wat betreft ingestelde controles. Zo heb je op de Tweede Maasvlakte mobiele douanescanners en een douanescanner waar treinen met ruim 50 km per uur onder door kunnen”, legt Madeleine Merkx, hoogleraar indirecte belastingen van Erasmus University Rotterdam uit. “Logistiek wordt dus gestimuleerd.”
Cashflow
Ook fiscale voordelen kunnen bijdragen aan het besluit van buitenlandse bedrijven om juist hier hun goederen op te slaan. Btw-voordelen die onder de noemer gunstig vestigingsklimaat valt, zoals de BV Nederland het op de website van Nederland Distributieland beschrijft.
Nederland stimuleert logistiek.
Een van de voordelen is dat buitenlandse bedrijven in Nederland gebruik maken van een zogeheten artikel 23-vergunning, waardoor er geen voorfinanciering van invoer-btw plaats hoeft te vinden in ons land. De invoer-btw kan dan namelijk in de reguliere btw-aangifte worden verwerkt en ook in diezelfde aangifte in aftrek worden gebracht. En dat kan bijdragen aan een betere cashflow.
Volgens hoogleraar Merkx gaat dat voordeel wel op in vergelijking met Duitsland, maar niet met België waar het aangeven van de invoer-btw via de reguliere btw-aangifte ook mogelijk is.
Het gaat niet om één voordeel waardoor een bedrijf voor Nederland kiest, maar juist om de opeenstapeling, aldus Merkx. “Het is de combinatie van deze voordelen waardoor buitenlandse logistieke bedrijven voor Nederland kunnen kiezen.”
Koffiedik kijken
Eind 2021 stond er in totaal 43 miljoen vierkante meter aan logistiek vastgoed in Nederland, volgens berekeningen van Stec Groep. Hoeveel pakhuizen daarvan de buitenlandse markt bedienen, is lastig om precies te zeggen, meldt het onderzoeks- en adviesbureau dat pas sinds een aantal jaar geleden begonnen is met de registratie of een warenhuis de Nederlandse of juist de Europese markt bedient.
Wel geeft Stec Group een indicatie: 25 procent van de vierkante meters aan logistieke distributiecentra in Nederland zou de Europese markt bedienen, 75 procent de Nederlandse markt. Maar de percentages per provincie verschillen onderling enorm. Zo zou er in Limburg maar liefst 60 procent van de grote pakhuizen de Europese markt bedienen, terwijl dat in Drenthe bijvoorbeeld maar 5 procent zou bedragen. Noord-Brabant zou op 30 procent zitten en Overijssel op 10 procent.
Onzeker
Toch blijft het nog koffiedik kijken. “Er zijn ondanks onze inspanningen nog veel onzekerheden”, aldus directer Wim Eringfeld over de cijfers die over 2021 gaan. “Er is gewoon een groep magazijnen waarvan wij de marktoriëntatie niet kunnen achterhalen.”
Belangrijk punt daarbij is dat ze ervanuit gaan dat de groep die ze niet kunnen achterhalen gelijk is aan de groep die ze wel kunnen achterhalen. “Het is altijd een momentopname. Wat vandaag een Europees distributiecentrum is, kan morgen een nationaal distributiecentrum zijn en omgekeerd.”