‘Mijn streven is dat kinderen die uit huis worden geplaatst, zo veel mogelijk worden opgevangen in een gezinssituatie,’ zegt John Goessens, manager wonen en opgroeien van jeugd- en opvoedhulp Lindenhout. Voor ons onderzoek Pleegzorg wil hij ons graag te woord staan. Vooral ook om één en ander te nuanceren: ‘Van al die pleeggezinnen heeft een kleine groep het heel zwaar. En dat is altijd al zo geweest.'
Hij vervolgt: ‘Het is een emotioneel proces. Freddy zou bijvoorbeeld in het ene gezin heel goed kunnen functioneren en in het andere niet. Wij hebben als professionals de taak om in kalmte dit de goede kant op te leiden. Maar goed, hulpverleners kunnen iets meer buiten de emoties blijven die allemaal van invloed zijn op kind, ouders en pleegouders. Daar waar een professional na een gesprek, of na een dienst, weer naar huis kan gaan, leeft een pleegouder samen met het pleegkind waardoor je niet gemakkelijk los kan komen van eventuele spanning of problemen in het gezin. Samenleven met een pleegkind is mooi, maar als er moeilijkheden zijn, dan zijn die er ook elke dag, en kan het heel zwaar worden.’
Nul op rekest
We zijn blij dat John Goessens ons te woord wil staan. Want na alle kritische mails van pleegouders hebben we inmiddels behoorlijk wat inhoudelijke vragen aan pleegzorgaanbieders. Alle 28 aanbieders hebben we daarom een uitgebreide vragenlijst gestuurd. Vooral om de feiten goed op een rij te krijgen, maar ook omdat we merken dat er regionale verschillen zijn. Tot op de dag van vandaag hebben we geen antwoorden op onze vragen gekregen. Goessens zegt dat de aanbieders vinden dat onze insteek te negatief is. We proberen hem uit te leggen dat we nog midden in de onderzoeksfase zitten en dat de artikelen die we publiceren, voortkomen uit tips die wij binnenkrijgen van pleegouders.
Lindenhout is de grootste pleegzorgaanbieder in de regio Gelderland met iets meer dan 1000 pleeggezinnen in het bestand. ‘Dat zijn er niet genoeg. Er staan momenteel 25 kinderen op de wachtlijst.’ Goessens ziet niet graag dat kinderen in een leefgroep komen, maar dat is nog wel de realiteit. ‘Ik denk niet dat dat goed is voor een kind. Wij zijn 150 jaar oud en hebben dat jarenlang wel zo gedaan. Sommige kinderen bleven dan vier jaar in een instelling en zagen wel 25 verschillende opvoeders. Terwijl continuïteit is juist belangrijk.’
Gezinshuizen
Dit is de reden dat er vol wordt ingezet op sterke pleegzorg én gezinshuizen. Opvallend is dat Lindenhout relatief veel gezinshuizen heeft. Momenteel wonen in deze regio 250 kinderen in een gezinshuis. ‘In 2009 hebben we daar al op ingezet omdat we merkten dat dit beter werkt voor de kinderen met complexere problematiek.’ Uit de cijfers blijkt ook dat Gelderland relatief de meeste gezinshuizen telt: 23%. Ter vergelijking: In Zeeland is dat maar 1%. (bron: factsheet gezinshuizen 2016)
Volgens Goessens lopen zij als regio voorop omdat ze voor de decentralisatie al hadden ingezet op gezinshuizen. Hij is blij dat de gemeentes in zijn regio ervoor openstaan, ook al kost een gezinshuis ongeveer vier keer zoveel als een pleegzorgplaatsing. ‘In deze regio kijken de wijkteams gelukkig goed naar wat het beste is voor een kind: een pleeggezin of een gezinshuis. Hier is het niet financieel gedreven.’ Een groot voordeel van een gezinshuis is volgens Goessens dat het minder vaak misloopt met een plaatsing.
Breakdown
Uit cijfers blijkt dat zo’n één op de drie pleegzorgplaatsingen uitloopt op een breakdown (een ongeplande, ongewenste beëindiging van de plaatsing, red.). ‘Wij hadden vorig jaar 49 pleegkinderen van de 1100 die niet in het gezin konden blijven. Drie dominante factoren speelden daarbij een rol. Het gedrag van het kind was zo complex dat pleegouders het niet aankonden. De samenwerking tussen pleegouders en biologische ouders ging niet goed. Wij zetten daar wel heel erg op in, omdat we weten dat dat de kans van slagen behoorlijk vergroot. En wat ook een belangrijke factor was, wat vaak een ondergeschoven kind is: het effect op biologische kinderen van pleegouders.’
Goessens zegt dat ze er alles aan proberen te doen om breakdowns te voorkomen, omdat het voor niemand goed is. ‘Wij proberen tijdens een wervingsavond eerlijk te zijn. Maar nu is het zo dat er zo’n twintig stellen komen en er maar drie of vier de volgende stap zetten. Dus soms vragen we ons af of we niet een wat vrolijker beeld moeten neerzetten, want we hebben wel nieuwe pleegouders nodig. Aan de andere wil je nog liever breakdowns voorkomen.’
Als het aan Goessens ligt, komen er nog meer gezinshuizen maar is het grootste knelpunt het vinden van gezinshuisouders. ‘Je moet nogal wat in je mars hebben: Beschadigde kinderen 24 uur per dag opvangen. Daarvoor is uithoudingsvermogen en kalmte nodig en je moet ook nog eens professioneel genoeg zijn.'