‘Het is makkelijker om schulden te maken, dan om er weer vanaf te komen,’ vertelt Gerville eerder in onze uitzending over Schulden. En dat ligt mede aan het systeem van schuldhulpverlening, blijkt uit een nieuw rapport. ‘Gemeentelijke schuldhulpverlening is een lappendeken,’ aldus de onderzoekers. Bovendien is de hulp meer gericht op gedragsverandering dan op het schuldenvrij maken van cliënten.

Het onderzoek van onderzoeksbureau Berenschot – uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid – is kritisch op het functioneren van de gemeentelijke schuldhulpverlening. Er is een gebrek aan cijfers over de effectiviteit van de hulp, het is onduidelijk hoeveel geld gemeenten precies uitgeven aan schuldhulpverlening en toegang tot de schuldhulp is vaak te hoogdrempelig.

Schuldregeling

Voor mensen met problematische schulden is een schuldregeling meestal de enige oplossing om een schuldenvrije toekomst te verkrijgen. Om in aanmerking te komen voor een wettelijke schuldsanering moet er eerst geprobeerd worden om het op vrijwillige basis met de schuldeisers op te lossen in het zogenoemde minnelijk traject, dat meestal door de gemeentelijke schuldhulpverlening wordt gedaan. Er zijn richtlijnen gemaakt door de gemeenten en de NVVK (vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren) over de duur van dat traject. Zo is het streven om binnen 4 maanden overzicht te krijgen van de financiële situatie van de schuldenaar en deze te stabiliseren. Het onderhandelen met de schuldeisers over een regeling zou maximaal 3 tot 4 maanden mogen duren. Lukt het om met de schuldeisers tot een akkoord te komen dan zouden de schulden na maximaal 36 maanden gesaneerd moeten zijn. Lukt het niet om tot een vrijwillig akkoord te komen, dan kan je naar de rechter voor een wettelijke sanering. Schuldeisers worden dan gedwongen om mee te werken.

Schuldenaren blijven ‘hangen’

En eenmaal in de hulpverlening loopt een deel van de mensen met schulden bovendien vast, zo constateren de onderzoekers. Er is geen snelle doorstroom naar een zogenoemde minnelijke regeling met kwijtschelding. Bij een dergelijke regeling worden op vrijwillige basis afspraken gemaakt tussen schuldenaar en schuldeiser over de aflossing van de schuld. Doordat dit niet optimaal werkt, blijft een groep mensen volgens de onderzoekers nu ‘hangen’ in andere hulpverlening, die niet leidt tot een schuldenvrije toekomst. En dat zorgt er mogelijk voor dat schuldenaren teleurgesteld afhaken.

Doorstroom naar wettelijke sanering

De verstopping in het minnelijke traject bij de gemeenten zorgt er ook voor dat er steeds minder mensen doorstromen naar een door een rechter opgelegde schuldregeling, de wettelijke schuldsanering. Het doorlopen van de minnelijke regeling is namelijk een voorwaarde om hiervoor in aanmerking te komen.

We spraken verschillende ervaringsdeskundigen voor ons onderzoek Schulden, en zij uitten hier eerder al hun zorgen over. Rechter Matthieu Verhoeven ziet in zijn rechtbank bijvoorbeeld dossiers van mensen met schulden voorbij komen die al jaren eerder naar de wettelijke schuldsanering hadden gekund. Lees hier zijn hele verhaal:

Uitgelicht

Verhoeven: 'Ergens in de toevoer naar de Wsnp stokt het' / De Monitor

'Gemeenten passen criteria voor schuldenregeling soms te streng toe'

En tipgever Gerville heeft zeven jaar moeten knokken om in aanmerking te komen voor de wettelijke schuldsanering. Hij liep tegen verschillende dichte deuren aan, lees hier zijn hele verhaal:

Uitgelicht

Gerville: 'Sporten hield mij op de been.' / De Monitor

‘Ik heb het gevoel dat ik eerst helemaal door het putje moest om geholpen te worden.’

Minister Tamara van Ark heeft het rapport inmiddels naar de Tweede Kamer gestuurd en komt na de zomer met een reactie op de uitkomsten.

Lees hier het hele onderzoek van De Monitor over Schulden terug.

Makers