Meteen contact met je behandelaar tijdens een angstaanval in de supermarkt. Volgens Annet Spijker, bestuurder bij GGZ-instelling i-psy PsyQ en Brijder, bieden online behandelingen hele andere mogelijkheden dan traditionele therapie. Ze hoopt dat de coronacrisis ervoor zorgt dat meer patiënten en behandelaars openstaan voor de inzet van digitale behandelingen in de geestelijke gezondheidszorg.
Door de coronacrisis is het fysieke contact tussen patiënten en behandelaars in de GGZ gedwongen afgenomen. Voor ons onderzoek naar Vitale Beroepen volgen we deze sector tijdens de coronacrisis. Voor behandelaars en patiënten is het wennen, maar psychiater Annet Spijker hoopt dat mensen door de coronatijd ook meer oog krijgen voor de mogelijkheden die het zogenoemde ‘E-health’ biedt.
Spijker is al jaren betrokken bij de ontwikkeling van online behandelprogramma’s in de GGZ. Ze denkt dat de inzet van deze programma’s veel kan veranderen in de behandelrelatie tussen patiënten en behandelaars. “Je kan veel beter oefeningen doen. Als iemand last heeft van dwangklachten en om het uur moet controleren of het gas nog aanstaat, dan kan je daar in de spreekkamer over praten, je kan het analyseren, en je kunt huiswerkoefeningen afspreken. Maar als je gaat videobellen bij het fornuis en vraagt ‘Doe het nou eens uit, loop weg en blijf weg’, dan hebben patiënten ook een ervaring en weten ze dat het lukt zonder dat de wereld vergaat. Je kan zo in de omgeving waar patiënten klachten hebben interventies doen.”
Efficiënt en tevreden
Een andere vorm van therapie dus, waar patiënten vaak erg tevreden over zijn. “In de poli’s die voor de coronatijd al online te werk gingen, gaven patiënten een gemiddeld rapportcijfer van 8,5. Dat is best hoog.”
“Het is niet voor alle mensen geschikt. Maar wij zien bij een aantal doelgroepen wel een hogere efficiëntie van zorg. We zien het effect van de behandeling sneller en we zien dat de behandelingen korter worden. Het zijn intensievere behandelingen die tegelijkertijd heel laagdrempelig en toegankelijk zijn. We doen het nu vooral bij patiënten met een depressie en/of angstklachten, en in toenemende mate bij cliënten met verslavingsproblemen of een trauma”, aldus Spijker.
Liever op de wachtlijst
Ondanks dat de therapieën efficiënter en de patiënten tevreden zijn, merkt Spijker nog veel koudwatervrees voor het inzetten van digitale therapie. Patiënten kiezen er vaak voor om lang op een wachtlijst te staan voor de reguliere therapie, terwijl ze bij de onlineversie vaak meteen geholpen kunnen worden.
“Mensen hebben twijfels of ze wel een goede en vertrouwde relatie kunnen opbouwen met hun behandelaar als ze hen alleen maar via beeldbellen zien. Maar als ze een keer die ervaring hebben, dan zien ze dat dit kan. Een van de eerste patiënten die we in de online-poli hadden, en die eerder een reguliere behandeling had, wilde eigenlijk op de wachtlijst blijven staan. Ze gaf achteraf aan dat ze tijdens de onlinebehandeling meer de regie had en dat die eigenlijk veel doelgerichter was dan de reguliere behandelingen.”
Ook behandelaars zijn volgens Spijker vaak sceptisch “We zijn destijds gestart met een team enthousiaste behandelaars, vanuit het idee dat als die de voorhoede vormen, de rest wellicht wel meekomt. Maar dat gebeurde toch niet in grote mate. Veel behandelaars hebben niet geleerd om op deze manier te werken, opleidingen besteden er eigenlijk nog heel weinig aandacht aan. Wet en regelgeving staan eigenlijk nog in de kinderschoenen. Hoe oordeelt een tuchtrechter als het al beeldbellend helemaal misgaat met je patiënt? Dat maakt behandelaars vaak wat terughoudend.”
Na de coronacrisis
Spijker hoopt dus dat er verandering gaat plaatsvinden doordat de GGZ nu gedwongen digitaal moet functioneren. “Uit een intern onderzoek blijkt dat ongeveer de helft van de behandelaars overweegt om toch in meer of mindere mate online te blijven werken. Daar moeten we ook naar toe. We moeten heel precies per doelgroep bekijken wat passend is en ons niet blindstaren op de vorm. En we moeten vaker de vraag stellen wat de reden is dat we dingen op locatie blijven doen.”
Door de coronamaatregelen ervaren veel behandelaren dat thuiswerken goed bevalt en dat ze dit structureler willen doen. De combinatie met online-behandelingen maakt dit mogelijk. Op termijn kan deze combinatie veel schelen in de kosten. “Gebouwen zijn natuurlijk een kostenpost, maar ik denk dat als we dit vanuit bezuinigingsoogpunt hadden ingezet dan was deze beweging niet op gang gekomen”, aldus Spijker.