Wij willen meer weten over de invloed van toerisme op de woningmarkt. Naar aanleiding van onze uitzending De seizoenscamping verdwijnt krijgen we een tip van Martine. In haar dorp Renesse worden steeds meer huizen gekocht als tweede woning: een huis waar de eigenaar niet permanent woont. Hierdoor stijgt de woningprijs en wordt het volgens haar steeds lastiger voor vooral jongeren om er een huis te kopen.
Martine woont in het Zeeuwse dorp Renesse, in een klein, stil straatje achter het centrum. “De huizen die de afgelopen tijd te koop hebben gestaan, zijn voor bizarre bedragen verkocht aan mensen uit de Randstad, Duitsland en België (die het als tweede huis gebruiken, red.). Ik snap dat die de drukte uit willen, maar de jongeren die hier opgroeien, komen niet meer aan een woning”, vertelt Martine.
Verschillende gemeenten in Zeeland hebben het kopen van tweede woningen aan banden gelegd, zo ook de gemeente Schouwen-Duiveland waar Renesse een onderdeel van is. Er is een ‘woonkern’ aangewezen waar het kopen van een huis als tweede woning niet is toegestaan. Als je daar dus een huis koopt, moet je er permanent wonen. Volgens Martine verschuift het probleem daardoor naar nét buiten de woonkern.
‘Waarom nog vaste bewoners?’
Volgens Martine heeft het grote aantal tweede huizen negatieve gevolgen voor Renesse. Naast dat het onttrekken van woningen aan de woningmarkt de doorstroom voor starters frustreert, wordt ook de leefbaarheid van het dorp ontwricht omdat de sociale voorzieningen onder druk komen te staan, zo vindt zij. De basisschool moet gaan fuseren en de voetbalclub is recentelijk gefuseerd en daarmee verdwenen uit Renesse. Martine: “Als je ontmoetingsplekken weghaalt zoals school en voetbal, dan tast je de leefbaarheid van je dorp aan. Buiten de drukke toeristenmaanden – waarvan er steeds minder zijn – heb je juist behoefte om elkaar te zien, elkaar even te spreken. Na de hectiek van het toeristenseizoen verlangt iedereen gewoon weer naar het dorpsgevoel.”
Het is lastig om te bepalen in hoeverre de fusie van de voetbalclub en school te danken is aan alleen de populariteit van tweede woningen, maar volgens Martine speelt het wel mee. Tweede-woningeigenaren zijn maar een bepaald aantal weken per jaar in hun woning en de rest van de tijd wordt de woning verhuurd. Ze spelen niet mee in het lokale voetbalteam en hun kind gaat ook niet naar de lokale basisschool.
Oplossing
Martine heeft een simpele oplossing: “Ik denk dat je veel oplost als je de woonkern uitbreidt.” Dus het gebied vergroten waar je geen huis als tweede woning mag gebruiken. Martine: “Ik denk ook dat de leefbaarheid voor inwoners beter wordt met vaste buren in plaats van wekelijks nieuwe vakantiegangers.” Wethouder Volkshuisvesting en Toerisme Daniël Joppe reageert: "We hebben het in het vizier. En we zijn specifiek voor Renesse aan het kijken of de grens van de woonkern wat verlegd moet worden. Dat wordt wel het volgend jaar." Daarnaast zijn er 24 tiny houses gebouwd voor woningtekorten onder jongeren en de huisvesting van tijdelijk personeel.